Omdat het binnenkort 25 jaar geleden is dat de Muur ‘viel’, lees ik verhoudingsgewijs veel dat met die gebeurtenis (en wat daaraan vooraf ging) in verband gebracht kan worden. Op dit moment is dat Stad der engelen of The Overcoat of Dr. Freud van Christa Wolf.
In die roman – haar laatste, Christa Wolf overleed in het jaar dat de Nederlandse vertaling van Stadt der Engel oder The Overcoat of Dr. Freud verscheen – staat zelfonderzoek centraal.
Terwijl zij te gast is van het Getty Research Institute in Los Angeles breekt in Duitsland de hel los als bekend wordt dat de dissidente schrijfster Christa Wolf als ‘Margarete’ van 1959 tot 1962 een van de vele ‘informele medewerkers’ van de Stasi was.
Vanaf het moment dat Christa Wolf haar dossier heeft ingezien, weet ze dat dat moment gaat komen. Haar houdt maar een vraag bezig: hoe heb ik het kunnen vergeten?
Op de essentie van Stad der engelen of The Overcoat of Dr. Freud kom ik op een moment dat dichter ligt bij de datum van de val van de Muur terug.
Christa Wolf is zich er tijdens haar verblijf zeer van bewust dat Los Angeles ooit een toevluchtsoord was voor Duitsland ontvluchte schrijvers: ‘In de jaren dertig had er een dicht net van Duitse cultuur over deze stad gelegen.’
Regelmatig citeert ze uit het dagboek van Thomas Mann – hij was een van de exil-auteurs – maar ze rijdt ook regelmatig langs de huizen waar haar landgenoten woonden.
‘Zoals altijd als ik het spoor van de emigranten volgde, maakte zich een intimiderend gevoel van vergeefsheid van me meester. Kunnen jullie je voorstellen, zei ik, dat ik verreweg de meeste namen van de schrijvers die hier leefden omdat Duitsland ze had uitgespuugd, aan het eind van de oorlog niet eens kende? Brecht natuurlijk niet, wiens huis in 26th Street we nog zouden bezoeken, Alfred Döblin niet, die zoals Heinrich Mann trouwens ook, bescheiden in een flatgebouw had gewoond, waar we langsreden toen we daarna de villa van Thomas Mann bezochten, nadat we Sunset Boulevard af waren gereden en Amalfi Drive ingeslagen waren, 1550 San Remo Drive, een statig en representatief huis, dat helaas was omgeven door hoge begroeiing, zodat we er niet veel van te zien kregen. Ik had er nooit dicht bij durven komen. Therese wilde het perceel betreden, wie hielden haar tegen. Ze wilde op zijn minst het raam zien waarachter hij, zittend in zijn hoek van de sofa, Faust had geschreven.’
Of het die sofa is, weet ik niet, maar ik ken een foto van Thomas Mann op een sofa die dateert uit die tijd. Die foto staat in Thomas Mann: Ein Leben in Bildern, een biografie in beelden (maar niet alleen beelden) die door Hans Wysling en Yvonne Schmidlin werd samengesteld.
Er staan ook foto’s in van al die andere uitgewekenen waar Christa Wolf het over heeft: Bertold Brecht, Alfred Döblin, Franz Werfel en Alma Mahler-Werfel, Leonhard Frank, Bruno Frank, Alfred Neumann, Lion Feuchtwanger, Bruno Walter en Otto Klemperer.
En ook de huizen – 740 Amalfi Drive en 1550 San Remo Drive – ontbreken niet.
Dat boek – Thomas Mann: Ein Leben in Bildern – heeft een ereplaats op de kast. Daar staat het nadat ik er dankzij Christa Wolf weer eens uitgebreid in gebladerd heb inmiddels weer.
Leave a Reply