Toen ik nog bibliothecaris was, leerde ik Bianca Stigter kennen als iemand die een gelukkige hand van kiezen heeft. Samen met Tine van Buul stelde ze Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is (1990) en Ik geef je niet voor een kapersschip Met tweehonderd witte zeilen samen. Bundels met gedichten en aanverwante teksten voor kleine en grote kinderen. Ik heb die bundels menig ouder aanbevolen, en als ze weer ingeleverd werden las ik er stiekem in de baas zijn tijd een versje uit (voor).
Toen Bianca Stigter later voor de krant over kunst ging schrijven – stukken die later gebundeld werden in onder andere Goud uit stro: het menselijk lichaam als avontuur, De ontsproten Picasso: reizen door kunst en tijd en Per ongeluk expres: over kunst – ontdekte ik dat ze goed kan kijken. Of ze dan ziet dat alles gekleurd is weet ik niet, maar ze ziet wel dingen die een ander over het hoofd zou zien. Ze kan over dat kijken bovendien ook nog buitengewoon aanstekelijk schrijven.
Misschien dat niet iedereen die haar kent sinds ze haar man Steve McQueen attent maakte op 12 Years a Slave van Solomon Northup dat weet.
De aandacht die haar daardoor ten deel viel, was voor mij aanleiding om Per ongeluk expres: over kunst weer eens ter hand te nemen. Per ongeluk expres: over kunst laat zich heel goed stuk voor stuk en in willekeurige volgorde lezen, zonder dwang om op bladzijde 5 te beginnen en uiteindelijk op pagina 250 in/op Finisterre te eindigen.
Dat is op zich al een compliment, want ik ben zo’n lezer die bij voorkeur voorin begint en me dan trouw aan de door een schrijver gekozen volgorde houdt.
De afgelopen dagen las ik over ‘het niet door mensenhand gemaakt maar uit zichzelf ontstane’ rood van Anish Kapoor, over de aardbeien, asperges en bessen van Adriaen Coorte en de verwantschap tussen Lady Mondegreen en mama Appelsap.
Vanavond viel Per ongeluk expres open bij Woordwolken. Woordwolken gaat over het ‘speeltje’ van Jonathan Feinberg: Wordle, een computerprogramma dat van teksten grafische vormen maakt, waarbij het net zoals tag clouds dat op websites doen veelvoorkomende woorden groter worden weergegeven dan de woorden die minder vaak in die tekst staan.
‘Wordle is op elke tekst van toepassing, van de Odyssee tot Ulysses. De toespraken van de Amerikaanse president Barack Obama worden vaak gewordled. “Amerika” is bij hem populair, en “mensen”, “natie” en “nieuw”. Even voorspelbaar als de Bijbel, waarin het meest voorkomende woord “Heer” blijkt.’
Alleen daarom is het al de moeite waar om teksten te knippen en in Wordle te plakken. Om het taaleigene te analyseren.
Maar mij ging het vooral om de vorm die woorden in de wolk aannemen. Ik experimenteerde met twee teksten: de monoloog To be or not to be uit Hamlet van William Shakespeare (en wat blijkt: omdat Wordle uit zichzelf, tenzij anders aangegeven, ‘gewone’ woorden weglaat, valt die o zo vaak geciteerde eerste zin weg).
De tweede tekst die ik knipte en plakte is de tekst van het lied India Song. Een tekst waarin een paar woorden vaak voorkomt. De resultaten heeft u inmiddels gezien.
Leave a Reply