Nobelprijswinnaar John.M.Coetzee lijstduwer voor de @partijvddieren bij de Europese verkiezingen #primeur
— Marianne Thieme (@mariannethieme) 30 maart 2014
De Zuid-Afrikaanse schrijver J.M. Coetzee is een van de prominente lijstduwers op de kandidatenlijst van de Partij voor de Dieren voor de Europese verkiezingen. Hij is niet de enige buitenlander – er staat ook een Amerikaan en een Canadees op – hij is ook niet de enige schrijver. Ook Maarten Biesheuvel, A.F.Th. van der Heijden, Jan Siebelink en Mensje van Keulen staan op de lijst.
Of J.M. Coetzee zelf een actief dierenrechtactivist is, weet ik eigenlijk niet. Hij creërde er wel een: Elizabeth Costello. Zij is de leading lady in Elizabeth Costello /Dierenleven. Eigenlijk is dat één boek, maar vanwege een rechtenkwestie is het in Nederland niet gelukt om nadat Dierenleven – oorspronkelijk: The Lives of Animals: the Tanner Lectures on Human Values – in de vertaling van Joop van Helmond en Frans van der Wiel bij Ambo verscheen, de tekst later alsnog in de vertaling van Elizabeth Costello die door Cossee werd uitgegeven te integreren. Om mijzelf eraan te herinneren wanneer ik tijdens het lezen van Elizabeth Costello Dierenleven moet lezen, heb ik op bladzijde 75 een aantekening gemaakt: ‘nu eerst de twee lezingen uit Dierenleven’.
Elizabeth Costello is schrijfster en erg begaan met het lot van dieren. Ze voert een kruistocht tegen dierenleed, zeer tot ongenoegen van haar zoon John Bernard, die waardering heeft voor haar literaire prestaties maar haar veel te uitgesproken vindt als ze het opneemt voor de dieren.
Om haar standpunten aangaande dieren kracht bij te zetten houdt Elizabeth Costello lezingen. In Dierenleven, dat bestaat uit twee hoofdstukken: De filosofenen de dieren en De dichters en de dieren – neemt ze geen blad voor de mond.
In De filosofie en de dieren wil ze haar toehoorders een opsomming van de verschrikkingen van het leven en dood van dieren besparen. Dat doet ze, maar meteen daarna heeft ze het over Treblinka, om zich vervolgens voor de manke vergelijking te verontschuldigen:
‘Nogmaals, vergeef me. Dat is het laatste goedkope punt dat ik zal scoren. Ik weet hoezeer dit soort gepraat mensen polariseert, en goedkoop punten scoren maakt het alleen meer erger. Ik wil een manier vinden om medemensen aan te spreken, die niet verhit is maar koel, niet polemisch maar filosofisch, die inzicht verschaft, in plaats van probeert ons onder te verdelen in rechtschapenen en zondaars, verlosten en verdoemden, schapen en boeken.
Zo’n taal staat me ter beschikking, ik weet het. Het is de taal van Aristoteles en Bentham, van, in onze tijd Mary Midgley en Tom Regan [hij is ook een van de lijstduwers op de lijst van de PvdD, lw]. Het is een filosofische taal waarin we kunnen discussiëren en debatteren over wat voor soort ziel dieren hebben, of ze redeneren of daarentegen als biologische automaten handelen, of ze rechten hebben ten opzichte van ons, of dat wij slechts plichten hebben ten opzichte van hen. Ik heb die taal tot mijn beschikking en zal er ook even mijn toevlucht toe nemen. Maar de zaak is, dat als u hier iemand haarfijn het onderscheid had willen laten uitleggen tussen sterfelijke en onsterfelijke zielen, of tussen rechten en plichten, dat u dan een filosoof had laten komen, en niet iemand die uitsluitend aanspraak op uw aandacht kan maken omdat ze verhalen over verzonnen mensen heeft geschreven.’
