In 1968 kreeg Yasunari Kawabata als eerste Japanse schrijver de Nobelprijs voor Literatuur, ‘voor zijn verhalend meesterschap, dat met grote gevoeligheid de essentie van de Japanse geest uitdrukt.’ De reden die het Nobelprijscomité opgeeft, mogen we van Auke Hulst onmiddellijk weer vergeten.
Hij houdt om een andere reden van het werk van Yasunari Kawabata. ‘Wat ik zelf heel fijn vindt aan Kawabata is dat hij het aan de ene kant over hele grote dingen heeft, over grote emoties, soms ook het melodrama en het sentiment niet schuwt, maar tegelijk als een vorm van contrast een hele precieze stijl heeft met oog voor evocatieve details. Het is behoorlijk poëtisch.’
Auke Hulst was al jong gefascineerd door Japan als ‘buitenaards concept’. Haruki Murakami was de eerste Japanse schrijver die hij ontdekte. Daar kwam Yasunari Kawabata later bij. Kawabata, die veel ‘Japanser’ is dan Murakami. Misschien dat het daarom niet zo wil lukken met Kawabata in Nederland. Met het oog op Met het oog op morgen checkte Auke Hulst welke titels leverbaar zijn. Op dit moment is er niet een titel van Kawabata in druk.
Gevraagd naar zijn favoriete boek, noemde Auke Hulst De meester van het go-spel. Eigenlijk een sportboek – go is een denksport. De meesters van het go-spel begon als een verslag van een wedstrijd tussen twee meesters, een oude en een jonge – maar toch vooral over de confrontatie tussen het traditionele Japan en de modernisering waar het land niet aan kan ontkomen.
‘Heeft hij mij beïnvloed? Nee, en dat vind ik ergens heel fijn. Om een schrijver goed te vinden zonder dat je het gevoel hebt dat hij aan je stijl en je stem zit te peuteren.’
Wie nog nooit iets van Yasunari Kawabata heeft gelezen, kan volgens Auke Hulst het beste beginnen met zijn handpalmverhalen beginnen (voor zover die te krijgen zijn).
Leave a Reply