De realiteit is hard: het sprookje van Kenau is uit, maar gelukkig hebben we de feiten nog
Het is – ruim drie weken na de première – stil geworden rondom Kenau, de film
die regisseur Maarten Treurniet maakte op basis van het scenario van Karen van Holst Pellekaan en Marnie Blok. En dat terwijl er voordien zoveel aandacht in de media was.
Met net iets meer dan zestigduizend bezoekers, die samen € 358.862,00 in het laatje brachten, kan geconcludeerd worden dat Kenau ondanks alle aandacht vooraf – de gebruikelijke free publicity, vermeerderd met de aandacht voor aanverwante deels door de filmproducent gefinancierde projecten (de roman Kenau van Tessa de Loo; de jeugdroman Kathelijne van Kenau van Lydia Rood, tentoonstellingen in en om Haarlem en het vooruitzicht van een opera) – geflopt is.
De droom van Karen van Holst Pellekaan en Marnie Blok die tien jaar ijverden voor ‘een vrouwelijke Braveheart’ is in duigen gevallen.
Ook de particuliere belastingplichtigen in Nederland die in de film investeerden, zullen not amused zijn. Ze hadden gewaarschuwde mensen moeten zijn: ‘Het rendement op uw participatie wordt gevormd door een samenstel van twee componenten: enerzijds de opbrengsten uit exploitatie die de film zal genereren en anderzijds de mogelijke fiscale voordelen van een participatie in het Kenau Filmfonds. Aangezien het rendement rechtstreeks samenhangt met de opbrengsten van een film, zoals via de bioscoop, de zogenaamde boxoffice, of via de verkoop van DVD’s, hangt uw rendement nauw samen met het succes van een film’, staat er in de ‘aanbiedingsfolder’.
Of de opbrengst van de film zo laag is omdat de film zo slecht is als sommige recensies mij willen doen voorkomen, weet ik niet. Ik ben ook niet geweest. Niet vanwege die recensies, maar omdat ik op basis van al die aandacht vooraf zeker wist dat het niet mijn soort film is.
Kenau en Kathelijne van Kenau las ik wel. Net zoals ik Kenau en Magdalena: vrouwen in de tachtigjarige oorlog van Els Kloek las.
Konden Tessa de Loo en Lydia Rood – net als Karen van Holst Pellekaan en Marnie Blok – zich beroepen op dichterlijke vrijheid, dat kan Els Kloek niet. Een historica – zelfs een ‘onderneemster in geschiedenis’ – moet zich nu eenmaal aan de feiten houden.
Uit wat ik uit alle media-aandacht opmaakte, zijn er over Kenau Simonsdochter Hasselaer niet zo heel veel feiten voorhanden. Maar als ik Kenau en Magdalena: vrouwen in de tachtigjarige oorlog lees, vind ik dat nog wel meevallen. Althans: het is mogelijk om op basis van wat wel bekend is over haar, Haarlem en de oorlog die gevoerd werd Kenau Simonsdochter Hasselaer in te passen in de geschiedenis en haar rol tijdens het bezet van Haarlem, en zelfs een groot deel van haar leven daarna, te reconstrueren.
Dat is de keuze die Els Kloek maakt: in haar boek worden zowel Kenau Simonsdochter Hasselaer als Magdalena Moons tegen de achtergrond van de tijd waarin zij leefden geportretteerd; ze zoomt in op hun rol in respectievelijk het beleg van Haarlem en Leiden en zoomt daarna weer uit om ook aandacht te kunnen besteden aan hoe Kenau en Magdalena door de eeuwen heen in historische en culturele bronnen ter sprake kwamen. Want ook die representatie is veelzeggend als het om beeldvorming gaat, zowel in hun eigen tijd als in de eeuwen daarna.
