De eerste column in een lange serie die uiteindelijk leidde tot In Europa: reizen door de twintigste eeuw – althans de eerste opgenomen in de bundel die ter gelegenheid van de televisieserie In Europa verscheen – heet Een hoge. Geert Mak schrijft dat hij het begin van ‘onze eeuw’ gadeslaat aan de hand van de manier waarop de krant – in dit geval het Algemeen Handelsblad en De Nieuwe Rotterdamse Courant, later NRC Handelsblad geworden, de krant die Geert Mak op pad stuurde – er over bericht.
Geert Mak laat lang – dat is natuurlijk relatief, want zijn columns waren maar 230 woorden lang – in het ongewisse wat hij met ‘een hoge’ bedoelt. Al die tijd dacht ik zag ik een mens voor me.
In de laatste van de drie alinea’s die zijn column telt, geeft hij openheid van zaken:
‘Voor het bureau van het Algemeen Handelsblad was, op die laatste middag van 1899, een fiets met een hoog wiel gesignaleerd, het beeldmerk van de voorbije eeuw. “Hij stapte langzaam met zijn lange dunne banden door de sneeuwslik,” noteerde een redacteur. “Iedereen bleef staan in medelijdende verbazing: “We horen den donder der branding van de Nieuwe Zee, waarop de mensheid nu haar reis in ’t onbekende voortzet.” De Nieuwe Rottterdamse Courant beperkte zich, nieuwe eeuw of niet, tot de scheepstijdingen.’
Maar Een hoge gaat dus over een fiets. Een fiets met een groot en een klein wiel. De hoge bi werd in 1867 geboren.
Heel hard rijden op een hoge gaat niet zo niet goed. Over de kop slaan wel. Om de val te breken werd geadviseerd de voeten op het stuur te leggen, zodat wie voorover sloeg op zijn pootjes terecht kwam.
Hier doet Jens Keukeleire een poging om de hoge te berijden. Jens Keukeleire doet mee aan de Tour de France. Hij heeft rugnummer 186.
Leave a Reply