Ascona: bezield paradijs – Enno van der Eerden
Hoewel ik me van ons verblijven daar weinig herinner – het is zelfs heel goed mogelijk dat er beelden uit andere vakanties in mijn film over de zomers aan het Lago Maggiore geslopen zijn – is het daar dat mijn idee van vakantie vieren vaste vorm begon aan te nemen. Alles was er anders dan thuis, kamperen in niets te vergelijken met spelen in de tent in de tuin.
Het waren voor mijn broer en voor mij onze eerste vakanties in het buitenland. Vakanties die begonnen met de opwinding van het midden in de nacht wakker gemaakt worden om voor dag en dauw te kunnen vertrekken. Ver voordat we onze plaats van bestemming bereikten, veranderde het landschap van vlak in glooiend in bergachtig. Pas als er in de verte eeuwige sneeuw op de toppen lag, waren we er bijna. Ondertussen speurde ik tussen het groen op de bergwanden naar vallend water.
De eerste jaren bleven we aan de Zwitserse kant van de grens en was Locarno het doel van de reis. Een paar jaar later staken we het meer over – niet letterlijk, we reden gewoon meer kilometers – en sloegen we onze tenten op in Luino (dat wist ik niet meer, maar toen die naam in Ascona: bezield paradijs van Enno van der Eerden viel, ging er een lampje branden). Een zomer later belandden we in Lugano en weer later in Lido di Jesolo. Het Lago Maggiore had afgedaan, waarom weet ik niet.
Waarom we aanvankelijk naar Zwitserland gingen en niet naar zee, dat weet ik ook niet. Ik weet wel dat mijn broer en ik niet bij de keuze betrokken werden: de tijd dat er met kinderen overlegd of onderhandeld werd over de vakantiebestemming was nog niet aangebroken.
Pas sinds kort weet ik hoe populair onze bestemming was. Het idee dat ik er mensen die ik pas veel later in mijn leven ontmoette daar toen al had kunnen tegenkomen, prikkelt mijn fantasie.
Voordat het meer toevallig ter sprake kwam met vrienden, kennissen en collega’s was er het weerzien in de literatuur. Dat Doeschka Meijsing ook ergens aan dat water was toen ik er was, al was het dan aan de andere kant van de grens …
In De weg naar Caviano herkende ik het gevoel dat ik als kind niet onder woorden hoefde te brengen omdat ik in alle onschuld genoot zonder daar verder bij na te denken.
Misschien werden mijn ouders net als de ouders van haar personage getipt door mensen uit hun omgeving:
‘Mijn ouders huurden het rode huis voor het eerst in 1952. Van een bevriende kennis met een avontuurlijker inborst dan mijn vader hadden ze te horen gekregen dat er daar – ver weg in het Zuiden – een streek bestond die het paradijselijke benaderde. Ongerept, arm, maar met een veelkleurige schoonheid waar wij geen weet van hebben.’
Behalve dan dat mijn ouders dus aan de Zwitserse kant bleven en ik me niet kan herinneren dat het daar ongerept en arm was. Eerder overdreven opgeruimd en schoon.
Herinneren, daar gaat het om in De weg naar Caviano. En er worden herinneringen getoetst. Dat kan alleen door terug te keren naar toen:
‘Nu zat ik op het terras voor het rode huis tegenover het kerkplein, op een klein stoeltje met rieten zitting, mijn voeten op de sporten, mijn ellebogen gesteund op mijn knieën, en keek naar beneden, naar het doodstille oppervlak van het Lago Maggiore. De bergen aan de overkant hadden hun dageraad-roze verloren en vertoonden het vermoeide geelgroen van de nazomer. Een licht wolkendek dempte de geluiden die er toch al niet waren. De zomergasten waren vertrokken en de dorpsbewoners waren óf nog niet terug uit de zomerhutten boven of, voorzover ze hadden verdiend aan het toerisme op hun beurt vertrokken naar andere vakantieoorden.’
Anders dan dat personage van Doeschka Meijsing ben ik er nooit meer naar het Lago Maggiore teruggekeerd. Daarom was ik zo benieuwd naar Ascona: bezield paradijs, want wie in Lugano verbleef, kwam ook in Ascona. Ascona was vlakbij.
Ik moet er dus geweest zijn. Maar te klein als ik was, heb ik niets onthouden van de stad en de omgeving. Enno van der Eerden is heel precies in zijn omschrijvingen, maar hoe graag ik ook wil en hoe diep ik ook graaf: nergens haakt wat hij vertelt aan wat ik al dan niet bewust heb opgevangen.
Voordat het de toeristen waren die Ascona wisten te vinden, waren het wereldverbeteraars, kunstenaars en ballingen die er kwamen en niet zelden bleven. Een bonte stoet wereldverbeteraars stapte daar voor mij door de straten. Sommigen – en niet de minsten – had ik er tegen kunnen komen. Ben ik misschien wel tegengekomen.
Naar de aantrekkingskracht van dat Ancona voor al die vogels van zo verschillend pluimage ben ik met terugwerkende kracht benieuwd, en Ascona: bezield paradijs is daarbij een handig hulpmiddel. En dat terwijl Enno van der Eerden niet afreisde naar Zwitserland maar archieven indook, hoewel hij wel een paar keer ging kijken.
