Sinds Breyten Breytenbach in 1986 een plataan aan de Rotterdamse Westersingel doopte tot monument van de vrije gedachten staat die boom bekend als ‘Breytenbachboom’ en ‘Poetree’. Officieel heet hij – de platanus x hispanica – ‘Graf van de Onbekende Dichter’.
‘Er zou ook een monument bijkomen, maar dat is nooit gelukt’, herinnerde Bram Peper die toen Breyten Breytenbach de plataan doopte burgemeester van Rotterdam was zich toen het voortbestaan van de boom in 1999 ter discussie stond. Er gingen zelfs geruchten dat hij al dood was.
Sinds 8 oktober heeft het Graf van de Onbekende Dichter de status van monument. Die dag werd in aanwezigheid van Breyten Breytenbach de plaatsing van een plaquette bij de boom gevierd.
Dat Breyten Breytenbach in Rotterdam ‘Het Graf van de Onbekende Dichter’ doopte, was geen toeval, al was de vorm van dat graf verrassend. Breyten Breytenbach heeft een nauwe band met Poetry International, de Gaffelstraat is een muurschildering van zijn hand rijk en in Betreft: enige aan mij toevertrouwde documenten – het staat in Mouroir: spiegelbeelden van een boek – wordt een project met de naam ‘Het graf van de Onbekende Dichter’ geïntroduceerd en uitgebreid toegelicht:
‘Voorstel voor een project: Het graf van de Onbekende Dichter
Mijn voorstel behelst het delven – oprichten? – creëren van het graf van de Onbekende Dichter (OD) in Rotterdam. Men kan het ook opvatten als een pleidooi voor een gedenkteken of een tombe, maar persoonlijk geef ik de voorkeur aan een graf: dat is wat minder opzichtig, zelfs als er versieringen op worden aangebracht. Natuurlijk is dit niet meer dan een basisontwerp, dat door alle betrokkenen kan worden uitgewerkt of verbeterd.’
Mouroir: spiegelbeelden van een boek is een mysterieus boek. Een verzameling verhalen, variërend van vorm, gebaseerd op aantekeningen die Breytenbach maakte toen hij nog gevangen zat.
Het ‘projectvoorstel’ bevindt zich in de nalatenschap van een overledene (‘aan mijn executeurs-testamentair’) van wie de identiteit door degene die het stuk in Betreft: enige aan mij toevertrouwde documenten aan de openbaarheid prijsgeeft – hij ondertekent met D.E. – niet kon worden vastgesteld.
Het ‘voorstel voor een project’ is voorzien van een uitgebreide motivering. Daarin wordt ingegaan op: ‘waarom een graf?’, ‘waarom voor een dichter?’, ‘waarom voor de “onbekende” dichter?’,
‘Het wordt dus een graf voor de OD omdat dát is (1) wat we zijn, of (ii) wat we geweest zijn, of (iii) wat we onontkoombaar zullen worden, of tenslotte (iv) wat we zouden moeten zijn. Het mooie is dat je in zo’n graf kunt stoppen wat je wilt en eruit kunt halen wat je verwacht. Verdriet. Vreugde. Zelfs wanneer je er alleen maar langs loopt om te zeggen:
(t)here
alas
lie
I.’
‘waarom in hemelsnaam in Rotterdam?’
‘R’dam is een hoofdstad voor de poëzie – men zicht niet de, want niets staat het delven van welriekende graven elders in de weg: ze hebben trouwens toch al de neiging zich te vermenigvuldigen. Maar R’dam is neutraal(?), terwijl het openstaat en aandacht heeft voor dichters met hun kwalen – en hopelijk ook voor de poëzie – zoals de inspanningen van de Rotterdamse Kunststichting hebben aangetoond.’
En waar moest dat graf dan komen volgens de ‘initiatiefnemer’?:
‘Daarom denk ik dat het graf het best kan worden aangelegd op een plein of aan een drukke straat in R’dam – op het terrein van De Doelen – of op het Kruisplein – aan de Lijnbaan – en wel op zo’n manier dat het een gemakkelijk bereikbaar verzamelpunt kan worden, een bedevaartsoord waar plaatselijke en bezoekende dichters hun exvoto’s kunnen achterlaten.’
Ook over de vorm had hij/zij duidelijke ideeën (geen boom), en een inscriptie voor de grafsteen had hij/zij ook al paraat:
‘Here lies a body
Eaten by words;
From such earth
Springs poetry!’
Volgens Breyten Breytenbach is elk mens een verborgen dichter – met die woorden doopte hij de boom in 1986 tot Graf van de Onbekende Dichter – dus eigenlijk staat die plataan er voor en namens ons allemaal.
Leave a Reply