The Golden Step: a Walk through the Heart of Crete – Christopher Somerville
De eerste etappe van deze reis start in een kleine boekwinkel in een voorname wijk in Londen. Op de hoek van Cadogan Place en Cadogan Lane – het adres is 70 Cadogan Place – heeft Haus Publishing een eigen boekwinkel: bookHaus. Haus Publishing is een kleine uitgeverij met een fonds dat drijft op de liefde voor geschiedenis, biografieën, reizen en kunst van uitgever/eigenaar Barbara Schwepcke. In de winkel op Cadogan Place zijn alle leverbare titels te koop.
Het is dat ik hier moet zijn, anders had ik deze winkel nooit gevonden. Ik zou hem hier tussen de statige huizen in Belgravia zelfs niet vermoed hebben.
Barbara Schwepcke is allerminst een ‘armchairtraveller’, ze heeft vanwege haar werk en voor haar plezier al veel van de wereld gezien. Maar ze is econome genoeg om de marktwaarde van reisliteratuur voor thuisblijvers te zien. Armchair Traveller at the bookHaus is een succesvolle imprint. Uit een serie compacte, gebonden boekjes uit dat fonds krijg ik van haar The Golden Step: a walk through the Heart of Crete van Christopher Somerville cadeau. Uit de 32-delige serie Makers of the Modern World: the peace conferences of 1919-23 aftermath het deel over de op Kreta geboren Eleftherios Venizelos, geschreven door historicus en ciderbrouwer Andrew Dalby.
Toen het niet mogelijk was om het met nog meer dédain over Griekenland te hebben, las ik dat laatste boek, bij wijze van troost. The Golden Step liet ik lang liggen. Zoals ik hier wel meer reisboeken heb liggen waar ik jammer genoeg nog niet aan toe kwam.
Thuisblijfreizen is een goede reden om ze één voor één weg te lezen en zo een reis in etappes te maken langs boekenkast en vakantieverleden, want reizen kun je mijn verplaatsingen niet noemen. Ik begin met The Golden Step, op het eiland dat Christopher Somerville van oost naar west doorkruist begon mijn leven.
‘The fact is that travel writers in their operations for national newspapers and magazines, have a very unreal experience of travel’, schrijft Christopher Somerville ergens aan het begin van The Golden Step. ‘Someone offers, arranges and pays for your flight, your hire car and hotel. A charming sticky-haired girl in a red bolero meets you at the airport with a sheaf of booklets and maps, with complimentary passes and a timetable which, if you don’t hold out against it, will skewer you to five dawn calls, five long lunches, five very long and boozy dinners, ten coffee meetings (…), and twenty trips with a driver and interpreter whose English is just a little better than yours to visit a brand new tourist attraction that will make you an hour late for your next coffee meeting with the promoter of a rival attraction forty miles down the highway.’
Christopher Somerville is zo’n travel writer, maar zijn voetreis over Kreta maakt hij niet in opdracht. Die maakt hij omdat hij na het lezen van The Cretan Runner van George Psychoundakis (vertaald en ingeleid door Patrick Leigh Fermor) liefde voor de bergen op Kreta opvatte en zich voornam om ooit in de sporen van Psychoundakis – koerier van het verzet – over het eiland te lopen.
De kans om zijn droom te verwezenlijken krijgt hij van zijn vrouw. Voor zijn vijftigste verjaardag geeft zij hem vrijaf. ‘It was a wise gift, a loving and generous one. “I don’t want to give you any thing,” Jane said. “What I want is to give you a stretch of free time. Two months, say. I’ll hold the fort at home, I’ll look after the children and pay the bills and all that stuff. Just go and do something wonderful, something you’ve really longed to do. Something for yourself”.’ Ze stelt één dwingende voorwaarde: er mag niet geschreven worden.
Zijn plan is om van Pasen naar Pinksteren te wandelen, te beginnen in Kato Zakros om aan het eind van zijn pelgrimage de trappen te bestijgen van het klooster Chrissoskalítissa bij Elafónissos waar een traptrede voor wie het zien wil goud oplicht.
Hij poetst zijn Grieks op, staat zichzelf één modern apparaat toe – het wordt niet zijn GPS, maar een Dog Dazer, om de wilde honden op het eiland op veilige afstand te houden (maar voor de zekerheid prent hij zich ook de toverspreuk ‘Páre ta skiliá’ in, zodat hij eigenaren in hun landstaal kan verordonneren hun hond terug te roepen) – , vertrouwt op de gastvrijheid van de Kretenzers en hoopt er wat de bewegwijzering betreft – hij bewandelt de E4 – het beste van en gaat op weg.
De bewegwijzering zal hem de hele reis parten blijven spelen.
‘I couldn’t quite make out how much of the route was actually visible as a path on the ground, but it was clear that the Cretan leg of E4 was in an unfinished state. The route was supposed to be way-marked with “E4” signs in yellow and black, mounted as tin cut-outs on tall poles or painted onto prominent rock along the way. But rain, sun, snow an itchy goats in search of a scratching place had worn away many of the painted signs, while most of the pole-mounted markers had been taken for souvenirs, snapped off for vandalistic fun, or shot full of holes by shepherds at target practice.’
Ik ben nog maar net onderweg en er is al alle aanleiding om me schuldig te voelen. Ook ik nam – niet bij wijze van souvenir, mijn sentimenten waren van existentiële aard – die ene keer dat ik er was een wegwijzer mee van het eiland. Hij zat met ijzerdraadjes bevestigd aan een paal op een afgelegen weg en bracht volgens mij reizigers op een dwaalspoor: Iraklion lag immers de andere kant op. Die wegwijzer staat nu, leunend op die ijzeren draadjes, op mijn boekenkast, naast een fles die volgens het etiket Metaxa moet bevatten, maar in werkelijkheid zit er geboortegrond in.
