‘Zing mij, o Muze, van de jongen die ik geweest ben, de jongen die alles las wat los en vast zat, voor wie zich opende wereld na wereld…Helaas: zoals Odysseus na al zijn omzwervingen tenslotte thuiskomt, waarna zijn avonturen – jammer voor de lezer – bijna afgelopen zijn, zo is de jongen die alles ooit dwars door elkaar las, hoge en lage literatuur, geschiedenissen, biografieën, avonturen, boeken voor kinderen en volwassenen, er uiteindelijk niet aan ontkomen dat hij smaak kreeg – smaak kreeg in plaats van zijn honger te behouden, zou ik met lichte overdrijving willen zeggen.’
Voordat Nicolaas Matsier in Lof der stenen verslag doet van zijn eeuwigdurende reis langs gebouwen met een geschiedenis die iets voor hem is gaan betekenen, wijdt hij een essay aan de ontwikkeling die hij als lezer doormaakte.
Het is niet de eerste keer dat Nicolaas Matsier terugverlangt naar de tijd dat hij al lezend tot afzondering en verdwijning in staat was en het betreurt dat honger plaatsgemaakt heeft voor smaak. Het essay Het lichaam van de lezer in Dicht bij huis ademt eenzelfde gevoel van heimwee.
Honger en smaak. Onmiddellijk vroeg ik me af of ik in mijn leesverleden het moment zou kunnen aanwijzen waarop ik me bewust werd van het verschil waar Nicolaas Matsier op doelt, en of ik aan het maken van onderscheid de consequentie verbonden heb om zonder druk van buitenaf, af te zien van wat ik niet langer geacht werd te lezen en te waarderen. Stilde het ontwikkelen van smaak en later een eigen smaak mijn honger naar alles?
Honger had ik, maar ik vrees dat ik pas heel laat tot het inzicht kwam dat wat ik voor alles aanzag, vooral veel van hetzelfde was. Ik heb heel lang dertien in een dozijn boeken gelezen met nietszeggende maar de lading dekkende titels van schrijvers waarvan ik de namen niet onthouden heb. En toch deden die boeken wat ze moesten doen voor het meisje dat ik toen was. Ze gaven toegang tot een andere wereld en voedden dromen.
Mijn ouders stimuleerden het lezen, maar ze waren behoudend in hun keuzes. Het heeft daardoor relatief lang geduurd voordat ik mijn honger niet alleen maar met ‘leesvoer’, maar ook met literatuur kon stillen. Maar de achterstand die ik opliep, heb ik nooit meer goedgemaakt en die zal ik ook nooit meer inlopen.
Op een leeftijd dat anderen al toe waren aan het ontwikkelen van smaak, stilde ik nog steeds mijn honger en las ik alles wat los en vast zat, alleen was het allemaal net even verhevener dan dat wat ik daarvoor zonder goed te kauwen en echt te proeven tot me had genomen.
Doordat mijn ontdekking van de literatuur synchroon liep met het moeten ‘lezen voor de lijst’ stagneerde mijn smaakontwikkeling. Ik kon niet anders dan op goed geluk titels kiezen en als ik tijdens het lezen tot de conclusie kwam het met een boek niet getroffen te hebben – hoewel hierin de eerste voortekenen van het ontwikkelen van smaak gezien mogen worden, speelde zeker ook mee dat ik niet alles begreep wat ik las – dan restte mij vaak te weinig tijd om dat boek voor een ander in te ruilen, en toen ik aan het einde van de rit toch tijd over bleek te hebben en ik alsnog een titel wilde vervangen, mocht dat niet.
Voor mij begon het grote lezen pas na de middelbare school. Ik las nog steeds veel en van alles omdat dat moest – ik was bezig bibliothecaris te worden – maar reserveerde bewust tijd om vrij te lezen. Een gedetailleerd plan van aanpak had ik niet. Maar ik wilde niet alleen maar ‘namen’ lezen, niet alleen maar kennis nemen van titels met een kwaliteitskeurmerk.
Langzaam maar zeker ontwikkelde ik smaak en voorkeuren, overigens zonder dat mijn honger definitief gestild werd. Ik lees nog steeds veel, maar niet langer van alles en nog wat over van alles. Ik schaam mij zelden voor iets dat ik gelezen heb, maar er zijn boeken die ik nooit zal lezen.
Boeken die in de smaak dreigen te vallen, herken ik onmiddellijk: mijn leestempo daalt, de haast om het uit te lezen ontbreekt, het verlangen om het nog een keer te lezen ontstaat al tijdens de eerste kennismaking.
Vraag me niet wat voor boeken het zijn, ik weet het niet, en met het noemen van titels ben ik er niet.
Dit stuk staat ook op De Contrabas.
Leave a Reply