Toen Hoe duur was de suiker? van Cynthia McLeod verscheen, was de belangstelling voor het boek aanhoudend groot. Nooit stond het in de bibliotheek in de kast. Zodra het werd ingeleverd moest het worden klaargezet voor een lezer die er geld voor over had gehad het te reserveren. Wie het binnen drie weken niet uit had, nam een boete voor lief. Alles beter dan het half gelezen in de bieb achter te moeten laten. Want hoe klantvriendelijk het personeel ook heette te zijn, praten als Brugman hielp niet, ze waren onverbiddelijk die dames achter de balie (waar ik er een van was).
Zo kwam het dat ik de roman van Cynthia McLeod vaak in mijn handen heb gehad, zonder de kans te krijgen er in te beginnen (want het personeel moest achter in de rij van belangstellenden aansluiten).
Dat ik het nog steeds niet gelezen, daarvoor bestaat geen excuus.
De vraag of het boek beter is dan de film van Jean van de Velde (of de film beter dan het boek van Cynthia McLeod) kan ik dus (nog) niet beantwoorden. Wie weet weet ik het als over vier weken de serie afgelopen is, het boek heb ik inmiddels. En u nu ook.
‘Ik ben halve zus van misi Sarith, en huisslaaf. Ik heb maar een doel in het leven: mijn misi gelukkig te maken. Mijn naam is Mini-mini’. Zo introduceert Jean van de Velde Mini-mini. Minie-minie die dan wel is voorbestemd haar misi gelukkig te maken, maar zichzelf een hoger doel stelt: ‘Ik ben Mini-mini en op een dag zal ik schrijven wie de prijs van de suiker betaald hebben.’
Cynthia McLeod introduceert Mini-mini zo:
‘De 15-jarige Mini-mini was Kwasiba’s trots. Duidelijk een kleurlinge. Kwasiba had nooit gezegd wie Mini-mini’s vader was, maar men vermoedde dat die of Rachaëls overleden echtgenoot Jacob Aäharon of diens zoon Ishaak geweest moest zijn. In ieder geval was Mini-mini bruin van kleur, met zacht krullend haar, een smal gezicht en grote donkere ogen. Mini-mini was Sariths slavin en wie die twee bij elkaar zag kon niet aan de indruk ontkomen dat er een treffende gelijkenis was in gezichtsvorm en figuur.’
De titel Hoe duur was de suiker ontleende Cynthia McLeod aan het gedicht De koloniale tijd (1970) van Corly Verlooghen
De suikermolens wentelden voor Europa
in het stof van de plantages droogden
Uw tranen op donkere broeders uit Afrika
en luider verkondigden de zwepen het heidendom
van christelijk Europa pijn en geduld en hoe
heldhaftig naakt een zwarte huid kan zijn
lichamen zonder bestemming waarop de rijken
de trieste geschiedenis schreven van dit land
zodat wij beseffen hoe duur de suiker wel kan wezen.
Hoe duur was de suiker was in 2013 de openingsfilm van het Nederlands Film Festival. Voor Jeroen Wielaert was dat aanleiding om in de bus van Lijn 1 (Lijn 1 was een radioprogramma, maar ook naar radio kun je kijken, al is de beeldkwaliteit niet optimaal) met schrijfster Cynthia McLeod – Hoe duur is de suiker is niet haar enige boek, en zeker niet haar enige boek over slavernij, het onderwerp dat onlosmakelijk verbonden is met de geschiedenis van haar land – en regisseur Jean van de Velde te praten.
Leave a Reply