Ik lees mij deze weken dapper door stapeltjes heen. Wat net uit is, ligt op een tafeltje (naast het stapeltje dat inmiddels uit is, maar waarover nog geschreven moet worden). De boeken waaruit ik materiaal put voor de stukjes over sport en literatuur vormen alleen virtueel een stapeltje: in werkelijkheid staan ze her en der in huis. Selecteren is een kwestie van weloverwogen kiezen en op goed geluk grijpen. Vaak vind ik wat ik helemaal niet zoek. En dan is er het stapeltje reisboeken dat ik geselecteerd heb voor nieuwe afleveringen van Thuisblijfreizen.
Eén van de boeken op dat laatste stapeltje was This Secret Garden: Oxford revisited van Justin Cartwright. Cartwright kende ik niet, maar omdat ik herinneringen aan Oxford wilde ophalen, gaf ik aan zijn boek de voorkeur boven Oxford van Jan Morris.
Inmiddels heb ik This Secret Garden uit. Ik ben niet bijster onder de indruk. Ik vind dat Justin Cartwright de kantjes eraf loopt (ik krijg de indruk dat hij dat tijdens zijn studie in Oxford ook al deed: er is veel dat hem niet is bijgebleven en minstens zoveel waar hij toen volledig aan voorbij liep).
Maar wat hij te berde brengt over detective lezende dons vind ik wel het vermelden waard.
‘I asked Penelope [Penelope Lively, schrijfster, lw] about the famous relationship between dons and crime novels: her husband, Jack, loved crime novels, she said. She thought that for clever people it was simply a way of switching off, a sort of minor diversion like a crossword. I think that sport plays this role for many less intellectual men: the closed system, each game with a result, each game ritualized, repetitive, almost meaningless on a day-to-day level, and each one involving emotions that are not very deep and loyalties that are not very dangerous.’
Je zou die zin over sport als verstrooiing voor het niet-intellectuele deel van de bevolking zo kunnen lezen dat in de nacht van zaterdag op zondag meer dan acht miljoen minder begaafde Nederlanders behoefte hadden hun zinnen te verzetten, maar daar gaat het nu niet om.
Oxford is voor mij ook Inspector Morse, en dan niet zozeer de detectives die Colin Dexter schreef, maar de versie die John Thaw vertolkte. Morse houdt van kruiswoordraadsels. En door wat Justin Cartwright zich in This Secret Garden afvraagt, realiseer ik me dat Colin Dexter zijn detective chief inspectorMorse dus niet zomaar naar opera’s laat luisteren en puzzelend door het leven te laten gaan. Hij speelt en spot met reputaties.
Justin Cartwright legt de vraag over dons die detectives lezen niet alleen voor aan Penelope Lively maar ook aan Valentine Cunningham, als professor Engelse taal- en letterkunde verbonden aan Corpus Christi, een van de een van de 38 colleges van de Universiteit van Oxford:
‘Cunningham illuminated the famous taste for detective fiction of Oxford dons, which may have contributed to their relative paucity of literary production: it is a kind of relaxation after hard intellectual effort. In the thirties, he said, people associated the huge popularity of crossword puzzles with poetic difficulty, in the Empson and Eliot style. It was easy to make the association for dons, because donnish persons write them and feature in them.’
Zo. Nu kan This Secret Garden terug op de plank, maar Oxford wordt vervolgd. Ik ga alsnog Oxford van Jan Morris lezen (kan ik meteen kijken hoe schatplichtig Cartwright aan dat boek en die schrijver is).
Mieke Schepens says
Graag gelezen!
Mark Cloostermans says
Het is alleszins een betere verklaring dan deze: http://www.tzum.info/2014/05/nieuws-monique-burger-analyseert-het-spannende-boek/
:-D