Ik had een plan. Hoewel het uit nood geboren was vond ik het best een goed plan. Na een avond beroepsmatig in festivalverband in het gezelschap van schrijvers verkeerd te hebben, zou ik – omdat ik niet meer naar huis kon – de nacht bloggend gaan doorbrengen op Schiphol. Van daar zou ik verslag doen van de ontmoetingen in de voorbije uren.
Bovendien – dacht ik vilein – zou ik dan en passant ook nog knipogend afrekenen met Alain de Botton. Sinds Het nieuws: een gebruiksaanwijzing en Art is therapy ben ik een beetje op hem uitgekeken en neem ik zijn ideeën niet meer zo serieus – de ongezouten mening die Joost Zwagerman vlak voordat hij na zijn voordracht over 101 jaar Amerikaanse beeldende kunst het podium verliet gaf toen ik hem vroeg of hij iets vindt van De Bottons briefjesplakkerij in het Rijks (Joost Zwagerman vindt het idee dat kunst gegarandeerd troost biedt en therapeutisch werk onzin: dat kunst die uitwerking op mensen kan hebben is waar, maar mensen moeten vooral niet naar een museum gaan in de hoop of veronderstelling genezen te worden. Zijn mening leverde hem applaus op. Heel binnenkort is wat Joost Zwagerman vindt te lezen in de Volkskrant) stelde mij gerust: mijn mening was dus niet beïnvloed door de onaardige dingen die Alain de Botton in Het nieuws: een gebruiksaanwijzing over journalisten schrijft. Dingen die ik me ook al weet ik dat ze niet waar zijn toch heb aangetrokken – en ik zocht een creatieve vorm om dat te illustreren.
In 2009 was Alain de Botton een week lang writer in residence op de luchthaven Heathrow. Zijn ervaringen heeft hij opgetekend in A Week at the Airport. A Heathrow Diary /Een week op de luchthaven, een boekje – het telt maar 107 bladzijden – dat ik met veel plezier las.
Ik schatte dat ik vier uur op Schiphol door zou kunnen brengen en rekende vanwege die relatieve rust die er vanaf het middernachtelijk uur tot vroeg in de morgen op de luchthaven heerst – ik heb ervaring, ik bleef vaker over op Schiphol. Het is geen straf om ook als je niet op het punt van vertrekken staat daar tijd door te brengen – op een paar productieve uren als zelfbenoemd writer in residence. Een nacht op de luchthaven zou ik mijn serie stukjes noemen.
Dat ik de nacht uiteindelijk toch niet bloggend op Schiphol doorbracht, komt door iemand die zijn verantwoordelijkheid nam en zonder met mij te overleggen alsnog een hotelkamer boekte. Daar kon ik geen nee tegen zeggen.
Ik sliep, maar stond vroeg op om alsnog mijn nachtelijk bedoelde stukjes te schrijven. Daar ben ik ruim een dag later nog steeds mee bezig.
Leave a Reply