Nadat ik het eerste verhaal van Tomás González gelezen had, wilde ik – terwijl ik het een overtuigend verhaal vond – weten in welke literaire traditie ik zijn werk moest plaatsen. Alsof ik, als zijn vertaler Jos den Bekker namen zou noemen meer zou weten. Jos den Bekker was zo vriendelijk het werk van Tomás González in een context te plaatsen. Hij noemde namen van Colombiaanse schrijvers, maar merkte heel terecht op dat Tomás González niet alleen een Colombiaanse maar ook een Spaanstalige schrijver is.
Werd ik van dat antwoord wijzer? Eerlijk gezegd niet. Ik weet veel te weinig van die – Colombiaanse en Spaanstalige – literatuur om dat antwoord op waarde te schatten. Als het om Colombia gaat, ken ik eigenlijk alleen Gabriel García Márquez, maar niet zijn oeuvre. Wat ik las – twee romans, een aantal novelles en journalistiek werk – is zo verschillend, dat ik het misschien niet eens als werk van één schrijver herkend zou hebben als zijn naam niet overal bij stond.
Ik probeer me voor te stellen hoe ik een willekeurige Nederlandse schrijver in een context zou plaatsen als iemand die nog nooit van die schrijver gehoord heeft mij dat zou vragen. Ik betwijfel of ik het dan zou hebben over de Nederlandstalige literatuur, terwijl het toch echt niet alleen Nederlanders zijn die in het Nederlands schrijven. Wie zou voor degene die de vraag stelt, het ijkpunt zijn, en: meet ik zelf wat ik lees af aan een ultieme vertegenwoordiger van de Nederlandse/ Nederlandstalige literatuur).
De afgelopen week las ik werk van twee andere Colombiaanse schrijvers. Van Evelio Rosero De drie Lilia’s en van Héctor Abad Het vergeten dat ons wacht. Twee heel verschillende verhalen.
De drie Lilia’s (2013, Los almuerzos verscheen in 2009)van Evelio Rosario is een roman die gaat over de bewoners van een pastorie: kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en inwonende leken. Als de kat van huis is – in dit geval de pastoor en de koster – wordt er flink op tafel gedanst (nog net niet letterlijk, en de katten die zich nog wel in de pastorie bevinden, komen van een koude kermis thuis) onder leiding van een aangewaaide priester. De drie Lilia’s is een roman waarin de katholieke kerk behoorlijk op de hak genomen wordt: wat is ambtelijke waardigheid, en wat is liefdadigheid waard? Maar het is ook een roman over mensen aan de zelfkant van het leven.
In elk geval in deze roman slaat Evelio Rosero een lichte toon aan, maar hij laat zijn personages dodelijke (of eigenlijk vernederende) dingen zeggen.
(‘Rosero lijkt voorbestemd om García Márquez op te volgen als de belangrijkste schrijver van Colombia’, staat er op de cover. Een quote uit Time Out New York.)
Héctor Abad komt uit een cultureel onderlegde familie, en zijn vader liet niet na om zijn zoon (zijn dochters net zo goed) er op te wijzen dat zij vergeleken met de meeste mensen in Colombia bevoorrecht waren. Héctor Abad sr. gunt een grotere groep mensen geluk en gezondheid – de vader van Héctor Abad was arts – dan alleen zijn eigen kring. Daar maakt hij beroepsmatig zijn levenstaak van, maar ook in het publieke debat staat hij voor zijn zaak.
Het vergeten dat ons wacht (2010, El olvido que seremos, 2006) van Héctor Abad is een ‘memoir’, een boek dat hij geschreven heeft om zijn vermoorde vader recht te doen. Het is een familiegeschiedenis, waarin het portret van een ‘rechtvaardige’ die zijn menslievendheid en emancipatoire ideeën en daden met een liquidatie moet bekopen centraal staat, maar waarin het geweld dat wie tegen de haren van officiële instanties en machtige organisaties instrijkt ten deel valt nadrukkelijk aanwezig is.
(Op de cover van Het vergeten dat ons wacht staat een quote van Mario Vargas Llosa: ‘Mijn meest enerverende literaire ervaring van de laatste jaren.’)
Katholicisme, geweld en sociale ongelijkheid mogen dan bij Colombia horen, het land terugbrengen tot die karakteristieken is net zoiets als Nederland typeren als een land van molens, klompen en tulpen (al moet gezegd worden dat niet veel landen zich qua molens, klompen en tulpen met Nederland kunnen meten, terwijl er heel wat landen aanspraak kunnen maken op katholicisme, geweld en sociale ongelijkheid).
Het is verleidelijk om naar overeenkomsten tussen Evelio Rosero, Héctor Abad en Tomás González te zoeken (die zijn er zeker), maar een grootste gemeenschappelijke deler doet geen recht aan verschillen en de eigenheid van een individu (en dan heb ik het in dit geval alleen nog maar over inhoud en niet eens over stijl.)
Toch kun je er niet omheen dat Evelio Rosero, Héctor Abad en Tomás González tenminste een ding gemeen hebben: ze zijn schrijver. Ik zou zelfs durven beweren dat het alle drie – op hun eigen wijze – geëngageerde schrijvers zijn.
In die hoedanigheid verdienen ze een (nog) breder kader dan de Colombiaanse/ Spaanstalige literatuur.
(Quoten en blurren is een marketingmethode. Uitgevers spelen in op de beperkte kennis van wie in een boekwinkel een keuze moet maken. Lezers hebben houvast nodig. Namedropping of een prominente aanbeveling doen het daarbij goed. Zo goed dat potentiële kopers zich niet alleen laten overtuigen, maar die zinnen overnemen en verder vertellen.)
‘A novel is the best weapon or rather tool human beings have invented to try to find out about their past’, zei een andere Colombiaanse schrijver – Juan Gabriel Vásquez – toen hij in maart aan de vooravond van de Boekenweek te gast was bij Adriaan van Dis (Van Dis noemde hem nadrukkelijk een Latijns-Amerikaanse schrijver). Het verleden ligt veel minder vast en is minder onveranderlijk dan mensen denken. Een klein detail kan de kijk of wat er in het verleden gebeurd is radicaal veranderen. Volgens Juan Gabriel Vasques is de roman het enige genre waarin het mogelijk is om op die manier over dat verleden te ‘praten’.
‘The past is not fixed’, volgens Juan Gabriel Vásquez, en om dat overtuigend en onomstotelijk aan te tonen zijn schrijvers nodig. Schrijvers die geen blad voor de mond nemen. Schrijvers die wat ze te vertellen hebben zo weten te verpakken dat het schrijnt.
In hun werk schudden Evelio Rosero, Héctor Abad en Tomás González het (recente) verleden op.
Ik zal niet ontkennen dat ik tijdens het lezen van De drie Lilia’s gelachen heb, dat ik ontroerd raakte door de manier waarop Héctor Abad het in Het vergeten dat ons wacht voor zijn vader opneemt en meewarig werd van het fatalisme dat aan de levens van de personages van Tomás González kleeft, maar ondanks dat bezorgden Evelio Rosero, Héctor Abad en Tomás González mij met hun verhalen vooral een ongemakkelijk gevoel.
Inmiddels ben ik in Liefde in tijden van cholera van Gabriel García Márquez begonnen. Ik herlees het. Maar nu in een bredere context en met een geschooldere literaire blik dan de eerste keer. Ben benieuwd wat ik er nu van vind.
Leave a Reply