De een moet door een hel die dertien minuten duurt, voor een ander is het binnen amper een halve minuut bekeken. Voor beiden geldt dat de voorbereiding vier jaar duurde.
Hoe lang teleurstelling duurt is moeilijk te meten. Maar eerst moet er nog van alles gezegd en verklaard worden. Benadrukt dat die ander toch echt beter was.
Daarna is alles wat een ander weet aan te voeren schrale troost. Hoe goedbedoeld en welgemeend ook. Luuk Gruwez dichtte:
Het troostconcours
Er werd een wedstrijd in troosten gehouden.
Eén bracht een zondag mee met gregoriaans,
een worgengel, een zoon van God
en drie heel knappe jonge priesters.
Een schip naar Paramaribo.
Gezoen achter een sleutelgat.
– Men geeuwde zeer voornaam en hij verloor.
Eén bracht er mee: een kindertijd
met voetzoekers en knalbonbons,
de geur van jute en van boenwas.
Zijn lang bewaarde eerste kies
en al zijn nederlagen in de liefde.
De mooiste ziektes, roem de fraaiste graven.
-Het kon de jury niet bekoren.
O wat het allemaal niet deed:
een doedelzak, een hangbuikzwijn,
een heroïnehoer van vijftien jaar,
het hoofd van een gestorven meisje
met nog confetti in het haar.
En het plezier van obers voor hun dienblad
om zowat vijf voor middernacht.
Een laatste bracht er tranen mee en groot applaus,
een spraakgebrek, wat kippenvel, zichzelf.
Hij won, maar niemand weet waarom,
hij won en weende. Levenslang.
Leave a Reply