August Willemsen – zijn vertalingen zijn geprezen – besluit zijn bundel over taal en vertalen De taal als bril: in twintig stukken met een stuk – God is rond – over de betekenis van voetbal voor de Brazilianen. Dat doet hij naar aanleiding van de begrafenis van Manuel Francisco dos Santo ‘beter bekend als Mané Garrincha, en niet voor niets was diens tweede bijnaam A algegria do povo, zoiets als ‘De vreugde van de gewone man’’.’
‘Graag wil ik hier mijn gal laten stromen over de imbeciele, demagogische gemeenplaats als zou voetbal een soort “opium voor het volk” zijn, door perverse regimes in stand gehouden en misbruikt om de mensen ervan te weerhouden zich bezig te houden met politiek. In landen als Brazilië zal het volk, ongeacht de soort regering, altijd “volk” blijven, en heeft het zogeheten afleidingen als sport en carnaval absoluut niet nodig om alle politici op één hoop te gooien, en wel die waar ze horen: de mesthoop. De mensen hun pretje misgunnen is puur sadisme: in Brazilië is het al een straf genoeg om “volk” te zijn.
Maar met voetbal in Brazilië is nog meer aan de hand. In 1980 promoveerde Ivan Cavalcanti Proença op een dissertatie van 720 bladzijden over de relatie tussen voetbal en literatuur, later in commerciële editie verschenen bij de gerenommeerde uitgever José Olympio, onder de titel Futebol e palavra (Voetbal en taal, 1981). Vanaf het begin van de voetbalsport in Brazilië hebben schrijvers geleden aan een ziekelijke liefde voor het spel. De deftige romancier Coelho Netto, lid van de Academia Brasileira de Letras, was mede-oprichter van de eerste club in Rio, Fluminense; José Lins do Rego kreeg het uniform van de Academia ten geschenke van het door hem aanbeden Flamengo; Nelson Rodrigues, de grootste moderne toneelschrijver, liet zich begraven gewikkeld in de clubvlag van Fluminense (honderden kunstenaar, schrijvers, acteurs, defileerden langs zijn stoffelijk overschot in het paars-wit-groen, zonder dat iemand het gek vond); Carlos Drummond de Andrade richtte bij de wereldkampioenschappen van 1966 en 1970 respectievelijk vertroostende en jubelende gedichten tot de nationale selectie.
Wanneer voetbal, in Brazilië, klassen kan verenigen in plaats van ze te scheiden, komt dat door een gemeenschappelijk fond van – ik gebruik het woord met schroom, respect en afgunst –, een fond van kinderlijkheid. “Om de ziel van een Braziliaan te begrijpen, moet je hem betrappen op het moment van een doelpunt:, luidt een bekend gezegde. Het is die kinderlijkheid die het de Braziliaan zo makkelijk maakt zich te identificeren met zijn idolen en daarop zijn droom te projecteren van bevrijding van alle dagelijkse zorgen. Het unieke van Garrincha was dat hij als geen ander die identificatie mogelijk maakte.’
Wat moet je daar nog aan toevoegen. Een gedicht van Carlos Drummond de Andrade over voetbal misschien. Ik twijfel… ik kan de vertaling niet vinden.
Futebol
Futebol se joga no estádio?
Futebol se joga na praia,
futebol se joga na rua,
futebol se joga na alma.
A bola é a mesma: forma sacra
para craques e pernas-de-pau.
Mesma a volúpia de chutar
na delirante copa-mundo
ou no árido espaço do morro.
São vôos de estátuas súbitas,
desenhos feéricos, bailados
de pés e troncos entrançados.
Instantes lúdicos: flutua
o jogador, gravado no ar
– afinal, o corpo triunfante
da triste lei da gravidade.
Leave a Reply