‘De derde verdieping bevatte een even uiteenlopende reeks kantoren en zalen. De meest imposante ruimtes waren de zogenaamde Kleine en Grote Krijgsraadkamers. Onder het oog van talrijke geportretteerde schuttersvendels – onder andere dat van kapitein Frans Banning Cocq, later beter bekend als De Nachtwacht – vergaderden daar de kapiteins en luitenants van het vrijwilligersleger van de stad, de schutterij.’
Een paar dagen geleden stond ik in de Kleine en Grote Krijgsraadzaal op de derde verdieping van Koninklijk Paleis Amsterdam – de ruimtes waar Geert Mak het in Het stadspaleis: de geschiedenis van het Paleis op de Dam over heeft.
Dat klinkt vanzelfsprekender dan het is, want die zalen zijn nu pas voor het eerst in tweehonderd jaar voor publiek toegankelijk: In all their glory
Vroeger hing De Nachtwacht in de Kleine Krijgsraadzaal. Die kamer was te klein voor De Nachtwacht dat eerst ergens anders hing en dus moest Rembrandts meesterwerk eraan geloven.
Dat wist ik en daarom wilde ik die kamer zien. Wat ik niet wist, is dat prinses Wilhelmina die kamer in de jaren vijftig in gebruik had als atelier. Maar Wilhelmina zat ook weleens op het dak te schilderen.
Hoe de Kleine Krijgsraadzaal er toen precies uitzag zie je niet, daarvoor is er sinds die tijd teveel gerenoveerd (over hoe het Paleis op de Dam in de loop der eeuwen onder handen genomen is, schrijft Geert Mak uitgebreid in Het stadspaleis).
De Nachtwacht was niet het enige schuttersstuk op de derde verdieping. De Grote Krijgsraadzaal – waar na de inhuldiging van koning Willem Alexander een groepsportret met gasten gemaakt werd – hing er vol mee. De opstelling is zo goed als mogelijk gereconstrueerd, ook op de site van het paleis.
In de verder kale ruimtes probeer ik me voor te stellen hoe het er tijdens de beraadslagingen tussen de burgemeesters en de krijgslieden aan toe ging. Mijn fantasie laat me in de steek. De ruimtes nemen voor wat ze zijn gaat me aanmerkelijk beter af.
Als ik genoeg gekeken heb en van de derde verdieping weer afdaal naar de Burgerzaal moet ik net als onderweg naar boven glimlachen om de marmeren trap die het vanwege de vele bezoekers die verwacht worden zonder zijn rode loper moet stellen. Members of the public moeten zich vooral geen illusies maken.
In all their glory is nog tot en met 31 augustus te zien in het Koninklijk Paleis Amsterdam.
Leave a Reply