Ik roep het al jaren, maar tot nu heeft dat geen enkel effect. De Elgin Marbles bevinden zich nog steeds in het British Museum. Ook al valt Groot-Brittannië misschien niet zo heel veel te verwijten – gemeten naar toenmalige maatstaven verhuisde ‘de versiering’ van het Parthenon min of meer legaal van Athene naar Londen – het wordt toch wel tijd dat de Britten een gebaar maken. (Zelfs het Vaticaan retourneerde al kunst die in Athene thuishoort).
Vorige week kreeg ik steun uit onverwachte hoek. In Berlijn – waar hij was om de film The Monuments Men te promoten – zei George Clooney – en Matt Damon en Bill Murray vielen hem bij – dat het ‘very nice’ zou zijn als ‘the marbles went back to Greece’.
Dat schoot Boris Johnson, de burgemeester van Londen in het verkeerde keelgat. ‘Someone urgently needs to restore George Clooney’s marbles’.
(Teletekst maakt er dit van: ‘Boris Johnson, de burgemeester van London, is boos op George Clooney. De acteur zei tijdens een persconferentie dat Londen een bepaald artefact zou moeten teruggeven aan Griekenland. Dat meldt het Engelse The Guardian.’ ‘Een bepaald artefact’… zo heb ik nog nooit naar The Elgin Marbles gekeken.)
Ik snap heel goed dat Boris Johnson de Elgin Marbles in Londen wil houden. Vanuit Brits perspectief is er veel voor te zeggen om ze daar te laten waar ze nu zijn.
Maar ik heb niet zo heel veel begrip – zeg maar geen – voor de woorden waarmee hij George Clooney terecht wees: ”Here he is plugging a film about looted Nazi art without realising that Goring himself had plans to plunder the British Museum. And where were the Nazis going to send the Elgin marbles? To Athens! This Clooney is advocating nothing less than the Hitlerian agenda for London’s cultural treasures,” he told the Telegraph. “He should stuff the Hollywood script and stick to history.’
Volgens Clooney was Johnson te dronken om genuanceerd te reageren.
Hoezeer ik de inmenging van George Clooney ook waardeer, mijn voorbeeld als voorvechtster voor het remigreren van The Elgin Marbles is en blijft Melina Mercouri. Op 12 juni 1986 leverde ze – als minister van Cultuur en Wetenschap van Griekenland – in de vorm van een speech een bijdrage aan het debat in de Oxford Union.
Dat deed ze gepassioneerd – zoals het een geboren Griekse betaamt:
‘You know, it is said that we Greeks are a fervent and warm blooded breed. Well, let me tell you something – it is true. And I am not known for being an exception. Knowing what these sculptures mean to the Greek people, it is not easy to address their having been taken from Greece dispassionately, but I shall try. I promise’,
maar reasonable:
‘You must understand what the Parthenon Marbles mean to us. They are our pride. They are our sacrifices. They are our noblest symbol of excellence. They are a tribute to the democratic philosophy. They are our aspirations and our name . They are the essence of Greekness.
We are ready to say that we rule the entire Elgin enterprise as irrelevant to the present. We say to the British government: you have kept those sculptures for almost two centuries. You have cared for them as well as you could, for which we thank you. But now in the name of fairness and morality, please give them back. I sincerely believe that such a gesture from Great Britain would ever honour your name.’
En passant weerlegde ze alle argumenten die de Britten toen en nu gebruiken om ‘de stenen’ in Londen te houden.
Melina Mercouri wist wat het betekent om in ballingschap te leven. Kritiek op het kolonelsregime kwam haar duur te staan: haar werd het Griekse staatsburgerschap ontnomen.
Over haar liefde voor haar land en over haar carrière als actrice schreef ze ver voor ze minister werd Ik ben een geboren Griekse.
Leave a Reply