Gisteren kwamen ze na 161 kilometer aan in Gérardmer (het schijnt dat je Gérard-mee moet zeggen). Gérardmer heeft een bijnaam: ‘Parel van de Vogezen’. Die bijnaam dankt Gérardmer aan Abel Hugo – de oudere broer van Victor – die er regelmatig kwam om uit te rusten. (Inmiddels zijn ze weer vertrokken, ze zijn onderweg naar Mulhouse. Zeg maar: [myluz]).
Toen Abel Hugo het meer zag, dichtte hij: ‘Le lac de Gérardmer en sa belle vallée / Nous enchante dans l’ombre et nous rit au réveil. / C’est un pur diamant sous la voûte étoilée / C’est une perle exquise aux baisers du soleil.’ (door iemand vertaald als: ‘Het meer van Gérardmer in zijn mooie vallei / brengt ons in vervoering als het donker is en lacht ons toe als we wakker worden. / Het is een onvervalste diamant onder zijn sterrenhemel / en een kostelijke parel als het gekust wordt door de zon’)
Die regels zouden niet misstaan in een folder van de plaatselijke VVV. Deze wel: ‘een helder, middeltuttig Frans toeristenstadje in de Vogezen’. Ik vond die zin op de achterflap van L’écrivain (een van de drie verhalen uit Veertig) van Kees van Kooten. Die tekst vermeldt ook waarom Kees van Kooten in Gérardmer belandde (ook hij zocht rust, rust om te schrijven):
‘Ik wou dat ik eens twee weken achter elkaar ongestoord kon schrijven! riep ik op 9 augustus vanonderuit de aanrechtruimte in ons nieuwe keukengebeuren naar mijn vrouw omhoog. `Wat moet je dan schrijven? vroeg ze, kokend water op het koffiefilter gietend. `Twee weken maar!’ riep ik, terwijl ik met een hamer, waaromheen een washandje, de verstopte zwanenhals probeerde te ontproppen, `twee weken zonder al dit gezeur aan mijn kop! De volgende morgen werd ik, in een bed vol kussen, wakker als Veertigjarige.’
En dus verbleef Kees van Kooten twee weken in Grand Hôtel du Bragard in Gérardmer, een `helder, middeltuttig Frans toeristenstadje in de Vogezen. De gevolgen waren nauwelijks te overzien.
Of Kees van Kooten een rondje om het meer van Gérardmer fietste, vertelt de tekst op de achterflap niet (en het boek zelf heb ik niet in huis).
Verstand van fietsen heeft Kees van Kooten wel. Daarom kon hij Karel van Loenen zijn. Karel van Loenen die slikt omdat wielrenners nu eenmaal slikken. Hij vertrouwde dokter Luc Poncia blind, blijkt uit dit item over in opspraak geraakte sportartsen.
Leave a Reply