Het silhouet van een leven
Eén foto en één brief: dat was alles dat Annejet van der Zijl had toen ze de opdracht om een biografie over Gerard Heineken te schrijven aannam. De sporen van de grondlegger van het bierconcern zijn moedwillig gewist door degene die zijn familienaam droeg maar genetisch zijn zoon niet was. Dat zij desondanks Gerard Heineken: de man, de stad en het bier schreef, is niet alleen te danken aan de hulp die ze tijdens het researchen en schrijven kreeg. Door niet alleen op de man, maar ook op de stad en het bier te focussen slaagt Annejet van der Zijl er in om tegen de achtergrond van de omgeving waarin Gerard Heineken verkeerde zijn contouren te tekenen.
Daarmee is Gerard Heineken: de man, de stad en het bier een ander soort biografie geworden dan de boeken die zij over de levens van Annie M.G. Schmidt, Waldemar Nods en prins Bernhard schreef. Misschien is Gerard Heineken: de man, de stad en het bier nog het beste te vergelijken met Jagtlust. Door te verhalen over de liederlijke levens van degenen die er woonden – Fritzi ten Harmsen van de Beek, haar broer en haar geliefden – en hun gasten krijgt de villa Jagtlust kleur en karakter.
Zoals Jagtlust indirect geportretteerd wordt, zo geeft Annejet van der Zijl Gerard Heineken profiel en diepte door het anders dan in Anna: het leven van Annie M.G. Schmidt, Sonny Boy en Bernhard. Een verborgen geschiedenis meer nog dan het over de te biograferen persoon zelf over zijn omgeving te hebben.
Maar Gerard Heineken: de man, de stad en het bier begint zoals veel biografieën beginnen: bij de voorouders. Gerard Heineken had Duitse wortels – zijn overgrootvader kwam in 1747 naar Nederland – en stamde uit een familie die wist wat handel drijven is – zijn grootvader had de ondernemingslust een immigrantenzoon eigen, zijn vader volgde zijn vader op in de zaak. Hij werd in 1841 aan het Singel in Amsterdam geboren in een gezin dat vier kinderen zou gaan tellen. Als zijn vader overlijdt is Gerard bijna eenentwintig en een vermogend man. Met de ervaring die hij in het bedrijf van zijn vader had opgedaan als bagage, koos hij zijn eigen weg.
‘Hoe Gerard precies op het idee is gekomen om zijn geluk te gaan beproeven in zo’n schijnbaar onaantrekkelijke bedrijfstak als het brouwwezen, zal altijd wel een raadsel blijven’, constateert Annejet van der Zijl aan het begin van het eerste hoofdstuk waarin zij Gerard Heineken losweekt van de generaties voor hem.
Ze vermoedt dat het te maken heeft met ‘zijn levendige interesse in techniek en alles wat nieuw was’ en ‘het feit dat bier in deze jaren algemeen beschouwd werd als een zegen voor zowel de volksgezondheid als ’s lands economie.’
Het is een van de weinige plekken waar aan haar schrijven is af te lezen dat zij moet speculeren. Want ondanks het ontbreken van feiten in het familie- en bedrijfsarchief weet Annejet van der Zijl de indruk te wekken dat er maar een versie van het leven van Gerard Heineken mogelijk is.
In die ene brief die Annejet van der Zijl had, houdt Gerard Heineken zijn moeder op de hoogte van zijn overwegingen in de aanloop naar de overname van een kleine bierbrouwerij in het centrum van Amsterdam.
Gerard Heineken had niet alleen een goed zakelijk instinct (hoewel hij zich ook wel eens verslikt: de locatie van de nieuwe brouwerij blijkt achteraf gezien niet optimaal gekozen en als hij zijn vleugels uitslaat naar Rotterdam ontwikkelt het concern zich minder voorspoedig dan gehoopt en becijferd, hetzelfde geldt voor de uitbreiding van de activiteiten richting België), hij beschikte ook over een gelukkige hand van kiezen als het om vrienden en compagnons gaat. Zij hadden een belangrijk aandeel in de groei van het bedrijf. Trouw en toewijding lijken daarbij, zeker van zijn kant, kenmerkende eigenschappen.
Zijn hele leven – maar hij werd niet oud – zette Gerard Heineken zich met hart en ziel, en met veel oog voor innovatie, productverbetering en uitbreiding van de afzetmogelijkheden (afspraken over het exclusief schenken van Heineken in café’s dateert al uit zijn tijd), in voor het/zijn bedrijf – ‘Heineken & Co.’, later ‘Heineken’s Bierbrouwerij Maatschappij’ – waaraan hij op humane wijze leiding gaf.
Met eenzelfde overgave leverde hij indirect een bijdrage aan de economische bloei van zijn stad (door te investeren in projecten waarin anderen geen brood zagen: het Noordzee-kanaal, het Vondelpark en het Amstelhotel) en maakte hij zich sterk voor de culturele sector in Amsterdam. Gerard Heineken vervulde tal van bestuursfuncties – hij zat zelfs enige tijd in de gemeenteraad, maar de tijd die democratisch beslissen kost, besteedde hij uiteindelijk liever nuttiger – en leverde substantiële bijdragen, ook financieel, aan tal van toonaangevende instellingen.
Van de sociëteit Felix Meritis waar hij in zijn jongelingenjaren lid was naar de raad van toezicht van het Rijksmuseum is als je Gerard Heineken: de man, de stad en het bier mag geloven een continue lijn van energieke betrokkenheid.