Interessanter dan de genealogie van Kenau of haar beroepsmatige activiteiten – al zijn die juist in het beleg van Haarlem van wezenlijk belang (niet voor niets luidt de ondertitel van een van de hoofdstukken: ‘een strijdbare zakenvrouw’) – is hoe Els Kloek zoekt naar bijvoorbeeld het zelfbeeld van Kenau Simonsdochter Hasselaer. Uit een verzoekschrift van Kenau aan de stad Haarlem waarin ze om betaling van openstaande rekening vraagt, destilleert Els Kloek hoe Kenau zichzelf zag in relatie tot de stad die ze hielp verdedigen:
‘Kenau zag zichzelf dus als een “goede patriot” en iemand die tot het laatst had gestreden en na de overgave van de stad moest vluchten. Met het akkoord, een eufemisme voor de overgave van 13 juli 1573, lijkt ze het met haar toevoeging “God betert” na dertien jaar nog steeds niet eens.’
Els Kloek is een historica die nadruk legt op de rol van vrouwen in de geschiedenis – de pagina’s over Kenau Simonsdochter Hasselaer worden in Kenau en Magdalena: vrouwen in de tachtigjarige oorlog voorafgegaan door een uitgebreid deel over de politieke situatie die de aanleiding vormde voor de betreffende oorlog. Zowel in de hoofdtekst als in de zowel illustratieve als verdiepende kaders besteedt Els Kloek uitgebreid aandacht aan vrouwen die daarbij collectief en/of individueel een rol speelden ondanks de beperkingen die hun vanwege hun geslacht waren opgelegd – en vanuit dat perspectief kijkt zij naar de feiten en ook naar eerder gegeven verklaringen voor die feiten, zoals bijvoorbeeld het waarom van het vertrek van Kenau uit Haarlem:
‘Kenau stond niet op de lijst van burgers die waren uitgezonderd van Alva’s pardon, zoveel is zeker, maar mij lijkt het niet terecht dit gegeven te gebruik als argument om haar rol bij de verdediging van de stad in twijfel te trekken, zoals archivaris Gerda Kurtz doet. Er stond geen enkele vrouw op die lijst, en het zou de Spanjaarden ook hun eer te na zijn geweest: toegeven dat de beste soldaten van de wereld last hadden gehad van een vrouw, dat was ondenkbaar. Dat neemt niet weg dat Kenau van het nieuwe regime weinig heil te verwachten had. Het kan zijn dat ze de stad ontvluchtte, zoals zoveel anderen. Ook is het goed mogelijk dat ze op het moment van de overgave op reis was en daarom niet terugkeerde.’
Ook Els Kloek moet, dat blijkt, regelmatig een voorbehoud maken, omdat er ondanks de feiten lacunes zijn. Maar waar de schrijfsters van het scenario, de roman en de jeugdroman witte plekke opvullen met verbeelding, plaatst Els Kloek mogelijke verklaringen naast elkaar of blijft zij het verlossende antwoord schuldig.
In Kenau – de film – en Kenau – de roman – speelt de Haagse/Leidse Magdalena Moons een ‘bijrol’. Een bijrol in de zin van: ze is minder prominent aanwezig dan Kenau Simonsdochter Hasselaer, maar haar aandeel in de strijd is niet te verwaarlozen. Bij Els Kloek is sprake van parallelle levens aan de hand waarvan ze tekortkomingen in de wetenschap die geschiedenis is aan de orde stelt.
In het aan Magdalena Moons gewijde deel van het boek – volgens de historica is haar verhaal ‘hét echte vrouwenverhaal met betrekking tot het beleg van Leiden’ – gaat het Els Kloek om de rol die Magdalena Moons als ‘vrouw van’ legeraanvoerder Vladez mogelijk gespeeld heeft bij het beleg van Leiden. Centraal staat de vraag in hoe het in twijfel trekken van haar huwelijk Valdez en (het ontbreken van) de waardering voor haar aandeel in het ontzet van Leiden samenhangen.
Ook in haar geschiedenis blijken essentiële feiten te ontbreken.
‘Over de rol die Magdalena Moons heeft gespeeld, en wanneer, geven de primaire bronnen geen uitsluitsel. In de latere overlevering is het etentje waarbij ze Valdez overhaalde om zijn aanval nog een paar dagen uit te stellen, geplaatst aan het eind van september. Men wist immers dat de wind juist toen was gaan draaien, en dat de Spanjaarden drie dagen later op de vlucht waren geslagen. Dat kwam dus mooi uit met die drie dagen uitstel’,
maar de mening zijn verdeeld, er doen ook andere verhalen de ronde.