‘Verlaten maar vooral verstild. Dat is mijn eerste indruk, nadat ik halverwege de middag mijn auto heb achtergelaten in een van de parkeerhavens aan de zijkant van het hotel op de Monte Verità. Beneden in het dorp, waar ik eerder die dag mijn eerste ronde heb gemaakt, zitten op de Piazza de terrassen vol en slenteren toeristen in de aangename najaarszon door de Via Borgo en de smalle dorpsstraatjes. Aan de Monte Verità lijkt deze drukte voorbij te gaan. Het verbaast me, want het rustieke terras biedt een wonderschoon uitzicht over het langgerekte meer.’
Voor toevallige passanten en doorsnee-toeristen heeft Ascona haar glans nog niet verloren, maar Ascona is Ascona niet meer:
‘Veel van de ooit zo baanbrekende schrijvers en kunstenaars hadden de aansluiting met een breed publiek verloren en sleten hier hun oude dag, in de geruststellende zekerheid dat de waarde van hun woningen verveelvoudigd was. De waarheidsvinders, de paradijsvogels en de levensgenieters van weleer waren verdwenen of met lange grijze haren vergroeid met hun gedateerde leefwijzen en curieuze bezienswaardigheden geworden. De idealen die hier ooit gekoesterd werden, bleken voorgoed weggevloeid te zijn in een nieuwe tijd met nieuwe ambities. Dat geeft de geschiedenis van Ascona een tragisch randje. Maar wat niemand hen ooit zal kunnen afnemen, is hun vaste geloof in de idealen die zij ooit op deze plaats hadden weten te verwezenlijken. De een wat meer dan de ander’,
schrijft Enno van der Eerden in zijn inleiding. Waarna hij opgewekt over de glorieuze geschiedenis van Ascona begint te verhalen.
De dichter Adriaan Roland Holst kwam er in de hoogtijdagen graag en verbleef er regelmatig. Hij schreef er over in zijn essay Bezielde dorpen. Dit is wat Enno van der Eerder daarover schrijft:
‘Daarin liet hij zijn licht schijnen over de aantrekkingskracht die ongerepte en afgelegen dorpen als Worpswede, Positano en Laren-Blaricum, maar ook zijn eigen woonplaats Bergen en Ascona door de jaren heen uitgeoefend hadden op schilders en dichters. Helaas leidde deze charme, zoals Erich Mühsam een halve eeuw eerder al voorspeld had, ook tot een onvermijdelijke teloorgang. Roland Holst zal ermee ingestemd hebben, hoewel Bergen vooralsnog aan deze doem ontkomen leek te zijn. Ascona daarentegen, het bezielde dorp waar hij zovele voetstappen had liggen, “virbreert al lang van kunstlievende miljonairs, en de sociaal-idealistische kolonie van weleer leeft er in de herinnering nog als een sage van halfzachte helden.” ’
Fotografe Marianne Breslauer, getrouwd met de kunsthandelaar Walter Feilchenfeldt, kwam er wel, maar bleef passant. Enno van der Eerden gebruikte een van haar uitspraken als motto voor zijn boek:
‘Ascona – dat is vakantie. Overal op de wereld vechten de mensen om hun bestaan, om hun dagelijks brood, om hun welzijn. In Ascona bestaat dat niet. De last van verantwoordelijkheid is daar van ons weggenomen. En wij voelen ons licht. Wij hebben geen angst meer voor het leven. Er is geen morele ballast. We doen wat we willen doen – en verder niets. Althans, we denken dat we alleen maar doen wat we willen… en eigenlijk gebeurt er in Ascona nooit iets.’
Als mijn ouders weet hadden gehad van de reputatie van Ascona hadden ze de omgeving misschien wel gemeden. Mijn vader en moeder hadden een avontuurlijker inborst dan de ouders van het personage in De weg naar Calvino maar toen ze kinderen kregen kwam hun beschermende karakter bovendrijven.
Voor mij is Ascona niet meer de enige plaats met of zonder geschiedenis waar ik geweest ben zonder weet te hebben van wat er zich allemaal heeft afgespeeld en wie er allemaal rondliepen, maar het heeft geen zin om eenmaal thuis te betreuren dat je vlakbij bent geweest.
Graven in het geheugen is niet zonder gevaar. Voor je het weet haal je valse herinneringen op.
Ik troost me met de gedachte dat ik niets concreets meer weet – of toch… een rots in het water… helder water waarin wendbare visjes tot mijn teentjes zwommen… mijn vader die het horloge koopt dat ik nu draag… – van onze vakanties aan het Lago Maggiore, terwijl het mijn meest dierbare vakantieherinneringen zijn.
Ascona: bezield paradijs
Enno van der Eerden
Bas Lubberhuizen, 2011
ISBN 978-90-5937-232-0
Dit is een bewerking van een artikel dat eerder op De Contrabas stond.
car insurance says
Most people, in many cases they do offer other types of car you toinsurance that you take your the best possible policy. While it may be overwhelmed with whenever an accident that resulted from car rental fees such as Kanetix will generate further Addfind a rate higher than your underinsured motorist insurance along with you, as a lack of road rage, theft and vandalism, then there is no need to follow that may youroil requires no action to help you establish policy limits per person, per accident. Part of your driving record for service that you do your homework. This was justified by insuredpolicies. Make sure to get the best deal. The Internet is replete with non-lawyers trying to navigate the process. You get lower rates. With the advancement of technology, the Internet thisthe perfect mix. No matter how small or paying the price of such young drivers because they would stop distracted driving and admiring a beautiful house or puppy. You get fillwill serve you well.