Deze week is Wanda Reisel in Nooit meer slapen de schrijver die maar moet zien of ze iets met de actualiteit kan. Vannacht wijdde ze een verhaaltje aan een Engelse postbode die een konijn uit een brievenbus bevrijdde.
Wanda Reisel legde nog even een link met de konijnenkwestie die Jeannette Winterson op kritiek kwam te staan, onder andere van Arthur Japin (Lapin), en duidde het voorval vervolgens als een typisch geval van komkommernieuws. Het type nieuws dat we op dit moment ontberen. Volgend jaar liever weer een zomer met alleen maar komkommernieuws. Daarover waren Wanda Reisel en presentator Pieter van der Wielen het eens.
Haar oproep mag dan een pleidooi voor komkommernieuws zijn, daarmee is de komkommer zelf nog niet gerehabiliteerd.
Ik ken er eigenlijk maar één die ik dat zou willen toevertrouwen: Charlotte Mutsaers. In Hazepeper (1985, zolang heb ik het ook al: volgend jaar ga ik vieren dat ik dertig jaar in Mutsaers ben) getuigt Charlotte Mutsaers van drie grote liefdes: de haas, Napoleon en de komkommer.
Haar liefde voor de komkommer zit diep en duurt ook al heel lang:
‘De een vertroetelt plastic poppen, de ander een rubberen lam, een derde stenen kabouters. Dode makkers allemaal! Mijn eerste liefde was de komkommer. Een komkommer is lang van gestalte. Extremiteiten bezit hij niet en daardoor lijkt hij een en al hoofd. Evenmin als een hond behoeft hij zich zwierig te kleden, want hij ziet er in zijn strakke vel altijd prettig uit. Ik kreeg elke week een nieuwe van mijn ouders en koos steevast een groene. De gele zijn meestal een beetje kort en bovendien komen daarop neus, ogen en mond die je erin snijdt niet zo goed uit (over de witte komkommer praten we niet eens). Het is een vrij nauwkeurig werkje om een komkommer zijn gezicht te geven. Met een fijn aardappelmesje gaat het het allerbest. En da maar hopen dat je niet mis snijdt, want voor je het weet, zit je met een vervelende tronie opgescheept! Bij een kromme komkommer moet je het gezicht aan de binnenkant kerven, zodat hij je aankijkt als je hem in je armen houdt. O, wat past hij toch goed in de boog van de arm! Af en toe een rechte komkommer is ook aardig. Dan doet het er natuurlijk niet toe waar het gezicht zit, want er is geen voor en achter. Je zou er zelfs een Janus Bifrons van kunnen maken of een Jantje-Lach-Jantje-Huil, maar zelf vind ik dat vrij flauw.
Helaas leven komkommers niet erg lang. Door al dat omgesol van mij waren ze al na een dag of zes zacht. Zodra zelfs een pleister de rotting niet meer kon verbergen, maakte mijn vader een gat in de tuin. Dit alles verklaart waarom in een Utrechtse stadstuin meer dan driehonderd komkommers begraven liggen: je reinste kwamkwammersloeg!’
In haar liefde voor de komkommer staat Charlotte Mutsaers niet alleen. Ook dat blijkt uit het hoofdstuk waarin de komkommer centraal staat: Sunt pueri pueri.
Ondanks de komkommer is Marche sombre des comcombres (er bestaat ook een gezongen versie van) verbannen naar de Varia. In het gedicht komen twee grote liefdes van Charlotte Mutsaers samen: die voor de fox en die voor de komkommer.
Overigens ging het in de eerste bijdrage van Wanda Reisel aan de rubriek waarmee het tweede uur van Nooit meer slapen opent over dat ene onderwerp dat het nieuws domineert.
Leave a Reply