Ik tikte “Tomás González” in en ontdekte dat Tomás González behalve een schrijver ook een turner is. Laat ik het zorgvuldiger formuleren: de Colombiaanse schrijver Tómas González is niet de enige Tomás González die naam gemaakt heeft. Digitaal steekt de Chileense turner Tomás González (Sepúlveda) hem naar de kroon. Pas bij de derde hit was het raak (maar dat kan morgen weer anders zijn).
Ik had net kennisgemaakt met Tomás Gonzáles dankzij een verhaal – Verdor – in vertaling en was nieuwsgierig geworden naar de man achter Schakeringen groen.
Volgens zijn vertaler geeft dat verhaal een (goede) indruk van Tomás González. Dat kan hij beter beoordelen dan ik. Ook al heb ik inmiddels meer verhalen van Tomás González gelezen en begin ik het desolate in zijn verhalen te herkennen en weet ik dat zijn aan lager wal geraakte personages zelden reddeloos verloren zijn: ik ben nog maar een beginnende lezer.
Ik tikte dus “Tomás González” in en koos voor de ‘escritor’.
Voor alle duidelijkheid: ik lees en spreek geen Spaans – anders was ik Tomás González vast al eerder tegengekomen – en ik maak maar zelden gebruik van vertalingen in een ‘vreemde taal’ om een boek in een mij voor nog ‘vreemdere taal’ te lezen.
Als ik me waag aan een taal die ik niet beheers – en dat kan ik bijna nooit laten, ik wil altijd weten hoe ver ik kom (zelden erg ver) – zijn er altijd wel wat woorden die ik (her)ken, maar over het algemeen moet ik het hebben van de gevoelsbetekenis.
Uit wat ik lees maak ik op dat Tomás González als dichter debuteerde en pas daarna zijn eerste roman publiceerde. Dat hij negentien jaar in de Verenigde Staten woonde (met vrouw en kind, en vanwege de gezondheid van zijn vrouw gedwongen terugkeerde naar Colombia).
(Niet lang nadat ik voor het eerst iets over Tomás González las, ontmoette ik zijn vertaler. Hij heeft het niet over een vrouw en een zoon. Wel vertelt hij dat waar Tomás González nu woont – met hond en papegaai – het al bijna oerwoud is.)
Wat Tomás González met zijn schrijven precies beoogt, daar kom ik niet helemaal uit. Maar wat ik ervan denk te begrijpen staat mij wel aan: hij ziet literatuur als een manier om de wereld te verkennen; vindt het innerlijk kompas van de schrijver belangrijker dan invloeden van buitenaf en hecht niet aan status en roem: het gaat niet om de schrijver maar om zijn werk. Let wel: dit is wat ik ervan maak.
De keerzijde van die opvatting – dat het niet om de schrijver maar om zijn werk gaat – is dat het relatief lang geduurd heeft voordat het werk Tomás González een groot – wat is groot – publiek bereikte.
(Misschien is een trouw publiek belangrijker dan een groot publiek. Een trouw publiek dat ongevraagd en onbezoldigd de rol van ambassadeur op zich neemt. Daarover heeft Tomás González niet te klagen. Zijn Nederlandse vertaler is zo’n toegewijde ambassadeur.)
Het heeft lang geduurd voordat Tomás González die in 1983 debuteerde, vertaald werd. Hij is er in het Duits (sinds 2007), in het Frans (sinds 2010) en sinds kort (2014) ook in het Engels. Hij is er ook al een tijdje in het Nederlands. Van uitgeven is het alleen nog niet gekomen.
Waar Tomás González ook verschijnt, de kritieken zijn lovend. In welke taal zijn personages ook spreken, zij worden verstaan en begrepen. Ongeacht de aard van het land: zijn melancholie valt in goede aarde.
Zoveel heb ik inmiddels wel begrepen. Maar dat staat niet in dat Spaanse stuk.
Het is lang geleden dat ik een schrijver zonder aanziens des persoons kon lezen. Is het niet een reputatie die het werk vooruitsnelt, dan is het wel ander werk waardoor het lezen beïnvloed wordt. Bij Tomás González had ik niets om mij aan vast te klampen.
Bovendien ben ik niet belezen genoeg om hem te plaatsen in de literatuur van zijn land en zijn taal. Dat maakt van mij meer nog dan een beginnende een onbevangen lezer.
(Dat ik niets heb is natuurlijk niet waar. Internet is een archief waarbij de middelen die mij vroeger ter beschikking stonden als ik onderzoek naar een schrijver deed in het niet vallen. Bovendien is daar de vertaler die nog voordat ik de vragen stel antwoorden geeft.)
Vijf verhalen heb ik inmiddels gelezen van Tomás González. In het Nederlands. Dankzij Jos den Bekker.
(En dit is een greep uit wat ik vond en waar ik wat aan had: een interview, een recensie (en nog één), een knipselmap, aanbevelingen van enthousiaste lezers, een radioreportage, en natuurlijk dat stuk in het Spaans waar mijn zoektocht mee begon.)
Hanta publiceert vier verhalen van Tomás González. Heimwee naar de zee (26 augustus), Victor komt terug (30 augustus), Licht van je ogen (2 september) en Gettopalmen (6 september).
Op 1 september verscheen een interview met zijn vertaler Jos den Bekker en op 25 augustus de inleiding Tomás González: ‘schrijver van de stilte’.
Leave a Reply