Is het toeval dat dit de eerste woorden waren die ik gisteren onderweg naar huis na het zien van de voorstelling Vuurvrouwen van het RO Theater las:
‘In this life you have to be your own hero.
By that I mean you have to win whatever it is that matters to you by your own strength and in your own way.’
(‘In dit leven moet je je eigen held zijn.
Daar bedoel ik mee dat je moet winnen wat voor jou van belang is, op eigen kracht en op je eigen manier.’
vertaling: Maarten Polman)
Vuurvrouwen – ‘wie zich neerlegt bij hoe deze wereld nu eenmaal is, die heeft nooit geleefd’- gaat over actiebereidheid en over de vraag hoe ver je mag gaan voor je idealen. Vuurvrouwen gaat over Ulrike Meinhof en Jeanne d’Arc – ‘vrouwen die een nieuwe werkelijkheid tot stand wilden brengen’ – en over degenen die over Ulrike Meinhof en Jeanne d’Arc oordeelden.
Niet voor niets vuurt een educatief medewerker van het RO Theater in een inleiding op de voorstelling vragen af op haar toehoorders. Zij stelt vragen om eenieders bereidheid om in verzet te komen te peilen. Zij stelt de vragen waarmee voor regisseur Alize Zandwijk het denken over Vuurvrouwen begon.
In het programmaboek signaleert dramaturge Anouk Nuyens dat er steeds minder dromen gedroomd worden en mensen hun idealen steeds vaker op individuele basis nastreven. Het aantal burgerinitiatieven neemt volgens haar toe: ‘We scharen ons niet meer collectief achter een verhaal, maar we vallen collectief uit elkaar, als een glas in duizend scherven’.
Natuurlijk was het toeval dat ik op de heenweg strandde op bladzijde 154 en
‘In this life you have to be your own hero.
By that I mean you have to win whatever it is that matters to you by your own strength and in your own way’
het eerste was dat ik na afloop las, maar het citaat uit The.Powerbook (Het Powerboek) (2000) van Jeanette Winterson had in het programmaboek van Vuurvrouwen niet misstaan.
(Dat ik The.Powerbook en niet Het Powerbook las, was geen toeval. Ik maakte in het Nederlands kennis met Jeanette Winterson – ik geloof dat het Op het lichaam geschreven was – maar in die taal raakte haar werk me niet. Wandelend in Wales kocht en las ik het ene boek na het andere en was verkocht.)
Strijdbare vrouwen waren het, Ulrike Meinhof en Jeanne d’Arc – een vorige eigenaar kocht ‘mijn’ exemplaar van Ulrike Meinhof: ein Leben im Widerspruch van Mario Krebs in het jaar van verschijnen (1989) ‘uit sympathie voor haar vastberadenheid’ – maar of ze samen in een voorstelling moeten om mij op mijn verantwoordelijkheden te wijzen, daar ben ik nog niet uit.
Ik zal niet bestrijden dat er verwantschap tussen beiden bestaat. Maar spannender dan de eventuele overeenkomsten tussen Ulrike Meinhof en Jeanne d’Arc vond ik de confrontatie tussen Ulrike Meinhof en Andreas Baader en Gundrun Enslin. Zij verraden maar zij verloochent haar idealen niet.
Misschien miste ik Gilles de Rais. Hij dwong Jeanne d’Arc op aardse wijze invulling te geven aan een goddelijke roeping. Want net als Ulrike Meinhof moest ook Jeanne d’Arc keuzes maken. Die kant van Jeanne laat Alize Zandwijk niet zien.
(Overigens zag ik Vuurvrouwen in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. In die schouwburg is Paul van Vliet thuis. Paul van Vliet die Bram uit de commune ooit met zachte stem ‘actie, actie, harde actie’ liet zeggen. Daar moest ik onderweg naar huis aan denken.)
Leave a Reply