Hoogleraar toegepaste econometrie Philip Hans Franses – hij is vijftig – heeft uitgerekend dat schrijvers pieken op hun 44e. Of vierenveertig de uitkomst van een rekensom is, kan ik uit het bericht dat vandaag in verschillende kranten (media in het algemeen) staat niet opmaken. Philip Hans Franses heeft gekeken hoe oud de 89 inmiddels overleden winnaars van de Nobelprijs voor Literatuur waren toen ze hun belangrijkste werk – hij baseerde zich daarbij op het oordeel van de jury – en komt dan op 44 uit.
Of van die 89 inmiddels overleden winnaars de meesten 44 waren op het moment dat ze hun belangrijkste boek schrijven of dat 44 het gemiddelde is van de leeftijden waarop de 89 schrijvers die titel publiceerden melden de media niet (ook lees ik nergens of de incubatietijd van een roman op de een of andere manier in meegenomen in het resultaat).
Misschien kan iemand even uitrekenen hoe oud Harry Mulisch gemiddeld was toen hij… Toen hij om en nabij 44 was, verschenen De affaire Padilla en De toekomst van gisteren. Het manuscript van De ontdekking van de hemel dat algemeen gezien wordt als zijn opus magnum leverde Harry Mulisch in op de dag dat hij vijfenzestig werd. Geen wonder dat Mulisch de Nobelprijs voor Literatuur niet kreeg. Hij piekte niet op tijd.
Philip Hans Franses heeft ook nog uitgerekend dat als schrijvers 44 zijn zestig procent van hun leven er op zit. Dat betekent dat een schrijver gemiddeld 73,33333333333333333333333333333 jaar oud wordt.
(In het persbericht van de Erasmus Universiteit Rotterdam lees ik dat dan niet op 0,60 van hun leven er op zit, maar op 0,57. Dat betekent dat schrijvers 77,19298245614035 jaar zouden moeten worden.)
Of pieken schrijvers als 0,57 van hun leven er op zit. In dat geval had Mulisch – hij werd 83 (en nog wat) moeten pieken toen hij 47 was. In 1974 (het jaar waarin zijn dochter Frieda geboren werd, over pieken gesproken) verschenen De vogels en Bezoekuur. Het jaar daarna verscheen Twee vrouwen.
U merkt: ik weet niet zo goed wat ik met dit (soort) onderzoek moet (en van het persbericht word ik niet wijzer).
Wat toegepaste econometrie precies is (econometrie is toegepaste wiskunde) en waarom mensen die die tak van wetenschap bedrijven onderzoek doen naar piekmomenten bij kunstenaars en wetenschappers – Philip Hans Franses vond eerder al dat schilders pieken op hun 42e en wetenschappers rond hun 30e – en wat de waarde van dergelijk onderzoek is: ik heb geen idee.
Het onderzoek van Philip Hans Franses is binnenkort te lezen in het Creativity Research Journal, wie weet snap ik dan waar het allemaal goed voor is.
Leave a Reply