Eigenlijk is Philip Huff een romantische ziel. Dacht ik vannacht toen ik de laatste bladzijden van Boek van de doden las. Een heel boek lang laat hij zijn hoofdpersoon Felix Post – schrijver, nog net geen dertig, en toch zit de klad al in zijn carrière – snuivend en scrollend een hedendaags leeg leven leiden, om hem aan het eind van het boek terug te voeren naar het buiten waar hij tijdens zijn jeugd kind aan huis was om hem van de natuur te laten genieten en omringd door bloedverwanten tot inkeer te laten komen.
Boek van de doden speelt in de donkere dagen voor Kerstmis. Vanwege het rusteloze, zwervende bestaan van Felix Post en de vele vrienden die zijn datumloze dagen moeten breken, ligt een vergelijking met De avonden misschien voor de hand, maar omdat Philip Huff J.D. Salinger – in het bijzonder diens The Catcher in the Rye – zo’n nadrukkelijke rol geeft in Boek van de doden schort ik een definitief oordeel nog even op.
Op tafel liggen nu de drie romans van Philip Huff tot nu toe: Dagen van gras (2009), Niemand in de stad (2012) en dus Boek van de doden (2014). De hoofdpersoon draagt steeds een andere naam – respectievelijk: Ben van Deventer, Philip Hoffman en Felix Post – maar het zou heel goed hetzelfde personage in drie verschillende leeftijdsfases kunnen zijn. Denk ik nu, nu Dagen van gras en Niemand in de stad met niet helemaal helder meer voor de geest staan.
Op tafel liggen ook Puber (1958) en The Catcher in the Rye (1951) van J.D. Salinger. Ik was al in Puber begonnen:
‘Als je dan werkelijk zo benieuwd bent, dan wil je natuurlijk in de eerste plaats weten waar ik geboren ben, wat ik zo al in mijn jeugd uitgespookt heb, waar mijn ouders vandaan kwamen en wat ze uitvoerden voordat ze met mij opgescheept werden, en ga zo maar door; maar om je de waarheid te zeggen voel ik daar niks voor. Ten eerste omdat het me geen sikkepit interesseert, en ten tweede omdat mijn ouwelui een rolberoerte zouden krijgen als ik iets persoonlijks over ze vertelde. Op dat punt zijn ze verdraaid kleinzerig, vooral mijn vader. Ze zijn reuze geschikt en zo, daar niet van, maar o, zo gauw gepikeerd. Bovendien moet je niet denken dat ik van plan ben met mijn levensloop op de proppen te komen. Ik wou alleen maar wat vertellen over die waanzin die me omstreeks Kerstmis verleden jaar overkomen is, dus voordat ik van slag raakte en hier naar toe moest om een poosje piano aan te doen.’
(vertaling: Henk de Graaff)
toen ik voor de zekerheid het origineel er bij pakte:
‘If you really want to hear about it, the first thing you’ll probably want to know is where I was born, and what my lousy childhood was like, and how my parents were occupied and all before they had me, and all that David Copperfield kind of crap, but I don’t feel like going into it, if you want to know the truth. In the first place, that stuff bores me, and in the second place, my parents would have about two hemorrhages apiece if I told anything pretty personal about them. They’re quite touchy about anything like that, especially my father. They’re nice and all–I’m not saying that–but they’re also touchy as hell. Besides, I’m not going to tell you my whole goddam autobiography or anything. I’ll just tell you about this madman stuff that happened to me around last Christmas just before I got pretty run-down and had to come out here and take it easy.’
Misschien kies ik toch voor The Catcher in de Rye. Hoe dan ook: ik weet wat me te doen staat. Er moet gelezen worden.
Leave a Reply