Waar de gedachte vandaan kwam, weet ik niet. Zij kwam op toen ik aan de wandel was. Ik maakte me oprecht zorgen, maar zolang ik onderweg was, kon ik niets uitrichten. En toen ik eenmaal weer thuis was, bleek dat ik me voor niets zorgen had gemaakt.
Vlak voordat ik de deur uitging had ik kennis genomen van de nominaties voor de Bob den Uyl Prijs 2014. Dit zijn de zes titels de kans maken om door de jury uitgeroepen te worden tot het beste reisboek van het afgelopen jaar:
Joris van Casteren – Een been in de IJssel
Marcel van Engelen – Het kasteel van Elmina
Raoul de Jong – De grootsheid van het al
Lieve Joris – Op de vleugels van de draak
Rudi Rotthier – De naakte perenboom: op reis met Spinoza
Laura Starink – Duitse wortels
Waar ik me, terwijl ik van a naar b liep (om me daarna per trein van b naar c te verplaatsen, daar over te stappen om verder te reizen naar d om daar nog een keer van trein te wisselen naar e), zorgen over begon te maken was de toekomst van de Bob den Uyl Prijs. Zou dat op termijn wel een prijs blijven voor het beste reisboek of zou hij – vroeg of laat – verworden tot een oeuvreprijs?
Durft de jury ook op de lange termijn de reisschrijvers pur sang onder de genomineerden te passeren als het boek dat ze dat jaar schreven het op grond van genrebegrenzing en kwaliteitscriteria niet haalt bij de voltreffer van een gelegenheidsreisschrijver?
Ik schreef dat ik niet wist waar die gedachte vandaan kwam, maar ik vermoed dat het de bonte verzameling genomineerden geweest moet zijn. Terwijl ik aan de wandel was en met mijn denken alle kanten op kon omdat er niets voorhanden was om mijn hersenspinsels te verifiëren (voor de duidelijkheid: mijn telefoon is niet zo smart. Ik kan er mee bellen, dat is het wel zo ongeveer) meende ik mij te herinneren dat de Bob den Uyl Prijs de laatste jaren – dit in tegenstelling tot eerdere edities, een enkele uitzondering daargelaten – vooral aan gearriveerde reisboekenschrijvers was toegekend.
Eenmaal thuis bleek het wel en niet mee te vallen: de reisschrijvers zijn minder dominant aanwezig dan ik dacht, maar de grote namen rukken op. Dit zijn de winnaars tot nu toe:
2004: Rudi Rotthier – De Koranroute
2005: Renée Postma – Midden-Europa achter de schermen: van Habsburg naar Brussel
2006: Bart Rijs – Het Hemels Vaderland
2007: Jannie Regnerus – Het geluid van vallende sneeuw
2008: Dick Wittenberg en Jan Banning – Binnen is het donker, buiten is het licht
2009: Martin Bril – De kleine keizer
2010: Minka Nijhuis – Birma: land van geheimen
2011: Cees Nooteboom – Scheepsjournaal
2012: P.H. Thomése – Grillroom Jeruzalem
2013: Carolijn Visser – Argentijnse avonden
Maar stel nu dat de jury in al haar wijsheid besluit de Bob den Uyl Prijs 2014 toe te kennen aan Lieve Joris, Rudi Rotthier of Laura Starink?
Dan slaat wat mij betreft de balans door (naar de dubieuze kant) en vrees ik dat ik dit stukje weer helemaal van voren af aan moet beginnen.
Leave a Reply