Vandaag was ik jurylid bij de PoëzieRevue van de School der Poëzie. Samen met de onvolprezen Ester Naomi Perquin en Glenn de Randamie, in Zwolle en ver daarbuiten beter bekend als Typhoon, mocht ik vier jonge dichters doorsturen naar de landelijke finale in Amsterdam. Daarom zat ik gisteravond aan de keukentafel met een envelop vol tienerpoëzie.
En ik moet zeggen: het niveau van wat ik te lezen kreeg viel me alles mee. De scholieren hadden (al dan niet onder dwang) iets gedaan wat heel veel andere aspirant-dichters niet doen: ze hadden gedichten gelezen. Als inspiratiebron hadden namelijk de vijf genomineerden voor de VSB Poëzieprijs gediend.
Ik had dus geluk. Het uitdelen van ‘sterretjes’ was niet zo gek moeilijk in mijn stapel. Later in de koffiekamer van theater Odeon werden Ester, Glenn en ik het vrij snel eens over welke gedichten het beste waren. Alle drie taaldieren waren we allemaal bezig met de gedichten zelf, de taal ervan. We beoordeelden, elk met onze eigen set normen, de inzendingen op hun literaire kwaliteit. Wat moet je ook anders doen, als jury?
Dat in memoriam-gedicht, opgedragen aan iemand met dezelfde achternaam als de schrijfster – vader, nam ik eerst aan, broertje, hoorde ik later – viel buiten de boot.
De definitieve keuze maakten we nadat we alle kinderen hun gedicht hadden zien voorlezen. Dat ging min of meer zoals verwacht. Sommigen verrasten, sommigen stelden teleur, maar ik zal niemand beledigen als ik zeg dat er (nog) geen dichters tussen zaten waar ik van achterover sloeg. Toch kon ik één keer een traan niet tegenhouden. Want ook dat in memoriam werd voorgelezen.
Mijn hele leven – als dichter en schrijver, als recensent, als blogger, als marketeer – draait om taal. Maar nu ik erover nadenk is dat altijd taal met een agenda, een verborgen boodschap. Marketingtekst moet converteren of in ieder geval een bepaald beeld wekken bij de lezer. Literaire taal moet (bij mij dan) overdonderen, verwarren en pijn doen. De taal van een recensie moet overtuigen of in ieder geval boeien. Het is allemaal taal met lagen. Het is een spel.
En daar stond dan een meisje dat mij, met heldere stem en zonder te haperen, voorlas hoe zij de dood van haar broertje had beleefd. Echte emotie. Een authentiek, zonder omwegen verwoord gevoel. Zonder kunstjes, zonder opsmuk, zonder ironie en zonder verborgen bedoelingen. Serieus en zonder al te veel drama, maar ook zonder angst en zonder schaamte gepresenteerd.
Dat bleek zo ongeveer het laatste waar ik deze maandagochtend op voorbereid was.
Leave a Reply