Vorige week laaide zij weer op: de discussie over wie er op 4 mei herdacht mogen worden. Is ‘Dodenherdenking’ alleen bedoeld om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te gedenken of mogen ook de slachtoffers van alle oorlogen en vredesoperaties daarna delen in de aandacht.
Vorig jaar schreef ik er een klein stukje over: 4 mei, 20.03 uur, waarin ik me afvroeg of ik dit jaar tijdens die twee minuten stilte nog wel mag denken aan mijn oom die sinds 18 juli 1951 vermist is.
…
Ik weet niet meer wie mij leerde op 4 mei twee minuten stil te zijn.
Het ligt voor de hand te denken dat mijn ouders dat deden, maar misschien hadden zij er hulp bij nodig, juist omdat ze de oorlog hebben meegemaakt.
Op school kregen en lazen we waarom de tram stil stond… van W.G. van de Hulst jr. De druk die ik heb, is uit 1971.
Ik heb waarin de tram stil stond… het afgelopen uur herlezen. Het verhaal en de tekeningen kwamen me nog heel bekend voor. Zo heb ik de doden leren herdenken.
waarom de tram stil stond… gaat maar over één oorlog. Dé oorlog.
‘Dit boekje wil de kinderen enige inhoud geven aan de begrippen oorlog en bevrijding. Daarom is het geen gedocumenteerd verslag. Daarom ook speelt het verhaal zich af in het heden, zo dat de laatste oorlog voor hen niet vervaagt in de nevelen van de vaderlandse geschiedenis. Ieder kind dat het leest zou het zelf beleefd kunnen hebben’, schrijft de schrijver ter begeleiding.
…
Toen ze in 2012 Zomergaste was, zei sociologe Jolande Withuis dat de ‘hutspotherdenking’ die ‘Dodenherdenking’ geworden is, iets zegt over de status die de Tweede Wereldoorlog heeft.
…
Ik geloof dat ik er vrede mee zou kunnen hebben als de vierde mei weer gereserveerd wordt voor wie tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven liet, als de voorstanders van dat standpunt zich minder op de exclusiviteit van hun leed zouden laten voorstaan.
…
In Erkenning: van oorlogtrauma naar klaagcultuur (2002) kijkt Jolande Withuis kritisch naar het verband tussen (het uitblijven van) erkenning en de blijvende psychische schade die oorlogen aanrichten.
‘Het is een gangbare veronderstelling geworden dat de kilte en de stilte, ofwel het gebrek aan “erkenning” gedurende de wederopbouwjaren, in hoge mate debet is geweest aan het langdurig voortbestaan van aan de oorlog gerelateerde psychische stoornissen. En het was juist dat psychisch leed, het trauma, waardoor de oorlog sinds de jaren zeventig zo hevig in de publieke aandacht kwam.
Omgekeerd vond dankzij de oorlog ook het begrip “trauma” zelf ingang in het alledaagse spraakgebruik.’
…
De laatste alinea van Erkenning: van oorlogstrauma naar klaagcultuur luidt:
‘De huidige traumacultuur roept weerzin en cynisme op. Doordat de overassertieve pseudo-slachtoffers de echte hebben overstemd, dreigt de winst van onze kennis over trauma en traumatisering verloren te gaan. Als we niet oppassen, gaan we binnenkort slachtoffers weer voorhouden dat ze niet zo moeten zeuren.’
Is dat wat ik doe als ik vind dat de nabestaanden van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog zich niet op de exclusiviteit van hun leed moeten laten voorstaan?
…
Een paar dagen geleden probeerde ik al wandelend mijn gedachten te ordenen.
Dat ik gaandeweg in de Amsterdamse Rivierenbuurt belandde, was min of meer toeval. Dat ik op het Merwedeplein even stil stond niet.
…
Als ik op 4 mei om acht uur ’s avonds twee minuten stil sta en stil ben, is dat niet omdat er in mijn familie doden te betreuren zijn vanwege de Tweede Wereldoorlog.
Voor mij staan die twee minuten voor solidariteit. Ze maken een collectief statement mogelijk. Al die mensen die zich door stil te zijn verzetten tegen oorlog en onderdrukking…
…
Ik weet het… Ik heb de oorlog niet meegemaakt… Ik heb geen recht van spreken.
…
Hoe vaak ik me niet heb afgevraagd hoe oorlog klinkt… maar nooit tijdens die twee minuten.
Als tijdens die stilte vogels fluiten, weet ik dat het vrede is. Daar heb ik 5 mei niet voor nodig.
Daarom zet ik op 4 mei even voor acht uur de ramen wagenwijd open. Om de stilte zo goed mogelijk te kunnen horen.
…
Wat mij tijdens de oplaaiende discussie over wie er wel en wie er niet herdacht mogen worden tijdens ‘Dodenherdenking’ opviel was hoe weinig respect er was voor de goede bedoelingen van anderen. Hoe oprechte intenties in twijfel getrokken werden. Hoe de werkelijkheid geweld aan gedaan werd.
…
Slachtoffers hebben recht op erkenning – nee, ik vind niet dat zij zeuren – maar heeft niet iedereen die daar klaar voor is recht op een verzoening met het verleden…
P. van de Wiel says
Mooi, eerlijk stuk, Liliane. Helaas zijn we niet in staat om het ongeluk en leed van de vluchtelingen en slachtoffers (ik bedoel vooral Joden, Sinti’s en andere om politieke, religieuze en racistische redenen vervolgden) te verplaatsen in de grote stroom vluchtelingen van deze tijd.. Zij lijden evenveel en we geven ze weinig kansen.