Elizabeth Costello houdt haar lezing. Tijdens de nazit krijgt ze veel kritiek te verduren. Haar schoondochter is een van haar felste tegenstanders.
Als zijn moeder naar bed is – Elizabeth Costello logeert bij haar zoon en schoondochter – kijken John en zijn vrouw Norma alvast vooruit naar de volgende lezing: De dichters en de dieren.
Norma vindt van alles van de opvattingen van haar schoonmoeder. Dat ‘dieren hun eigen verklaringen hebben in overeenstemming met de structuur van hun eigen geest, waartoe wij geen toegang hebben omdat we geen gemeenschappelijke taal hebben’, vindt ze een naïeve gedachte:
‘ “Het is het soort gemakkelijk, oppervlakkig relativisme warmee je op eerstejaars studenten indruk maakt. Respect voor ieders wereldbeeld, het wereldbeeld van de koe, het wereldbeeld van de eekhoorn enzovoort. Uiteindelijk leidt het tot totale verlamming. Je verdoet zoveel tijd met respecten dat je geen tijd overhoudt om na te denken.”
“Heeft een eekhoorn geen wereldbeeld?”
“Ja, een eekhoorn heeft ook een wereldbeeld. Zijn wereldbeeld omvat eikels en bomen en het weer en katten en honden en auto’s en eekhoorns van het andere geslacht. Het omvat een verklaring van hoe deze verschijnselen op elkaar inwerken en hoe hij erop zou moeten reageren om te overleven. Dat is alles. Verder is er niets. Dat is de wereld volgens de eekhoorn.”
“Weten we dat zeker?”
“We weten het zeker als je afgaat op het feit dat honderden jaren observatie van eekhoorns ons niet tot een andere slotsom heeft gebracht. Als er zich nog iets meer in de geest van de eekhoorn afspeelt, komt dat niet tot uiting in waarneembaar gedrag. Alles welbeschouwd is de geest van een eekhoorn een zeer eenvoudig mechanisme.” ’
Onderweg naar haar laatste optreden voeren moeder een zoon een gesprek:
‘ “Geloof je echt, moeder, dat door poëziecolleges de slachthuizen zullen worden opgeheven?”
“Nee.”
“Waarom die je het dan? Je zei dat je het hoogdravende gepraat over dieren, waarin met spitsvondigheden wordt aangetoond dat ze al dan niet een ziel hebben, beu was. Maar is poëzie niet gewoon een ander soort hoogdravend gepraat: het bewonderen van de spieren van grote katachtigen in versvorm? Was je argument over al dat gepraat niet dat het niets verandert? Volgens mij is het gedragsniveau dat je wilt veranderen te elementair, te fundamenteel om door taal bereikt te kunnen worden. Het eten van vlees is een uiting van iets wat bij mensen diepgeworteld zit, net als bij jaguars. Je zou een jaguar toch niet op een sojabonendieet willen zetten?” ’
In Elizabeth Costello / Dierenleven mag dan veel aandacht naar dierenleed en dierenrechten, de roman gaat net als veel van de roman die J.M. Coetzee schreef ook over het schrijven zelf.
Daarom koos Marlene van Niekerk het personage Elizabeth Costello als reisgezelschap in haar oratie – The Fellow Traveller (A True Story), uitgesproken op 15 januari 2008 bij het aanvaarden van de Afrika leerstoel aan de Universiteit Utrecht, faculteit Geesteswetenschappen. Haar leeropdracht: ‘De positie van de romanschrijver in post-apartheid Zuid-Afrika’.
Als The Fellow Traveller (A True Story) begint staat Marlene van Niekerk in Kaapstad in de rij om in te checken. Ze heeft tijd om na te denken:
‘Howe was I, an Afrikaans author who’d written just two novels, to give an overview in forty-five minutes on “The position of the Novelist in Post-Apartheid South Africa?” And yet, if I did not want to speak for the others, there was at least my own place, my own position to clarify. How was I going to wear the academic hood with its swinging golden tassle if I could not make a clean breast of it.
