Eigenlijk was er maar één medaille die telde: de gouden bij het ijshockey. Maar gisteren werd het thuisland uitgeschakeld. De Russen moeten naar huis (voor veel van die Russen is thuis trouwens Amerika).
In vroeger dagen – ik kan het niet helpen, maar ik moet deze Spelen regelmatig aan die dagen denken – zou ‘naar huis’ geen optie zijn. Dan zou op zo’n wanprestatie verbanning naar barre streken gevolgd zijn…
Laten we maar hopen dat het ondanks de koude wind die er af en toe rond Sotsji waait dit keer goed afloopt.
In het gedicht Naar huis suggereert Jacob Winkler Prins dat wie ernaar verlangt huiswaarts te keren mankementen als spleten en barsten in muren voor lief neemt (daar denken ze in Groningen tegenwoordig toch anders over).
Naar huis
Zoet gevoel naar ‘t lieve thuis te stomen,
En, al naderende, u om niets bekreund
Dan te zien of ge, uit ‘t portier geleund,
‘t Dak ziet schemeren achter lindebomen!
Of de buren reeds te voorschijn komen?
Of door ‘t rijden, waar de straat van dreunt,
In de muren, door het dak gesteund,
Spleet en barsten niet zijn toegenomen?
Maar wat kan u barst en spleet thans schelen,
Groene pan of verveloos kozijn?
In de linde hoort ge uw vooglen kwelen,
Op de bladeren speelt de zonneschijn;
Kinderstemmen komen ‘t oor u strelen
Welkom! welkom! roepen groot en klein.
Zelf kreeg Jacob Winkler Prins nooit de kans om definitief naar huis terug te keren. Hij overleed op zee en kreeg een zeemansgraf.
Leave a Reply