HANTA

Literatuur en meer

  • Home
  • Over Hanta
  • Contact
  • Privacy statement
  • Columns
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Blog
  • Meer
    • Liliane leest
    • Kettinglezen & rijgschrijven
    • Mediamoment
    • Sportzomers en -winters!
    • Zomergasten
    • Thuisblijfreizen
    • Bouke’s blues
    • Proza
    • Poëzie
You are here: Home / blog / Remco Campert: de huizen in zijn leven

Remco Campert: de huizen in zijn leven

21/07/2014 by Liliane Waanders Leave a Comment

Remco Campert op Jagtlust, 1956 - foto Johan van der KeukenIn de serie De huizen in mijn leven was Remco Campert afgelopen zaterdag toe aan Jagtlust. Het legendarische Jagtlust in Blaricum waaraan toenmalige bewoners en bezoekers in de loop der jaren woorden vuil maakten, en waarover Annejet van der Zijl een ‘biografie’ schreef: Jagtlust.

Ook in het werk van Remco Campert zijn sporen van Jagtlust zichtbaar. Hij kwam er voor het eerst – schrijft hij in zijn column die Jagtlust heet (niet te verwarren met een column van drie jaar geleden met dezelfde titel maar een wezenlijk andere inhoud) – na afloop van het Boekenbal 1956.

Fritzi ten Harmsen van der Beek nam hem na afloop gewoon mee:

‘Ze besteeg de trap aan de arm van de Groningse schilder, tandarts en later vooraanstaand lid van de Insektensekte, Max Reneman. Vroeg in de ochtend verliet ze de schouwburg aan een andere arm, de mijne. We namen de eerste bus naar Blaricum en baanden, via een kortere route die de poeëte wist, ons een weg banend door steeds dichter worden struikgewas en bereikten ten slotte het huis waarin ik een paar jaar zou wonen, het landhuis Jagtlust aan de Eemnesserweg.’

Dat is een mooi maar sterk verhaal. Dacht ik toen ik het las, maar ik vergaf het Remco Campert onmiddellijk.

Wel nam ik me voor nog eens te kijken in welke bewoordingen Annejet van der Zijl melding maakt van de komst van Remco Campert.

Daar kwam dit weekend wat tussen. Maar vandaag was ik zover. Annejet van der Zijl  wijdt een heel hoofdstuk aan Remco (niet zo raar, want Remco Campert woonde hij niet alleen een aantal jaar in/op Jagtlust. Hij trouwde met (en scheidde niet veel later, het huwelijk duurde nog geen drie jaar, van) Fritzi ten Harmsen van der Beek. Jagtlust was eigenlijk haar huis.

Dat hoofdstuk begint ‘Van der Zijls’-verhalend:

‘Buiten woei een kille februariwind, maar in de Amsterdamse Stadsschouwburg schitterde het van licht en vrolijkheid: het Boekenbal 1956 was in volle gang. De koningin was er, prins Bernhard was er, net als de halve ministerraad en iedereen die iets voorstelde in literair Nederland. En te midden van al het kleurig gewoel zwierf een dichter van wie, jong en verlegen als hij was, toe al duidelijk was dat hij het ver zou brengen.’

Waarna Annejet van der Zijl vrij feitelijk schetst wat Remco Campert in zijn leven tot dan toe had gepresteerd. Campert staat op een kruispunt van wegen. De vriendenclub waar hij deel van uitmaakte, viel uiteen, schrijvers en dichters zochten hun eigen weg.

Mooi vind ik dit zinnetje, het had in een column van Campert niet misstaan:

‘De laatste met medeneming van de toenmalige mevrouw Campert, die door Remco in een overspelige bui was verwaarloosd.’

De hij in dat zinnetje zin is Gerrit Kouwenaar.

Het overspel leverde niets op, dus Campert was de avond van het Boekenbal een vrij man. Treurig en onthecht was hij, schrijft Annejet van der Zijl. Dat wel.

‘Maar die avond op het Boekenbal van 1956 zag hij, zoals hij zegt, een “heel bijzonder wezen met een hoogblonde haardos” de trap van de Stadsschouwburg bestijgen, zich in haar onmogelijk strakke jurk vastklemmend aan de arm van schilder/tandarts Max Reneman. Remco stond aan de grond genageld, op slag verliefd.

