Drie jaar toerden Dimitri Verhulst en het Ensor Strijkkwartet met De zeven laatste zinnen /Die Sieben Letzten Worte. Verhalen van Dimitri Verhulst op de muziek van Joseph Haydn. Dat beviel en was voor herhaling vatbaar.
En dus besloten zij Der Tod und das Mädchen / De dood en het meisje van Franz Schubert zouden spelen en hij fragmenten uit De laatkomer, zijn meest recente roman, zou lezen. Maar de tekst rijmde niet met de muziek.
Daarom leest Dimitri Verhulst nu bij die muziek stukken uit zijn nieuwe boek, dat pas in augustus zal verschijnen. Een autobiografisch boek, waarin Dimitri Verhulst terugkeert naar de residentiële instelling waar hij als kind woonde. Het tehuis waar hij iets meemaakte dat hem nog steeds bezighoudt. Dat – en dat hij toert met het Ensor Strijkkwartet – vertelde hij gisteren aan Kathleen Cools in Reyers Laat. Het zal geen vrolijk boek worden, liet hij weten.
Dat niet vrolijke past beter bij Der Tod und das Mädchen, een gedicht van Matthias Claudius,
Das Mädchen:
Vorüber! ach, vorüber!
Geh, wilder Knochenmann!
Ich bin noch jung, geh Lieber!
Und rühre mich nicht an.
Der Tod:
Gib deine Hand, du schön und zart Gebild!
Bin Freund, und komme nicht zu strafen.
Sei gutes Muts! Ich bin nicht wild,
Sollst sanft in meinen Armen schlafen!
dat door Franz Schubert op muziek gezet werd.
Leave a Reply