Natuurlijk willen wij weten hoe een sporter zich direct na afloop van een wedstrijd voelt. We willen het weten als hij gewonnen heeft, maar nog liever willen we het weten als hij verloren heeft. Daarom stellen sportjournalisten regelmatig ietwat beschaamd de vraag: ‘Wat gaat er door je heen?’
Die vraag stellen ze dus niet omdat het journalistiek zo verantwoord is, maar om lezers, luisteraars en kijkers op hun wenken te bedienen.
Helaas voor ons – en helaas voor de journalist – is niet iedere sporter even goed gebekt, en dus valt het antwoord op de vraag: ‘Wat gaat er door je heen?’ soms een beetje tegen, terwijl anderen zo goed getraind zijn dat zij zelfs direct na afloop al in staat zijn een diplomatiek antwoord te geven, en ook dat is onbevredigend.
(Denk niet dat mediatraining de oplossing is. In één van zijn columns in Bureau Sport heeft Youp van ’t Hek het over ‘gebalkte brij aan dooddoeners’, en dan bedoelt hij het hele scala aan verantwoorde uitspraken gedaan onder het toeziend ook van een mediatrainer. Nee, dan heeft hij liever, veel liever, de eigenzinnige Louis van Gaal.)
Nieuw is – en daarmee slaan organisatoren van grote sportwedstrijden journalisten een machtig wapen uit handen – dat bij sommige evenementen de voorlopige leider in het algemeen klassement voor het oog van de camera moet wachten, zodat iedereen kan zien hoe hij op de prestaties van de concurrentie reageert. De sporter hoeft niet meer te vertellen wat er door hem heen gaat, de taal van zijn lichaam zegt het.
Voor zijn run bergafwaarts was ik te laat, maar bijna twintig concurrenten lang zag ik Matthias Mayer vanmorgen glunderen. Een enkele keer hield hij zijn adem in, maar zelfs van de echte favorieten had hij weinig te vrezen. Ze verloren onderweg allemaal veel tijd, dus echt in gevaar kwam zijn gouden medaille bij de afdaling niet.
De ‘hotspot’ noemden de commentatoren van dienst het decor waarin Matthias Mayer stond te stralen.
Gisteren onttrok Sven Kramer zich aan het oog van de camera vanaf het moment dat Jorrit Bergsma terrein begon te verliezen. Kramer verkoos de afzondering van de kleedkamer boven een bankje in de publieke ruimte.
Pas toen de winst definitief binnen was, kwam hij uit de catacomben van de Adler Arena om feest te vieren en vragen te beantwoorden. Desgewenst liet hij weten dat hij er niet van houdt als de camera’s tussen de bedrijven door op hem gericht blijven. Dan voelt hij zich bekeken. Laat dat nu precies de bedoeling zijn.
Vandaag wachtten alle dames bovengronds de resterende ritten af op de drieduizend meter af.
Na afloop haalde geen enkele journalist het in zijn hoofd om de vraag te stellen ‘wat gaat / ging er door je heen?’ Niet alleen de sport maar ook de sportjournalistiek evolueert. (daarvoor hoef je alleen maar naar de aan sport gewijde uitzending van Vierkante ogen te kijken, waarin presentator Philip Freriks in gesprek gaat met Jan Mulder en Wilfried de Jong:)
Leave a Reply