HANTA

Literatuur en meer

  • Home
  • Over Hanta
  • Contact
  • Privacy statement
  • Columns
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Blog
  • Meer
    • Liliane leest
    • Kettinglezen & rijgschrijven
    • Mediamoment
    • Sportzomers en -winters!
    • Zomergasten
    • Thuisblijfreizen
    • Bouke’s blues
    • Proza
    • Poëzie
You are here: Home / Alles / (non-)fictie / columns / Schrijvers spreken en zo een verhaal vertellen – naar aanleiding van Het uitstapje naar Echo Spring van Olivia Laing

Schrijvers spreken en zo een verhaal vertellen – naar aanleiding van Het uitstapje naar Echo Spring van Olivia Laing

05/02/2014 by Liliane Waanders Leave a Comment

Uit! Ik heb Het uitstapje naar Echo Spring: waarom schrijvers drinken uit, en wat ik vooraf vreesde, is uitgebleven. De behoefte om werk van de zes schrijvers – F. Scott Fitzgerald, Ernest Hemingway, Tennessee Williams, John Cheever, Raymond Carver en John Berryman – die Olivia Laing vanwege hun excessieve drinken letterlijk (ze reist ze achterna) en figuurlijk (ze ontleedt hun leven en werk) volgt, te (her)lezen is binnen de perken gebleven.

Ja, ik wil met de wetenschap van nu The Snows of Kilimanjaro herlezen, omdat ik het maar moeilijk kan verkroppen dat ik toen – toen ik het las voor mijn lijst – geen grip kreeg op de gelaagdheid van het verhaal (maar ik begreep Seize the Day van Saul Bellow ook niet echt). En tegen de toneelstukken van Tennessee Williams heb ik ook geen bezwaar. Maar dat schreef ik al.

Olivia Laing heeft me niet op het spoor van hun werk, maar op het spoor van hun woorden gezet.

In Het uitstapje naar Echo Spring: waarom schrijvers drinken citeert Olivia Laing regelmatig uit interviews die in The Paris Review gestaan hebben. En dat maakt nieuwsgierig naar de hele interviews. 

Daarvoor loop ik eerst naar een boekenkast. Joost Zwagerman maakte uit de driehonderd interviews die in de loop der jaren in The Paris Review stonden een selectie. Van de zes haalden alleen Ernest Hemingway en Raymond Carver De ontdekking van de literatuur: The Paris Review Interviews. Niet dat zij de enige drinkende schrijvers in De ontdekking van de literatuur zijn… Niet dat er verder geen interessante interviews in staan… Maar ik moet me omwille van de tijd bij mijn leest houden.

Het is waar wat Joost Zwagerman in zijn inleiding schrijft: ‘Ze worden met het jaar zeldzamer, maar ze bestaan nog wel, interviewers die streven naar het interview dat naar inhoud en vorm een kunststukje zal blijken te zijn; een vraaggesprek waar niet geknepen wordt in het aantal woorden en dat nu eens echt kan en mag gaan over de fascinaties en obsessies van de schrijver, toegespitst op die ene obsessie, het schrijven zelf.’

Interviews die meer zijn dan een weergave van antwoorden gegeven op wel en niet gestelde vragen.

Ernest Hemingway behandelt George Plimpton, de man die de vragen stelt (één van de oprichters van The Paris Review) alsof hij de eerste de beste journalist is – de weerzin van Hemingway is ondanks de antwoorden tussen de regels door te lezen. Veel antwoorden beginnen met verkapte terechtwijzingen aan het adres van de vragensteller – uit op snel succes. 

Ging het zo of is dat het verhaal waarin George Plimpton de ontmoeting giet?

Want verhalen zijn het, de interviews in The Paris Review, en dat was ook de bedoeling. In zijn inleiding citeert Joost Zwagerman George Plimpton: ‘Het gereedschap van de verhalenschrijver en onze interviewers lat zich met elkaar vergelijken. Ook wij hebben als we een interview maken oog voor het creëren van een karakter, voor spanning en in sommige gevallen zelfs voor een plotlijn.’

Raymond Carver is bereidwilliger. Mona Simpson en Lewis Buzbee krijgen uitgebreid antwoord. Ook als hij het niet eens is met zijn ‘ondervragers’ blijft hij constructief meedenken.

Tijdens het lezen ben ik al gauw vergeten dat ik die interviews lees omdat ik Het uitstapje naar Echo Spring: waarom schrijvers drinken net uit heb. Al gauw gaat het mij niet meer om Hemingway en Carver maar om de interviews op zich.  

