Amper 36 uur voordat ik met haar het podium mag, bereikt mij het verzoek Margriet de Moor tijdens Woordnacht te interviewen over haar roman Mélodie d’amour. Op zich is 36 uur genoeg om een roman van 333 bladzijden zo te lezen dat ik er met een schrijver over kan praten zonder voor de hand liggende vragen te stellen… Dat ik uit eigen ervaring weet dat Margriet de Moor geen meegaand type is, mag de doorslag niet geven: ik gun haar en mij een herkansing.
Ik zeg ja en begin te lezen. Maak aantekeningen. Blader terug als me in een later deel van Mélodie d’amour – de roman bestaat uit vier delen waarin steeds maar een deel van de personages een rol heeft. Eigenlijk is de liefde de hoofdpersoon, maar voor Luuk is een prominente bijrol weggelegd – iets opvalt dat correspondeert of juist contrasteert met iets dat ik eerder heb gelezen. Voordat ik het weet heb ik Mélodie d’amour uit. Er is ondanks die 36 uur zelfs nog even tijd om de roman te laten bezinken.
Dan begint het nadenken over de vragen. Met die vragen moet ik de schrijfster de kans geven om het over haar boek te hebben zonder dat ze het verhaal van a tot z hoeft na te vertellen. De insteek moet zijn dieper op het boek in te gaan zonder toehoorders te verliezen, want zij zijn de potentiële lezers.
Dat het gesprek op een middernachtelijke uur plaatsvindt, neem ik mee in het componeren van mijn deel van het verhaal. Tegen die tijd moet je de hersenen niet al te veel nieuwe prikkels meer geven.
Dertig minuten hebben we. In die dertig minuten wil ik het met Margriet de Moor hebben over de vorm van de roman; de literaire mogelijkheden die ‘de liefde’ biedt om origineel te zijn; het mogen koesteren van mensen, dieren en dingen zonder aanzien des…
Ik wil graag van haar weten of het feit dat de zoon op jonge leeftijd getuige is van het liefkozen van de onderhuurster door zijn vader bepalend is voor zijn eigen overspelige natuur (is liefde een kwestie van nature of nurture? Wordt ons beeld van de liefde bepaald door de voorbeelden die we zien?)
Om straks flexibel te kunnen schakelen, afhankelijk van hoe het gesprek zich ontwikkelt, pik ik er bovendien een aantal motieven uit dat me is opgevallen: de plaatsen waar het verhaal zich afspeelt; baggeren vs. archeologie en het maken van origineel werk vs. het restaureren van wat anderen maakten; waarom woont er in elk deel iemand op zolder?; verhuizen als vorm van afscheid nemen of verworven vrijheid om ontworteld te kunnen gaan en staan?
En ik wil het zeker hebben over echt vs. mooi, omdat Margriet de Moor haar personages daar mooie maar tegengestelde dingen over laat zeggen.
Het kost me naar verhouding veel tijd voor ik die vragen in logische volgorde gezet heb. Een volgorde die bovendien garant staat voor tempowisselingen tijdens het gesprek.
Als dat werk gedaan is, laat ik ‘het’ even los.
Op het aangegeven tijdstip – dat is minder vanzelfsprekend dan het hier nu staat – betreden wij het podium en al snel blijft er weinig over van het verhaal dat ik in mijn hoofd had. Hoewel Margriet de Moor niet nalaat mij te complimenteren met de zorgvuldige manier waarop ik haar roman gelezen heb; de interessante dingen die ik ter berde breng en de scherpe vragen, gaat ze met de meeste van haar antwoorden aan de intentie van mijn vragen voorbij. Ze neemt het heft in handen, volgt haar eigen koers. Alsof ze bang is dat ik in een hinderlaag zal lokken.
(Natuurlijk weet ik dat niet zeker, en waarschijnlijk psychologiseer ik nu veel te veel. Psychologiseren is precies waar Margriet de Moor een hekel aan heeft: ‘Le comment n’est pas le pourquoi’. Het hoe is nooit het waarom. Niet voor niets koos ze deze zin van Francis de Miomandre (ook in Frankrijk een volslagen onbekende schrijver: dat zijn niet mijn woorden, maar die van Margriet de Moor) als motto voor Mélodie d’amour.)
Het is jammer dat Margriet de Moor liever geen voorgesprek wilde. Dat ik niet de kans kreeg haar uit te leggen hoe ik haar via de vragen langs voor mij markante punten in haar boek wilde loodsen, met maar een intentie: haar alle ruimte geven om haar verhaal te vertellen.
Het had zo’n mooi verhaal kunnen worden. Ik begon er zelf al helemaal in te geloven.
Leave a Reply