Het is allemaal oneindig veel eenvoudiger dan ik dacht, denk ik als ik halverwege het hoofdstuk over Bas Jan Ader in De consequenties van Niña Weijers de deur uit moet om de trein te halen. Onderweg naar het station heb ik tijd om na te denken over hoe oneindig veel eenvoudiger.
Dat Het laatste avondmaal van Marlene Dumas heel goed hangt naast I’m too sad to tell you van Bas Jan Ader heeft niet te maken met allerlei kunsthistorische of kunsttheoretische inzichten. Jezus vindt het gewoon te verdrietig voor woorden wat hij zijn discipelen moet vertellen. Dat het hun laatste gezamenlijke maaltijd is. Dat er straks iemand komt die iets gaat doen waardoor het verhaal een dramatische wending neemt. En dat zij die iemand allemaal kennen.
Niet dat ik dat een bevredigend antwoord vind op de vraag waarom de directeur van het Rijksmuseum precies vindt dat dit schilderij zo goed past bij Bas Jan Ader – hij zei daar iets over toen Het laatste avondmaal van het Rijksmuseum werd (hij had het over compassie, herinner ik mij) – maar dat doet er niet toe.
In de trein schrijf ik op wat ik onderweg naar het station in me opgekomen is. En dan lees ik het hoofdstuk over Bas Jan Ader ten einde, in de hoop dat Niña Weijers niet met een plausibeler antwoord komt.
Leave a Reply