Waar het Els Kloek in dit deel van haar boek om te doen is, is duidelijk maken wat (de oorzaken en) gevolgen zijn van het ontbreken van de daden van vrouwen in primaire bronnen voor het toekennen van belang aan de rol en betekenis van vrouwen in de geschiedenis.
‘Verhalen als dat van Magdalena Moons waren in hun perspectief [de heren historici, lw] bij voorbaat vrijwel kansloos om te overleven, want: niet in de bronnen geboekstaafd. Wat de heren zich niet realiseerden, was dat op die manier de historische rol van vrouwen bijna per definitie uit het zicht raakte – een enkele vorstin daargelaten. Of het nu ging om Kenau of Magdalena Moons: bewijs het maar eens!
Zo komen we bij een interessant fenomeen: historici verweten amateurs een vooringenomen blik omdat ze met hun eigen familie bezig waren en bleven vasthouden aan oude verhalen, maar voor hun eigen geborneerdheid hadden ze totaal geen oog.
Anders gezegd, zoals genealogen zich blind staarden op hun heroïsche voorouders, zo staarden historici zich blink op de bronnenkritiek. Dat de vakbroeders in hun zucht naar wetenschappelijkheid de rol van vrouwen in het verleden systematisch negeerden, kwam niet eens in hen op: zo “masculien” was hun wereldbeeld.’
(In zekere zin komt dit overeen met wat Jolande Withuis in Juliana’s vergeten oorlog constateert als zij het heeft over het door historici onderbelichte optreden van prinses Juliana tijdens haar verblijf overzee tijdens de Tweede Wereldoorlog.)
Els Kloek wilde net zoals zij dat vorig jaar deed met 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis – een boek waaraan velen bijdroegen, ook mannen: ‘(…) ben hard op zoek naar werk. Dat levert soms leuke opdrachten op: ik sta met vier lemmata in het lexicon 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis: Josepha Mendels, Hanny Michaelis, Victorine Hefting en Germaine Groenier’, mailde Joris van Groningen op 17 februari 2013 aan Renée de Rijk (en dat las ik in T&kst, een bundel teksten verschenen een jaar na de sterfdag van Joris van Groningen) – de zichtbaarheid van vrouwen in het verleden van Nederland vergroten (dit keer zonder het kort te moeten houden).
Er is over Kenau Simonsdochter Hasselaer en Magdalena Moons te weinig bekend om volwaarde biografieën aan hen te wijden. Els Kloek laat zien dat dat ook niet nodig is. Juist omdat het wel aan feiten maar niet aan meningen ontbreekt is Kenau & Magdalena: vrouwen in de Tachtigjarige Oorlog zo’n boeiend boek geworden. In plaats van leemtes op te vullen met aannames, laat Els Kloek zien hoe die leemtes hebben kunnen ontstaan en vervolgens tot in lengte van jaren doorwerken, soms in het voordeel en soms in het nadeel van een historisch persoon. Beeldvorming is van alle tijden.
Maar of het nu over vrouwenlevens gaat of niet: Kenau & Magdalena: vrouwen in de Tachtigjarige Oorlog is een gedegen geschiedenisboek – voor velen niet zozeer een opfriscursus maar een eerste kennismaking met een belangrijke periode uit de ‘vaderlandse’ geschiedenis – vlot geschreven, prettig leesbaar, aangenaam geïllustreerd (woord en beeld) maar wel met een hoge informatiedichtheid. Ik vond dat niet erg, aan mij is dat zeer besteed. Maar het is geen bladerboek of naslawerk zoals 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis.
Dat Kenau & Magdalena er net als 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis mooi uitziet, wil ik niet onvermeld laten. Beide boeken werden vormgegeven door Irma Boom. Dat de bladspiegel heel vol is, voeg ik voor de volledigheid toe.
Leave a Reply