I was so preoccupied with all this, ladies and gentleman, that I only noticed at the very last minute that the old bird in the pink cap had now worked herself back up the queue to place right in front of me, flaunting her stick, dragging behind her on a trolley a huge shapeless carry-all, its bulk barely containable on the grid, its many straps and buckles onto the luggage of the other passengers.
An ex-actress? I wondered. She had the airs, she had the cheekbones, and she was wearing a classic blue outfit, a blue silk jacket and sturdy white Shoes – travelling Shoes – that incongruously made her look like Daisy Duck.4
Om haar tekst terug te brengen tot de maximaal toegestane spreektijd, voorzag Marlene van Niekerk haar oratie van een uitgebreid notenapparaat. Bij noot 4 vermeldt ze:
‘ “She wears her blue costume and silk jacket, her lady novelist’s uniform, and the white shoes… which somehow make her look like Daisy Duck.”p. 4, Elizabeth Costello (2003). This novel by J.M. Coetzee is used as an intertext throughout ‘The Fellow Traveller’ which is meant, among other things, as a playful little homage to this South African author in whose compass all South African writers, literary theorists and critics should, to my mind, consciously move, and orientate themselves. In this book Coetzee investigates in his clear and probing style, the problems of writing and being a writer, with reference to Africa and South Africa also. He does so in the context of questioning the field of the “humanities” and of what it means to be truly human.’
Die man – de man die zich via het dierenactivisme van een van zijn personages afvraagt wat een mens tot mens maakt – duwt dus de lijst van de Partij voor de Dieren bij de Europese verkiezingen.
Of zijn plaats op de lijst conform de regels is, is de vraag. Volgens de Partij voor de Dieren mag het, al klinkt in deze woorden op de site enig voorbehoud door:
‘Wel blijkt de Kieswet ruimte te bieden voor het op de kieslijst plaatsen van buitenlandse burgers, zelfs uit landen buiten de Europese Unie. Een mogelijkheid die niet eerder werd opgemerkt, maar die door de Kiesraad bevestigd is. De Kiesraad is na de aanvankelijke schriftelijke toestemming onzeker geworden over deze primeur en studeert nog op de Kieswet.
Naast Europese kandidaten, zal Tom Regan, Amerikaans filosoof en grondlegger van het begrip dierenrechten, als lijstduwer optreden. Datzelfde geldt voor de Canadese filosoof professor Will Kymlicka en de Zuid-Afrikaanse schrijver John. M. Coetzee, waarschijnlijk de eerste Nobelprijswinnaar ooit op een Europese kieslijst.’
Op de site van het Europees Parlement, staat op de pagina over Het Europees Parlement: verkiezingsprocedures onder de kop D. Passief kiesrecht als eerste dit:
‘Behalve de algemene eis dat kandidaten de nationaliteit van een lidstaat van de Unie moeten bezitten (met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, waar bepaalde burgers van het Gemenebest zich ook kandidaat mogen stellen voor de verkiezingen van het Europees Parlement), verschillen de voorwaarden voor het passief kiesrecht van lidstaat tot lidstaat.’
Op de site van de Kiesraad wordt onder het kopje Kandidaten als eerste dit:
Hoewel Zuid-Afrika en Canada bij de Gemenebest horen – de Verenigde Staten niet – is daarmee het laatste woord over het lijstduwerschap van J.M. Coetzee inderdaad nog niet gezegd. Tenminste, ik lees de bepaling onder D. Passief Kiesrecht zo dat alleen in het Verenigd Koninkrijk een uitzondering gemaakt wordt voor bepaalde burgers uit de Gemenebest. Voor Nederland blijft een Zuid-Afrikaan een Zuid-Afrikaan, een Canadees een Canadees en een Amerikaan een Amerikaan.
Leave a Reply