Er zijn mensen die vinden dat toneelteksten lezen nergens goed voor is. Ik deel die mening niet. Ik denk dat een toneelstuk zijn waarde niet alleen ontleent aan de interpretatie van de dramaturg, regisseur en acteurs. Als het goed is, gaat een toneelstuk net zo leven in het hoofd van een lezer als een roman of een novelle. Maar anders dan een roman of novelle is een toneeltekst een halffabricaat. Wie voor toneel schrijft moet meer dan eens de verbeelding aan een ander overlaten. Is overgeleverd aan wat anderen ervan maken voordat de eindgebruiker er kennis van kan nemen.
Wat aan het lezen van het toneelstuk vooraf ging
Voordat ik de toneelbewerking die Myranda Jongeling van Een goed nest van Tessa de Loo maakte las, luisterde ik eerst naar hoe Anneke Blok en Henriëtte Tol de tekst van Tessa de Loo leven inbliezen. Daarna las ik de woorden zoals door Tessa de Loo geschreven.
Een goed nest maakte op mijn een degelijke indruk. Een serieus verhaal, met heel weinig ruimte voor relativering.
Twee kijvende zussen, die niet tot verzoening bereid zijn, maar die omwille van de lieve vrede tijdens hun ontmoeting af en toe een gebaar naar elkaar maken, door herinneringen op te halen aan een gemeenschappelijk geleefd maar verschillend beleefd verleden. Een verleden dat bij Tessa de Loo uitgebreid aan de orde komt, in de vorm van flashbacks en innerlijke monologen.
Tot de kern teruggebracht
Met die voorkennis begin ik aan de toneelbewerking van Myranda Jongeling. In haar versie van Een goed nest zet ze de zussen Eva en Noor zonder omhaal van woorden neer. In grote lijnen volgt zij de romanversie van Een goed nest. De heikele punten uit de roman zitten ook in de toneelbewerking. De stad wordt afgezet tegen het platteland; de zus die voor haar vader koos, neemt het op tegen de zus die haar moeder verdedigde; er wordt gekibbeld over wat toegezegd maar niet geërfd werd, en ook in de toneelbewerking komt de jongste zus niet zomaar naar de Achterhoek. Ze heeft een missie en om die missie te laten slagen moet ze haar zus confronteren met een ‘geheim’.
Er zijn ook details die overeenkomen. Er is een hond, Agnetha en Frida van ABBA komen voorbij en de man van Eva is er niet als de zussen elkaar voor het eerst sinds jaren weer treffen. In die details leeft Myranda Jongeling zich uit.
Een hond die Merkel heet
Waar Tessa de Loo psychologisch verklaart waarom Noor ronduit een hekel heeft aan honden, relativeert Myranda Jongeling het houden van honden in een korte dialoog:
NOOR
(…)
Je hond. Waar is de hond eigenlijk?
De vorige keer kreeg ik zo’n
enthousiaste begroeting.
EVA
Je bedoelt Merkel?
NOOR
Hij sprong tegen me op.
Vernielde mijn nieuwe rokje.
EVA
Een zij. Merkel is een zij.
NOOR
Vintage Prada. Net als deze.
Een echte trouvaille. Mooi?
EVA
Merkel heeft pups. Zeven.
Ze ligt in de bijkeuken.
We kunnen wel even gaan kijken.
NOOR
Wat een rare naam voor een hond,
EVA
Naar Angela Merkel. Daar lijkt ze
enorm op. Een labrador.
Vierkant en betrouwbaar.
NOOR
En geen gevoel voor humor.
EVA
Heeft een hond ook niet nodig.
In de natuur valt er weinig te
En je jas, zal ik je jas…
Terug naar de kern
Een goed nest van Myranda Jongeling is noodgedwongen kort(er) en krachtig(er). Veel van wat Tessa de Loo gebruikte om het verhaal te stofferen, is door Myranda Jongeling weloverwogen maar zonder pardon geschrapt (personages die bij Tessa de Loo bij wijze van spreken in de coulissen staan, worden door Myranda Jongeling nog verder naar de achtergrond gedwongen), waardoor Een goed nest wordt wat het volgens de opdrachtgever moet zijn: een stuk over twee zussen.
Belangrijker is dat zij ingrijpt in de loop van het verhaal. Tessa de Loo kiest ervoor ‘het geheim’ al vroeg te onthullen. De resterende bladzijden van Een goed nest gebruikt ze om te laten zien hoe het zover heeft kunnen komen en geeft zij de zussen de ruimte om aan te trekken en af te stoten. Myranda Jongeling doseert, zodat er twee keer naar een climax toegewerkt wordt.
Myranda Jongeling kiest theatrale oplossingen voor de uitweidingen die van een idee een roman maken maar op toneel ballast zijn. Zij vervangt flashbacks en innerlijke monologen door klassieke terzijdes, waarbij de actrices zich rechtstreeks tot het publiek wenden, zodat niets van wat geweten moet worden om het doen en laten van Eva en Noor te begrijpen verloren gaat. Ze benut de terzijdes bovendien om stemming te maken.
Woorden waar nog wat mee moet
De toneelbewerking van Een goed nest zit vol zinnen waar de actrices verschillende kanten mee op kunnen. Myranda Jongeling laat zinnen ‘slingeren’, zinnen die op papier onschuldig lijken
NOOR
Wat een prachtige kamer is het
toch. Met zo’n speelse mix van
antiek en modern,
maar waarvan ik verwacht dat straks in de voorstelling zo gezegd worden dat ze een verwoestende uitwerking hebben.
En ze schiet gaten in het zwart. Brengt lucht in de familiegeschiedenis die zo bol staat van conflicten en geheimen dat elk woord tot een explosie kan leiden. Hoe dat uitpakt, moet op het toneel blijken. Op papier lijkt de toneelbewerking van Een goed nest lichter dan de roman.
Leave a Reply