Het zijn de economische omstandigheden en de transitie die de boekensector mede daardoor doormaakt die uiteindelijk de doorslag geven. Hoewel de Raad voor Cultuur zowel argumenten voor als tegen het handhaven van de vaste boekenprijs geeft, adviseert zij uiteindelijk om de Wet op de vaste boekenprijs voorlopig nog vier jaar te handhaven.
Het advies van de Raad voor Cultuur is vastgelegd in het rapport Advies tweede evaluatie Wet op de Vaste Boekenprijs 2014. In het rapport noemt de Raad voor Cultuur onder andere de argumenten die voor en tegen prijsbinding ingebracht kunnen worden.
Argumenten tegen een vaste boekenprijs:
1. Het ingrijpen in het economisch proces van concurrentie en mededinging;
2. De inconsistentie van de wet, die alleen van toepassing is op het ‘fysieke’ boek;
3. Het nadeel dat de consument ondervindt van een uniforme marktprijs;
4. De verplichtingen die voortvloeien uit de relatie die door de wet ontstaat tussen overheid en de sector.
Er zijn ook argumenten om vast te houden aan de Wet op de vaste boekenprijs:
1. Het beschermen van sociale, educatieve, intellectuele en artistieke waarden;
2. Tijdwinst die de boekensector de mogelijkheid biedt te innoveren;
3. Het in Europees verband onderzoeken van de (on)mogelijkheden van prijsbinding.
Daarmee zegt de Raad voor Cultuur niet zoveel nieuws. Het zijn veelgehoorde argumenten. Een uitgesproken oordeel op basis van een eigen visie spreekt uit deze argumenten niet.
De Raad voor Cultuur verbindt voorwaarden aan het voorlopig nog handhaven van de vaste boekenprijs. Die voorwaarden weerspiegelen de ook in kringen buiten de Raad voor Cultuur gedachten dat nut en noodzaak van een vaste boekenprijs nadrukkelijker moeten worden aangetoond en de beschermde partijen niet achterover mogen leunen:
1. De relatie tussen de overheid en de boekensector moet anders worden ingericht. Wie bij wet een bijzondere economische status geniet, zal meer inzage moeten geven in relevante cijfers.
2. Overtuigend bewijs voor de werking van de wet is tot nu toe niet geleverd. Er zullen daarom alternatieve evaluatiemethoden moeten worden ontwikkeld.
3. De overheid laat onderzoeken of er (alternatieve) steunmaatregelen gewenst zijn om de sector al dan niet tijdelijk (of extra) te ondersteunen, zodat de lees- en boekencultuur wordt bevorderd.
4. Partijen in de boekenbranche gaan hun krachten bundelen en voeren met elan een innovatieagenda uit.
Tijdwinst boeken lijkt de belangrijkste reden te zijn om te adviseren de vaste boekenprijs voorlopig nog vier jaar te handhaven. De Autoriteit Consument & Markt mengde zich een aantal weken geleden actief in de discussie. Op basis van bijna dezelfde argumenten pleitte de Autoriteit Consument & Markt voor het onmiddellijk afschaffen van de vaste boekenprijs. De Raad kiest voor een milde vorm van protectionisme omwille van de waarde die hij toekent aan boeken en lezen, terwijl de Autoriteit wil dat de markt haar werk doet.
In de laatste alinea van haar rapport noemt de Raad twee redenen die rechtvaardigen dat over vier jaar alsnog overwogen wordt de vaste boekenprijs af te schaffen. De eerste ligt voor de hand: als niet aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.
De tweede is interessanter. ‘Dat laatste [liquidatie van de wet, lw] dient overigens ook overwogen te worden wanneer het papieren boek een marginaal deel van de totale afzet zou omvatten: de wet heeft dan in zijn huidige vorm aan betekenis verloren.’
(Die opmerking komt niet helemaal uit de lucht vallen. Eerder in het rapport oppert de Raad al een manier om de ‘rechtsongelijkheid’ tussen fysieke en elektronische boeken op te heffen: ‘Het elektronische boek wordt binnen het Europees rechtelijk kader immers als een dienst gewaardeerd en geniet dus een andere juridische status. Dit gebrek aan uniformiteit kan in beginsel worden verholpen, wanneer de wet generiek komt te vervallen.’)
Leave a Reply