Omdat Theo Thijssen Kees de Jongen zo laat eindigen:
‘En de mensen die hem voorbijgingen, wisten niet, dat daar een jongen ging, die àlles zou kunnen, nu hij eenmaal begonnen was; dachten dat het maar zo’n gewone jongen was, een jongen zonder geschiedenis, een jongen die daar zo-maar liep…’
besluit Remco Campert de finale punt die hij aan het einde van Hôtel du Nord zette in de drukproef te vervangen door …
Nu staat er dus:
‘Soms dacht Walter Manning even terug aan Germaine Lecouvreur en de teleurstelling op haar gezicht toen hij har zijn vertrek uit Hôtel du Nord had aangekondigd. “Zie ik u nog terug?” vroeg ze bij het afscheid. “U bent altijd welkom.” Hoewel hij “ja” had gezegd, wist hij wel zeker van niet…’
Toch zijn die drie puntjes – ze hebben een naam, ze heten beletselteken – die de plaats van die ene finale punt innemen geen eerbetoon aan Theo Thijssen. Remco Campert zet ze om:
‘mijn hoofdpersoon verder te laten leven en niet opgesloten in de gevangenis van het áffe voor de rest van zijn leven door te brengen. Wie weet wat hij nog zal meemaken. En dat kan ik dan weer opschrijven.’
In de column Wat is af? vraagt Remco Campert zich precies dat af wat de titel suggereert. Dat doet hij door te refereren aan de roman die hij dan aan het schrijven is: Hôtel du Nord. Een roman waar hij langer dan de lengte doet vermoeden aan gewerkt heeft, misschien wel omdat hij er geen afstand van kon doen.
Weten dat die drie puntjes er eerst niet stonden – die drie puntjes die een toekomst suggereren – voegt voor mij iets toe. Hoe maken gaat, interesseert mij in hoge mate.
Geraakt werd ik door wat Remco Campert in de column schrijft over de moeite die het hem kost om iets af te maken, omdat hij tijdens het schrijven van een verhaal niet zelden op ideeën komt voor weer nieuwe verhalen die hij dan weer liever wil schrijven.
Remco Campert, vroeger vijftiger nu tachtiger, wordt geplaagd door ongeduld…
Ik had Wat is af? natuurlijk al veel eerder kunnen lezen – namelijk toen die column op … in de Volkskrant stond – maar losgeweekt uit de oorspronkelijke context en in het gezelschap van meer ‘stukjes’ valt wat Remco Campert schrijft definitief op zijn plaats.
Leave a Reply