Ondanks dat en juist daarom zoek ik op de site van The Paris Review naar de andere interviews. Nu is het lijstje bijna compleet: John Berryman, Raymond Carver, John Cheever, Ernest Hemingway en Tennessee Williams. Alleen F. Scott Fitzgerald ontbreekt.

De interviews verschenen in een lange reeks, genaamd: The Art of Fiction en bevatten relatief veel vragen over het ambacht. Vragen die in interviews vaak gemeden worden omdat ze als te obligaat beschouwd worden. (Ik moet toegeven: zelf stel ik ook nauwelijks vragen die heel direct betrekking hebben op de techniek en de discipline van het vak.) 

Vragen die ondanks dat vaak veel meer opleveren dan letterlijke antwoorden. Als de interviewer tenminste weet waarom hij juist die vraag stelt. Als hij vermoedt waar hij het verhaal moet zoeken.

Dat vermoeden kan hij alleen hebben als hij zich het oeuvre van de schrijver eigen heeft gemaakt.

Dat ze zeldzamer worden, ‘interviewers die streven naar het interview dat naar inhoud en vorm een kunststukje zal blijken te zijn’, ligt niet alleen aan die interviewers. 
Als zij door hun werkgever / opdrachtgever niet gecompenseerd worden voor de inspanningen die ze moeten leveren om zich een oeuvre eigen te maken en als ook anderszins de kosten niet tegen de baten opwegen (als aan het eindresultaat niet af te ‘lezen’ is dat het om meer dan een standaardvraaggesprek gaat) is de lol er voor een interviewer gauw af.

Dat lezen maakt het juist zo leuk. Lezen – als ik een schrijver interview lees ik zijn/haar werk in de volgorde waarin het geschreven – leidt tot inzichten en al lezende dienen mogelijke verhaallijnen zich aan. 

Daarna begint het schrappen. Er is altijd te weinig tijd (en ruimte) om alles te vragen. Bovendien zit niemand te wachten op vragen die geen ander doel dienen dan de belezenheid van de interviewer etaleren. Ook al heeft hij alles gelezen, hij mag zich daar niet op laten voorstaan. Het hoort bij zijn werk.

Dat een gedegen voorbereiding loont, staat voor mij vast. Voor buitenstaanders is echter niet altijd duidelijk hoe dat toewerken naar, aan een gesprek en de uitwerking van dat gesprek – als dat aan de orde is, want soms is het gesprek zelf het eindresultaat – af te lezen is.

Ik weet net precies hoe Olivia Laing zich voorbereid heeft op Het uitstapje naar Echo Spring: waarom schrijvers drinken. Hoeveel meer ze gelezen heeft voordat ze besloot dat haar boek alleen over F. Scott Fitzgerald, Ernest Hemingway, Tennessee Williams, John Cheever, Raymond Carver en John Berryman zou gaan.

Ook naar het precieze wie, wat, waar, waarom en wanneer van haar keuzes nadat ze eenmaal het besluit genomen had dat boek te gaan schrijven – wat wat mij betreft te weinig uit de verf komt is of er een oorzakelijk verband bestaat tussen het feit dat Olivia Laing een deel van haar jeugd te maken had met een stiefouder die dronk en de keuze van haar onderwerp – kan ik alleen maar raden.

Welke route zij uitstippelde en wanneer ze besloot om van een overdrachtelijk tripje naar Echo Spring een daadwerkelijke reis te maken… Waar ze de grens trok wat betreft feiten over alcoholisme en het psychologiseren over de oorzaak… Hoe ze het evenwicht dacht te bewaren tussen de van alcohol doordrenkte verhalen en romans van haar objecten van studie, de anekdotes die haar ter ore en onder ogen kwamen en haar eigen conclusies… Hoe ze zich wapende tegen de verleiding om alles wat de zes schreven autobiografisch te duiden… , 

ze heeft het er nauwelijks over. Maar ik zie wel dat het weloverwogen keuzes zijn en dat het haar heel wat gepuzzel moet hebben gekost om die verschillende verhaallijnen in elkaar te schuiven. En dat er aan het eind nog een heleboel materiaal over is, zie ik ook.

Op één punt laat Olivia Laing wat mij betreft kansen liggen. Dat haar boek geen uitsluitsel geeft over het waarom van het drinken van schrijvers is tot daar aan toe – dat ze in veel opzichten niet afwijken van andere drinkers is ook een conclusie – maar het is jammer dat ze niet dieper ingaat op het effect van drinken op het geheugen en de taal, gereedschappen waar een schrijver niet zonder kan.

