Niet alle verhalen die over voetbal gaan, gaan over voetbal. Dani Bennoni (lang zal hij leven) van Bart Moeyaert gaat over dingen die serieuzer zijn dan het trappen tegen een bal. Ook al kan Dani Bennoni voetballen en wil Bing het van hem leren.
Een broeierig boek is het over dingen die niet mogen en dingen die gebeuren. Het begint tamelijk onschuldig:
‘Ik heb Moon zijn schoenen aan. In de neuzen zitten proppen papier. Het elastiek om mijn kousen spant. Het knelpt mijn onderbenen af. Mijn tenen doen zeer, mijn voeten slapen half, maar ik geef geen kik. Ik steek dwars het voetbalveld over.
Tot in de middencirkel loopt Lenny met me mee. Hij spreekt me nog moed in als ik hem allang niet meer versta.
Ik loop door. In de hoek van het veld staat Dani Bennoni. Hij is klaar met zijn training, hij traint elke dag.
‘Hup, Bing, hup!’ roept Lenny ver achter me, alsof ik in mijn eentje een hele ploeg ben.
Ik leg de bal die ik onder mijn arm heb neer, en zet mijn voet erop.
‘Dani Bennoni,’zeg ik. ‘Ik wil leren voetballen.’
Dani kijkt naar me. Een tel denkt hij dat ik mijn broer ben in deze kleren, maar ik ben mijn broer niet, dat kan hij zien, het scheelt twee koppen. Hij kijkt naar de bal waarop ik leun, hij kijkt naar mijn voeten.
Hij knikt maar eens. Wie herkent Moon zijn schoenen niet.
‘Ik meen het,’ zeg ik. ‘Ik wil het kunnen.’
Het begint onschuldig, maar eigenlijk weet je al dat de onschuld binnen niet al te lange tijd ver te zoeken zal zijn. Het is een heel erg mooi boek. Ook voor wie van voetbal houdt.
Leave a Reply