Terwijl ik me verbaasde over haar afwezigheid op die prominente plek – voor wie er werkt is het heel normaal dat werken rouleren en na verloop van tijd terugkeren naar het depot (zouden Luc Tuymans en de schenkers van H.M. dat ook vinden. Misschien hadden ze net als degene die Het laatste avondmaal van Marlene Dumas aan het Rijksmuseum gaf, moeten bedingen dat ze tentoongesteld moet worden) – werden elders in het land de staatsieportretten van haar zoon, de koning, ‘onthuld’.
Onthullen is misschien een te groot woord voor het tonen van de definitieve versie van werken die in de schetsfase al te kijk hingen.
Toen was er veel te doen over tenminste een van die portretten. Iris van Dongen zou de pose waarin zij Willem-Alexander wilde vangen afgekeken hebben van een foto van Koos Breukel. Hij maakte bezwaar tegen het zonder zijn toestemming hergebruiken van dat beeld. Misschien dat ze – of anderen – daarom de voorkeur gaf – of gaven – aan een van de andere ontwerpen.
Ook nu wordt er afgedongen op het beeld van de koning. Dat hoorde ik vannacht in het tweede uur van Nooit meer slapen. Er zouden gouden regels overtreden zijn die zorgen dat een portret in evenwicht is. Willem-Alexander zou niet goed gesneden zijn.
Zoals mijn goede vader altijd zei: het is nooit goed of het deugt niet. (‘Geen job, geen kop’, zo zegt Domeniek Ruyters het.) Maar ondertussen is het natuurlijk de vraag of een staatsieportret kunst of toegepaste kunst is. Hoe functionaliteit, originaliteit en ‘schoonheid’ zich in dit geval tot elkaar verhouden en wat uiteindelijk het zwaarste moest wegen.
Tosca Niterink zei het gisteren bij Pauw & Witteman heel krachtig: ‘ik ben blij dat ik thuis geen kabinet heb’. Waarmee ze maar gezegd wilde hebben dat ze blij was dat ze er niet een hoefde op te hangen.
Dit geschreven hebbende vis ik Willem-Alexander gezien door de ogen van Erwin Olaf uit mijn portemonnee. Daarvan kende ik tot voor kort ook alleen het ontwerp. Verbeeld ik het me of heeft hij het oor van Mister Spock?
Ik verbeeldde het me. Nu het licht anders valt, ziet hij er heel erg als Willem-Alexander uit. Net zoals de man op de staatsieportretten van Femmie Otten, Rineke Dijkstra en Iris van Dongen er heel erg als een Willem-Alexander uitzien.
Hoe zou hij ze zelf vinden, die momentopnames waar wij het voorlopig voor altijd mee moeten doen…
Regisseur Mélinde Kassens volgde voor de documentaire De tweedimensionale koning de kunstenaars in de aanloop naar het staatsieportret.
Leave a Reply