Het ging Gerard Heineken in vele opzichten voor de wind, maar in zijn privéleven kende hij tegenslagen. Niet alleen verloor hij op jonge leeftijd dierbare naasten – deels door ziekten die rondwaarden in de stad waar het aan voorzieningen en hygiëne ontbrak – ook liet nageslacht lang op zich wachten. En toen zijn vrouw Mary Heineken-Tindal – eindelijk een zoon baarde was niet hij maar hun huisvriend Julius Petersen de vader. Gerard Heineken erkent na een aanvankelijke weigering het kind, waarmee Henry Pierre een ‘echte’ Heineken is.
Zijn schoonzus en zwager – Willy Tindal en haar man Hans von Barnekow – proberen echter misbruik te maken van de situatie en zetten Gerard Heineken in Achter de schermen, één van hun schotschriften (door hem onder haar naam geschreven), te kijk (omdat hij hun het geld niet geeft waar ze recht op menen te hebben).
Annejet van der Zijl gaat relatief uitgebreid in op dit aanhoudend onverkwikkelijk handelen. Misschien om te laten zien dat Gerard Heineken zich niet liet chanteren. Want hij was dan wel een weldoener, maar hij stond wel degelijk op zijn strepen als dat nodig was. Dat bleek overigens ook toen hij bezwaar maakte tegen het zonder meer – zonder dat het investeren van de winst in het bedrijf overwogen werd – uitkeren van dividend aan aandeelhouders.
‘Koekoeksjong’ Henry Pierre Heineken – de vader van de tot nu toe meest in het oog springende Heineken: Freddy – is uiteindelijke degene die verantwoordelijk is voor het wissen van de sporen van Gerard Heineken uit het familie- en bedrijfsarchief, zodra hij na de dood van zijn vader en ‘stiefvader’ – na de dood van Gerard Heineken hertrouwt zijn weduwe Mary met Julius Petersen, de biologische vader van Henry Pierre – president-directeur van het bedrijf wordt. Dat bedrijf kan hem overigens niet veel schelen. Hij musiceert liever. In de gedetailleerde en lijvige bedrijfsgeschiedenis – voor intern gebruik geschreven, niet gepubliceerd maar wel vaak als bron gebruikt voor publicaties – neemt Henry Pierre daardoor een voornamere plaats in dan Gerard, hetgeen volgens Annejet van der Zijl niet correspondeert met de werkelijke verdiensten van beide Heinekens.
In Gerard Heineken: de man, de stad en het bier slaagt Annejet van der Zijl er ondanks een aanvankelijk gebrek aan feiten wel degelijk in het leven van de grondlegger van Heineken te reconstrueren. Maar hem tot leven wekken, lukt zelfs haar niet. Hij blijft – voor mij dan toch – een papieren man. Ik geloof haar op haar woord als ze schrijft dat hij rechtschapen en bevlogen was, als mens en als ondernemer, maar ik heb niet het idee dat ik hem echt heb leren kennen. Met haar spijt het me dat hem niet de eer toegekomen is die hij op basis van zijn inspanningen verdiende (het zou mij niet verbazen als er nu alsnog een Gerard Heineken-straat of –plein komt), maar ik mis het reflecteren op dat leven, op de succes en de tegenslagen (en dan niet in de vorm van adequaat optreden).
Dat heeft natuurlijk met het ontbreken van die sporen te maken (er is alleen die ene brief waarin Gerard Heineken zelf aan het woord komt), maar ook met de keuze om dat leven in te bedden in de tijd(geest), waarmee veel van wat typerend was voor Gerard Heineken – die juist uitzonderlijke keuzes maakte voor zijn (leef)tijd – over het hoofd gezien kan worden.
Ik weet dat het niet past bij het genre van de biografie en al helemaal niet bij de historica die Annejet van der Zijl tegenwoordig is, maar in dit bijzondere geval had ik vanwege de afwezigheid van de stem van Gerard Heineken graag haar journalistieke stem gehoord en was ik graag getuige geweest van haar zoeken en vinden (van haar verbazing en enthousiasme, zoals hier wanneer ze in De blauwe parade, onderdeel van Die Port van Cleve, het grand-café dat Gerard Heineken in het pand van zijn voormalige brouwerij vestigde.)
En, ondanks de woorden die Annejet van der Zijl aan het einde van Gerard Heineken: de man, de stad en het bier aan Freddy Heineken – de kleinzoon die het bedrijf voor zover ik dat op basis van wat ik nu over Gerard Heineken leidde in diens geest voortzette nadat hij er in geslaagd was het door zijn vader ‘verkwanselde’ meerderheidsbelang van de familie terug te krijgen – wijdt (of misschien wel juist daarom: want juist hij als kind van zijn biologische vader, maar tredend in de sporen van een grootvader aan wie hij feitelijk alleen juridisch verwant was, laat zien dat doen alsof Gerard Heineken niet bestaan heeft geen zin heeft gehad), mis ik in haar biografie de link met het heden. Welke sporen heeft Gerard Heineken nagelaten?
Dat ‘het verhaal’ – over het buitenechtelijk zijn van Henry Pierre – in de familie bekend was en die ‘familie’ ondanks dat aan Annejet van der Zijl gevraagd heeft om een biografie te schrijven, zegt iets. Gerard Heineken en ook zijn kleinzoon Freddy kon zij niets meer vragen, maar voor haar boek had ze zich niet tot archiefonderzoek hoeven beperken. De familie Heineken is klein, en dat is met het oog op het rehabiliteren van Gerard Heineken geen onbelangrijk feit.
Leave a Reply