Maar zelfs als het pad van Kato Zakros tot het klooster Chrissoskalítissa volledig bewegwijzerd zou zijn, dan nog had Christopher Somerville hulp nodig gehad in de bergen.
‘The relationship between walkers and mountains is an ambiguous one, salted with paradox. A big mountain is a subtle beast. You live with it long before you meet it, picturing it ahead, lying in ambush. Yet you are aware at the same time that the mountain is actively stalking you, breathing on your neck until the hairs stand up. The temptation is to try to master it before you have even set eyes on it, to get it under control by pegging it down in a net of certainties: heights, distances, routes, gear, timings. You might as well try and net quicksilver.’
De helper die hem gezonden wordt, helpt hem niet alleen passen over, maar houdt hem ook een spiegel voor. Het gemak waarmee zijn gids bergen beklimt en kilometers maakt, doet hem beseffen dat drank desastreus is voor een wandelaar en discipline een voorwaarde.
Als het om bergen gaat is er voor mij maar een zekerheid: hoogtevrees. Ondanks dat denk ik dat ik uit de bergen kom. Dat mijn voorouders daar en niet in de stad woonden. Ik ben een geitenhoudster in het diepst van mijn gedachten.
Verder dan de uitlopers van elkaar snel opvolgende bergketens kwam ik tijdens mijn verblijf niet. Maar zelfs daar aan de rand moeten wegen grote hoogteverschillen overbruggen. Dat lukt ze door hevig langs flanken te slingeren en vervaarlijk boven afgronden te hangen. Liever dan een bijrijder was ik de lammergier die met uitzicht en overzicht boven de bergen zag zweven.
Ik lees The Golden Step met een gedetailleerde kaart van het eiland bij de hand. Ik wil de wandelaar waarheen hij gaat op de voet volgen. Dat Christopher Somerville mijn wegen kruist realiseer ik me, maar ik heb geen idee waar in het binnenland ik die acht dagen die ik als in een roes beleefde precies geweest ben. Ik was er en probeerde zoveel mogelijk indrukken op te doen. Dat deed ik intuïtief, en in afzondering. Ik sloeg alles op. Thuis begon het uitpakken. Ik deed er jaren over.
Ik zag wat iedereen en dus ook Christopher Somerville zag, maar ik beleefde het anders.
‘Gestures are crucial to understanding the tenor of a Cretan conversation. What is said can often sound furiously angry, the words spewing out in a torrent, the timbre of the voice suddenly rising and hardening in a manner that to an English listener would spell imminent trouble, a temper reaching boiling point. Non-initiates expect a punch-up to flare out at any moment. But here in Crete that’s just emphasis. The gesture, or gesticulation, is what’s all-important’,
schrijft Christopher Somerville.
‘Nu ik hier ben
hoor ik er –
zolang er niet gesproken wordt –
een beetje bij.
Van wat er wordt gezegd
versta ik geen woord:
it’s all Greek to me.
Een geanimeerd gesprek
is al snel een stevige discussie
omdat ik afga op
stemverheffingen en gebaren.
Ook het ontcijferen van de letters
kost meer moeite dan zij –
op grond van mijn uiterlijk –
verwachten.
Hier ben ik ook een buitenstaander’
schreef ik na dat bezoek aan het eiland waar mijn wortels nog ergens in de grond moeten zitten. Het gebaren zit me in het bloed en stemverheffingen zijn me ook niet vreemd.
De dagen dat ik er was, speelde ik toerist. Ik kleedde me zoals zij zich kleden, liep zoals zij lopen en ik keek zoals zij mijn ogen uit. Behalve als er Grieken in de buurt waren, dan staarde ik naar de grond. Bang om herkend te worden. Bang om iets bekends te zien.
Maar ik was geen toerist. Dat was duidelijk en werd bevestigd op het moment dat ik de vliegtuigtrap afdaalde en de warmte haar klamme armen om mij heen sloeg en ik geuren van vroeger meende te herkennen.
Ik vloog naar Iraklion vijf dagen nadat twee vliegtuigen zich in de torens van het World Trade Center in New York boorden. Mensen die van mijn aanstaande vertrek wisten, probeerden dat nieuws te verzwijgen. Dat lukte niet.
Terwijl de wereld in rep en roer was, wandelde ik daar door dorpen waar ik af en toe iets van die wereld op schermen voorbij zag flakkeren, maar ik, nieuws-gier van professie, had andere dingen aan mijn hoofd.
Christopher Somerville kan tijdens het doorkruisen van Kreta zoals hij hoopte rekenen op de gastvrijheid van vrienden, vrienden van vrienden en volslagen vreemden. Een enkeling roept hem ter verantwoording vanwege de bombardementen op Kosovo en de onrust die daardoor in het grensgebied ontstaat. Aan Christopher Somerville gaat de actualiteit niet voorbij. Hij wijdt er over uit. Zoals hij het ook uitgebreid over de hele oude geschiedenis – de opkomst en ondergang van de Kretenzische beschaving – en het meer recente verleden – de seriële overheersing door vreemde volken en het verzet tegen de Duitsers – heeft, waardoor The Golden Step uiteindelijk ondanks zijn openhartigheid en het delen van zijn indrukken een veel minder persoonlijk reisverslag is dan ik had gedacht.
Geruststellend is wel dat ik de geschiedenis voor zover hij die opdist ken. Het eiland dat hij bewandelde, komt mij heel bekend voor.
The Golden Step: A Walk through the Heart of Crete
Christopher Somerville
London: Haus Publishing, 2007
ISBN 978-1-904950-97-4
Dit is een bewerking van een artikel dat eerder op De Contrabas stond.
Leave a Reply