De vorige keer dat ik Een goed nest van Tessa de Loo uit had, had ik ruim vier uur naar Anneke Blok en Henriëtte Tol liggen luisteren. Zij lezen de luisterboekversie voor. Nu heb ik Een goed nest gelezen. Hoe lang ik daar precies over deed, weet ik niet. Langer dan Anneke Blok en Henriëtte Tol, dat weet ik wel.
Lezen of luisteren, voor de grote lijnen van Een goed nest maakt dat geen verschil (al was niet alles even goed tot mij doorgedrongen). Maar lezend zat ik toch dichter op de tekst en zag ik beter hoe Tessa de Loo de beperkingen van het verhaal haar oplegt – ze schreef haar roman wetende dat het ook een toneelstuk zou worden en was dus gehouden aan toneelwetten en een beperkt aantal personages – compenseert door de mogelijkheden van de taal te gebruiken.
Dialogen
Dialogen spelen in Een goed nest geen prominente rol. Ze zijn niet belangrijker dan ze in ander werk van Tessa de Loo zijn. Met het oog op dat toneelstuk is dat misschien vreemd. Maar het weerspiegelt wel de verhouding tussen de zussen Eva en Noor. Nadat ze elkaar jaren niet gezien hebben, reist de jongste van de twee vanuit de Randstad helemaal naar de Achterhoek. Noor heeft een missie.
Ook na zoveel jaar hebben ze elkaar maar weinig te vertellen. Ze verschillen over zo ongeveer alles van mening, waardoor wat er gezegd wordt altijd een explosieve lading krijgt. Zelfs in bijpraten, herinneringen ophalen en het over koetjes en kalfjes hebben, schuilt gevaar.
De dames trekken zich na bijna elke woordenwisseling letterlijk en figuurlijk terug. Ze zetten thee (of koffie), lopen even naar buiten (ondanks de stromende regen), vallen in slaap of slikken paracetamol.
Monologue intérieur
Maar ze trekken zich ook terug in hun hoofd. Wat ik tijdens het luisteren hield voor vrije indirecte rede blijkt voor een deel monologues intérieurs te zijn. Via de monologue intérieur biedt Tessa de Loo haar zussen de kans om elkaar langs literaire weg te ontlopen.
Dankzij die ‘monologen’ gericht tot niemand in het bijzonder, leert de lezer Eva voor Noor pas echt goed kennen. Ze verklaren het haten. Ze verraden onzekerheid die die een liever zoveel mogelijk voor de ander verborgen houden.
Als Eva en Noor zich in zichzelf terugtrekken denken ze niet alleen maar over de ander na. Eva kan niet om Noor heen en Noor niet om Eva, maar Eva ook niet om Eva en Noor niet om Noor. Iedereen is altijd twee kanten van een medaille. Tessa de Loo zei het al eens zo: ‘Ik ben iemand die als het op het innemen van posities aankomt altijd overal tussenin zit. Ik ben iemand van enerzijds, anderzijds.’ Maar dat was veertien jaar geleden toen ik haar voor Surplus interviewde.
Flashbacks
Als de dames Denekamp behoefte hebben aan op de plaats rust, keren ze hun blik naar binnen. Maar dat is niet genoeg. Er is meer nodig om hun doen en laten en met name de vijandigheid – voor de spreekwoordelijke rivaliteit tussen zussen zijn hun aanvaringen te hevig – te verklaren.
Op momenten dat het haar goeddunkt – ze doet dat zeer spaarzaam (het zijn de delen die Henriëtte Tol leest) – last de alwetende verteller Tessa de Loo verleden in. Dan zijn Eva en Noor weer kleine meisjes die vinden dat ze partij moeten kiezen in het conflict tussen hun vader en hun moeder en mag de lezer conclusies trekken, en mag de lezer nadenken over aangeboren en aangeleerd.
Myranda Jongeling aan zet
Tessa de Loo omzeilt de beperkingen die haar opgelegd werden met behulp van verteltechnieken. Daarmee geeft ze Eva en Noor lucht en voert ze en passant extra personages op. In een roman kan dat zonder dat het extra geld kost.
De vraag is natuurlijk wat Myranda Jongeling met het verhaal zoals Tessa de Loo het vertelt gedaan heeft. Myranda Jongeling bewerkte Een goed nest voor toneel.
Meer dan Tessa de Loo zit zij vast aan de wetten van het toneel – eenheid van tijd, plaats en handeling, en budget voor meer dan twee actrices was er niet.
Bij het omzetten van vrije indirecte rede en monologues intérieurs naar dialoog kan ik me iets voorstellen. Waar ik vooral benieuwd naar ben is wat er in Myranda Jongelings versie van Een goed nest gebeurd is met de flashbacks. Met de jonge versies van Eva en Noor.
Daarom ga ik, voordat ik naar Anneke Blok en Henriëtte Tol ga kijken – zij worden geregisseerd door Jaap Spijkers – eerst lezen of/waar Myranda Jongeling het mes in het verhaal gezet heeft en welke woorden zij Eva en Noor in de mond legt.
Misschien had ik beter nog niet naar dit fragment kunnen kijken:
Leave a Reply