Een paar keer geeft ze een aanzet:

als ze dr. Kacioglu aanhaalt die de mogelijkheid oppert ‘dat de chaotische opbouw van vooral de latere toneelstukken was veroorzaakt door hersenbeschadigingen en gevolg van een alcoholverslaving: dat Tennessees gebruikelijke halve zinnen en incomplete dialogen konden wijzen op een vorm van afasie, een niet-erfelijke taalstoornis die bij chronische alcoholisten voorkomt en zich manifesteert door problemen met het herinneren van woorden en het vormen van zinnen’;
als ze wijst op het weifelende karakter dat eigen is aan de lange fictieteksten van John Cheever: ‘op sommige momenten komt de narratieve scepter ineens in handen van een vreemde, een passant, en hoewel het verhaal uiteindelijk misschien weer op de oude koers zal worden voortgezet, ben je vanaf dan niet meer volledig overtuigd van reisdoel of – richting’;
als het haar nadat ze haar eigen geheugen op een foute registratie van het verleden heeft betrapt, opvalt hoe Raymond Carver verklaart dat zijn ontoereikende geheugen zijn schrijverschap mede bepaald heeft, maar hij geen verantwoordelijkheid neemt voor de oorzaak van dat afgetakelde geheugen. ‘Ondanks zijn geheelonthouderschap lijkt zijn uitspraak afkomstig uit een alcoholische geest, die de neiging heeft om naar externe factoren te wijzen in plaats van de confrontatie aan te gaan met de rol die de persoon zelf speelt bij het ontstaan van problemen’,

maar daar laat ze het uiteindelijk bij. Maar juist daar had ik wel meer over willen weten. Omdat als het om het aantasten van taal en geheugen gaat een schrijver in de kern van zijn wezen wordt geraakt en hij daardoor zelfs het risico loopt op termijn geen schrijver meer te zijn.

Misschien ook interessant:

  1. Gesneuveld tijdens het schrijven van een eerder stuk
  2. Drank is toch ergens goed voor
  3. Hyena’s, Hemingway en Het uitstapje naar Echo Spring
  4. Een omerta is een ding met een deksel

Filed Under: columns Tagged With: alcoholisme, Americana: omzwervingen in de Amerikaanse literatuur, De ontdekking van de literatuur: the Paris Review Interviews, Ernest Hemingway, F. Scott Fitzgerald, Het uitstapje naar Echo Spring: waarom schrijvers drinken, interview, John Berryman, John Cheever, Joost Zwagerman, journalistiek, Olivia Laing, Raymond Carver, schrijven, schrijversinterview, Tennessee Williams, The Paris Review, The Trip to Echo Spring: Why Writers Drink

Leave a Reply Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Zoeken

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Nieuwste berichten

  • Raoul de Jong boegbeeld Boekenweek, maar zijn werk wordt in hokjes gestopt
  • Rascha Peper: nu is ze er echt niet meer
  • Literatuur: het belang van representatie
  • Een kwestie: Roald Dahl aan de literaire schandpaal
  • Vragen naar de bekende weg: over het Kinderboekenweekgedicht van Pim Lammers

Spotlight

Auteurs

  • Liliane Waanders

Meest gelezen deze week

Tags

Adriaan van Dis Arnon Grunberg beeldende kunst boek boeken boekenweek Cees Nooteboom column De wereld draait door dood dwdd film fotografie gedicht Ilja Leonard Pfeijffer Jan Brokken journalistiek K.Schippers kunst lezen literatuur Louise O. Fresco Marguerite Duras muziek Oek de Jong Olympische Spelen Poetry International poëzie recensie roman Rotterdam schrijven sportzomer sportzomer 2012 sportzomer 2013 sportzomer 2014 stoïcijn tennissen Tour de France vertalen Virginia Woolf voetballen wielrennen William Shakespeare zomergasten

Zoeken

Volg Hanta

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Hoofdmenu

  • Home
  • Over Hanta
  • Columns en beschouwingen
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Meer
  • Contact
  • Privacy statement

Rubrieken

  • Liliane leest
  • Kettinglezen & rijgschrijven
  • Mediamoment
  • Sportzomers en -winters!
  • Zomergasten
  • Thuisblijfreizen
  • Bouke’s blues
  • Proza
  • Poëzie

Net binnen

  • Raoul de Jong boegbeeld Boekenweek, maar zijn werk wordt in hokjes gestopt
  • Rascha Peper: nu is ze er echt niet meer
  • Literatuur: het belang van representatie

Archief

Auteurs

  • Liliane Waanders

Copyright © 2023 · News Pro Theme on Genesis Framework · WordPress · Log in

Hanta gebruikt cookies. Omdat een blog runnen zonder nou eenmaal niet kan. Wilt u geen cookies, zie dan de instructies hier: Meer over cookies Ok, ik snap het
Privacy & Cookies
Necessary Always Enabled