Nadat eerder deze week giraffe Marius achter de schermen gedood, maar voor het oog van het publiek aan de leeuwen gevoerd werd (een daad die door Sergej Donskoi, de Russische minister van Ecologie, als ‘inhumaan’ werd bestempeld), dreigt een tweede gezonde giraffe – die ook Marius heet – hetzelfde lot te moeten ondergaan. (Dat is, om met Bert Haanstra te spreken, Bij de beesten af.)
Niet Marius maar Elmer krijgt in het fokprogramma van opnieuw een Deense dierentuin de voorkeur. En dat heeft weer alles met genen te maken, zegt dierenverzorger Janni Løjtved Poulsen van Jyllands Park Zoo: ‘Marius is een mengsel van verschillende ondersoorten giraffes. Elmer is een jonger mannetje met betere genen, een zogenaamde rasechte giraffe.’
(Eigenlijk zou ik hier nu iets moeten schrijven over het failliet van fokprogramma’s van dierentuinen die zich laten voorstaan op hun bijdrage aan het voortbestaan van soorten en educatie als een van hun kerntaken zien. Of ik zou naar het verleden kunnen verwijzen, maar die historische vergelijking ligt gevoelig en daar is de zaak Marius² niet ernstig genoeg voor. Stilstaan bij de stroomversnelling waarin de evolutie door menselijke inmenging geraakt is, gaat misschien ook wat ver.)
Ik geef er de voorkeur aan om te laten zien hoe het met een beetje fantasie en verbeelding ook anders had gekund, dat ruimen van gezonde giraffes. Ik weet het: ‘Dopo tutto, è solo un trucco!’ Het is een truc, maar toch.
Toen ik eergisteren in een bioscoop ergens in Nederland La Grande Bellezza zag, kon ik bij onderstaande scène niet anders dan aan Marius denken. Wat gunde ik Marius een dergelijke pijnloze verdwijning. En dat dacht ik vanmorgen toen ik kennis nam van het dreigende lot van die tweede Marius weer.
Leave a Reply