Als een onbrandbaar moment
eeuwig als bevroren film
herinner ik me
hoe je fonkelend van sieraad

en angstige opmaak
grootogig de trap op kwam van het theater’

Met dat gedicht begon Remco Campert ook zijn column van afgelopen zaterdag.

Hij weet wie zij is, maar kende haar nog niet persoonlijk, maar:

‘Diezelfde nacht nog slaagde Remco erin nader kennis te maken met deze bijzondere dame, en in de vroege ochtenduren mocht hij met Fritzi mee naar Blaricum. In een telefooncel op de Wibautstraat zochten ze beschutting tegen de ijzige kou, terwijl ze wachten op de eerste bus naar het Gooi.

Ze liggen in bed
van dezelfde en elkanders huid
muis en palm vuist en hand
een gelukkig lichaam vol hooikoorts
tot de dag heeft uit’

Waarna verslag gedaan wordt van Camperts kennismaking met huis, tuin en mores en de invloed van zijn aanwezigheid op het huishouden.

Je zou zeggen: twee bronnen. Dat moet toch genoeg zijn om dat mooie maar sterkte verhaal voor waar te kunnen laten doorgaan. Ware het niet dat Remco Campert een van Annejet van der Zijls voornaamste bronnen was.

Maar wat doet er toe. Het is een mooi verhaal. Dat kun je wel aan Remco Campert overlaten.

Misschien ook interessant:

  1. Wat Fritzi Harmsen van Beek met feelgood Flipje uit Tiel te maken heeft
  2. Een oude en een nieuwe Nederlander dichten over het weer
  3. Ik dacht dat Arnon Grunberg iets anders bedoelde
  4. Slavernijverleden: aan het einde van de slavernij kun je geen datum hangen

Filed Under: blog, Kettinglezen & rijgschrijven Tagged With: Annejet van der Zijl, column, De huizen in mijn leven, Fritzi Harmsen van Beek, Fritzi ten Harmsen van der Beek, Jagtlust, Remco Campert, Volkskrant

Leave a Reply Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Zoeken

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Nieuwste berichten

  • en aan de horizon ligt… Spijkenisse
  • Op de stoep bij Clare Lennart
  • Vluchten is als vallen
  • ‘Het hotel in de literatuur’, volgens ChatGPT en volgens mij
  • Zonder titel

Spotlight

Auteurs

  • Liliane Waanders

Meest gelezen deze week

Tags

Adriaan van Dis Arnon Grunberg beeldende kunst boek boeken boekenweek Cees Nooteboom column De wereld draait door dood dwdd film fotografie gedicht Ilja Leonard Pfeijffer Jan Brokken journalistiek K.Schippers kunst lezen literatuur Louise O. Fresco Marguerite Duras muziek Oek de Jong Olympische Spelen Poetry International poëzie recensie roman Rotterdam schrijven sportzomer sportzomer 2012 sportzomer 2013 sportzomer 2014 stoïcijn tennissen Tour de France vertalen Virginia Woolf voetballen wielrennen William Shakespeare zomergasten

Zoeken

Volg Hanta

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Hoofdmenu

  • Home
  • Over Hanta
  • Columns en beschouwingen
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Meer
  • Contact
  • Privacy statement

Rubrieken

  • Liliane leest
  • Kettinglezen & rijgschrijven
  • Mediamoment
  • Sportzomers en -winters!
  • Zomergasten
  • Thuisblijfreizen
  • Bouke’s blues
  • Proza
  • Poëzie

Net binnen

  • en aan de horizon ligt… Spijkenisse
  • Op de stoep bij Clare Lennart
  • Vluchten is als vallen

Archief

Auteurs

  • Liliane Waanders

Copyright © 2023 · News Pro Theme on Genesis Framework · WordPress · Log in

Hanta gebruikt cookies. Omdat een blog runnen zonder nou eenmaal niet kan. Wilt u geen cookies, zie dan de instructies hier: Meer over cookies Ok, ik snap het
Privacy & Cookies
Necessary Always Enabled