Als medium tel je deze weken niet mee als je niet ook aandacht besteedt aan de Tour de France. In De Nieuws BV hebben ze daar onder andere Wim Daniëls voor. Onder andere omdat ze ook het nieuws uit de Tour volgen en daar gaat Wim Daniëls niet over. Wim Daniëls gaat over taal.
Voor de gelegenheid heeft hij het over de taalkundige kant van de onderdelen van een fiets. Gisteren ging het over de bel. Terwijl een racefiets niet eens bel heeft. Over de verkeersveiligheid had Wim Daniëls het niet. Wel over de taalkundige verwantschap tussen bellen en balken.
Omdat het alleen over de taal ging, ontbrak minstens één interessant aspect. Iets dat ik dankzij Nico Scheepmaker weet die het erover had tijdens een gesprek met Adriaan van Dis – op 27 maart 1987 tijdens een literaire avond in Deventer:
Nico Scheepmaker: ‘Is je iets bijzonders opgevallen aan al die fietsen?’
Adriaan van Dis: ‘White Pidgeon, ik vond ze mooi en groot en sterk, een bel en trappers, alles erop en eraan. Is me iets bijzonders opgevallen? Nee.’
Nico Scheepmaker: ‘Het viel mij een keer op, op een foto zag je zo al die duizenden fietsen, en toen ontdekte ik – nee, niet de lamp: de bel zit rechts. Bij Nederlandse fietsen zit de bel altijd links.’
Iemand uit het publiek: ‘Goed gezegd, ik wist het niet! FANTASTISCH!!!
Toen Van Dis daar zat, was Barbaar in China net uit. Daarin beschrijft hij hoe hij pogingen doet om in Lanzhou een fiets te huren:
‘U mag niet fietsen, u zou iets kunnen breken.’
‘Maar in Nederland fietst iedereen.’
‘Chinezen fietsen gevaarlijk.’
‘Ik fiets als een Chinees.’
Veel glimlachen, maar een fiets kreeg ik niet. Hoe kwaad was de gids niet toen hij merkte dat ik er een had gekocht, in de Friendship-store, de winkels waar je met het speciaal voor buitenlanders bestemde Chinese geld luxe dingen kunt kopen die elke Chinees graag wil hebben aar die alleen voor buitenlanders en partijkader zijn weggelegd.
‘Buitenlanders mogen niet fietsen in China.’
‘En gisteren zag ik nog twee blonde meisjes fietsen langs de Gele Rivier.’
‘Het is bij wet verboden.’
‘Welke wet?’
‘De Fietswet.’
Pas toen ik de gids aanbood mijn fiets – een echte Flying Pigeon – voor een zacht prijsje aan hem over te doen, stond er geen wet meer in de weg.
Er mag dan veel gefietst worden in China (door Chinezen dan) – waar komen anders de Nine Million Bicycles in Beijng van Katie Melua vandaan, in de Tour fietst er maar één: Cheng Ji / Ji Cheng ‘The breakaway killer’. Hoewel hij dan heel veel kilometers op kop van een achtervolgend peloton gefietst heeft. Voorlopig is hij nummer laatst: hij draagt zogezegd de rode lantaarn. Maar hij houdt de moed er in, lees ik in nota bene The Christian Science Monitor. Als eerste Chinees ooit in de Tour wil hij een voorbeeld voor velen zijn.
Leave a Reply