Denk niet dat in Rusland alleen de mensenrechten in het geding zijn. Ook dieren moeten vanwege de Winterspelen voor hun leven vrezen. De ongediertebestrijdingsdienst heeft het gemunt op de duizenden zwerfhonden in Sotsji. Om te voorkomen dat ze sporters en officials lastig vallen, heeft een bedrijf opdracht gekregen zwerfhonden te vangen en vervolgens te laten verdwijnen.
Vorige week had een loslopende hond het lef om de repetitie van de openingsceremonie te verstoren. ‘We hebben het dier meteen weggehaald’, verklaarde de doodsbenauwde directeur van het voor de klus ingehuurde bedrijf,. ‘God verhoede dat zoiets gebeurt tijdens de echte openingsceremonie. Dat zou verschrikkelijk zijn voor Rusland.’
(Voordat we met een beschuldigend vingertje richting de Russen wijzen: toen de Olympische Spelen in 2004 in Athene plaatsvinden vormden de zwerfkatten aldaar een bedreiging. Ook toen werd een grote schoonmaak gehouden. Die zwerfkatten vonden overigens dat niet zij maar de Spelen het gevaar waren. In de roman De zwerfkatten van Athene van Takis Theodoropoulos laten zij zich horen en betogen op filosofische edoch satirische toon hoe de Olympische Spelen een bedreiging vormen voor het eeuwenoude culturele erfgoed van Griekenland.)
En nu maar hopen dat de ongediertebestrijdingsdienst niet per ongeluk de verkeerde hond te grazen neemt. Want niet elke loslopende hond is een zwerfhond. Een zwerfhond is alleen een zwerfhond als zijn eigenaar er niet toe doet.
Die les leerde ik door De kameleon van Anton Tsjechov te lezen. Daarin neemt inspecteur van politie Otsjoemelov zijn taak om de zwerfhonden te bestrijden zeer serieus. Hij reageert dan ook adequaat als de gelegenheid zich voordoet:
‘ “Dus jij wou me bijten, ellendeling?!” hoort Otsjoemelov ineens.
“Jongens, laat ‘m niet lopen! Bijten is tegenwoordig verboden! Hou hem tegen! Ah… ah!”
Hondegejank weerklinkt. Otsjoemelov kijkt opzij en ziet een hond die springen op drie poten achterom kijkend uit de houtloods van koopman Pitsjoegin komt rennen. Hij wordt nagezeten door een man in een gesteven sitsen hem en een openstaan vast. De man rent achter het dier aan, werpt zijn romp naar voren, valt op de grond en grijpt de hond bij zijn achterpoten. Opnieuw hondegejank en een kreeg: “Laat ‘m niet lopen!” ’
De hond heeft de koopman in zijn vinger gebeten en de koopman loopt te koop met het bewijsmateriaal. Zolang de inspecteur van politie ervan overtuigd is dat het een zwerfhond betreft, is hij van harte bereid de hond – ‘een jonge witte hazewind met een spitse snuit en een gele vlek op zijn rug’ – af te maken.
Maar dan komt hem ter ore dat de hond wellicht van een vooraanstaand generaal is. Dat doet de inspecteur van politie met andere ogen naar de koopman kijken.
‘ “Hij kan toch niet bij je vinger? Hij is klein, en moet je zien wat een mannetjesputter jij bent! Je hebt je vinger vast aan een spijker opengehaald en bent pas toen op het idee gekomen dat beest af te rammelen. Want jij… ik ken jouw soort. Ik ken jullie, duivels!” ’
En onmiddellijk zijn ook de getuigen bereid hun verklaring aan te passen.
En dan slaat de twijfel opnieuw toe, want de generaal heeft dure rashonden en de hazewind voldoet niet aan het beeld dat de omstanders van een rashond hebben:
‘ “Geen vacht, het lijkt nergens op… zo vals als wat… Wie heeft nou zo’n beest?! … Waar zit jullie verstand? Als zo’n hond in Petersburg of Moskou zou belanden, weet je wet er dan gebeurt? Daar zouden ze niet in de wet kijken, maar subiet – weg ermee!” ’
In amper vier bladzijden keren de kansen van de hond vier keer. Voor de hazewind loopt het goed af. Of dat ook voor de koopman geldt. In ieder geval slaat de inspecteur van politie in de laatste zin van het verhaal dreigende taal uit: ‘ “Jou krijg ik nog wel!” ’
De kameleon van Anton Tsjechov staat in het eerste deel van de Verzamelde werken, dat de verhalen uit de periode 1880-1885 bevat. Maar misschien staat het ook wel in Bijt me toch, bijt me!: de mooiste dierenverhalen uit de Russische bibliotheek, de bloemlezing over dieren in de Russische literatuur / Russische Bibliotheek die Carl Friedman samenstelde. Dat kon ik niet controleren, want dat boek heb ik niet.
Leave a Reply