‘We hadden eerder naar Den Haag kunnen gaan, maar mijn moeder wachtte liever tot dinsdag, de ideale dag om te reizen. Andere dagen deugden er niet voor. In een weekeind, dat met de vrijdag al begon, was er een zwerm slordige types op de been, avonturiers, huwelijkszwendelaars, gokkers en dagjesmensen. Op de maandag was het personeel het werken nog ontwend en was het moe van de vrije tijd. Op dinsdag voelden ze zich daarover schuldig, hadden weer energie opgedaan en deden extra hun best. Ook wat betreft de passagiers was er op dinsdag niet te klagen, zeker niet als men niet te vroeg in de ochtend vertrok, niet tegelijk met de handelsreizigers. Voor hen was de woensdag bestemd, die onder bescherming stond van Mercurius, de god van de handel en de boodschapper van de goden. Wat was er op de donderdag tegen? Dat de week te ver was gevorderd, dat men eigenlijk net zo goed niet meer kon gaan, dat er een algehele sfeer van landerigheid en teleurstelling heerste waarvan het eind nog niet in zicht was.’
Wanneer Helga Ruebsamen deze passage uit Het lied en de waarheid schreef, weet ik niet. Ze werkte lang aan haar roman. Maar het is 1939 als weloverwogen wordt besloten om op dinsdag te reizen. Je zou denken dat het kiezen van de juiste dag er voor een gezelschap dat net de overtocht van Indië naar Europa gemaakt heeft – de boot legt aan in Marseille, vandaar wordt er eerst naar Parijs gereisd, en dan dus naar Den Haag – minder toe doet.
Maar juist deze observaties – dochter Louise slaat gade en tekent jaren nadien het verhaal op, af en toe verwijzend naar dingen die het herinneren in gang zetten – kenmerken het schrijverschap van Helga Ruebsamen.
Zonder de grote lijn van het verhaal en de ernst van de zaak uit het oog te verliezen, zoomt ze in op details die meer zeggen dan grote gebaren en gebeurtenissen. Die de onderlinge verhoudingen haarscherp doen aanvoelen.
Dat Helga Ruebsamen bijna tot in het oneindige aan haar verhalen bleef prutsen, maar daar merken haar lezers niet van: er mankeert niets aan haar zinnen, die lopen zo natuurlijk als wat.
Haar recente optreden in de DWDD-versie van Hier is Adriaan van Dis was voor de leden van de leeskring waar ik deel van uitmaak om Het lied en de waarheid te lezen. Om het gesprek volgende week in goede banen te kunnen leiden, herlees ik niet alleen Het lied en de waarheid. En weer ben ik getroffen door het – ondergewaardeerde – werk van Helga Ruebsamen.
Leave a Reply