Ik kan me niet voorstellen dat Bart Moeyaert aan kwantitatief wetenschappelijk onderzoek dacht en toen Meter schreef, maar voor mij gaat Meter – het staat in De gans en zijn broer over kwantitatief wetenschappelijk onderzoek.
Meter
‘Gemiddeld is een rivier een meter diep,’ zei de gans vanaf de graskant.
‘Dat klopt,’ zei de broer, die net in het water wilde stappen en zijn poot terugtrok, omdat hij niet van onzekerheden hield. Hij keek een beetje verstoord. ‘De vraag is of deze rivier boven het gemiddelde ligt, of niet. Ik zie waterlelies.’
‘Waterlelies betekenen niks,’ zei de gans.
‘Waterlelies betekenen iets,’ zei de broer. ‘Waterlelies wortelen gemiddeld een meter diep.’
‘Precies,’ zei de gans.
Ze keken om zich heen, of er ergens een schipper was aan wie ze konden vragen of hij wist hoe diep deze rivier was, maar er was geen schipper in de buurt.
De broer zei: ‘Het goede van vaste grond onder je voeten is dat het altijd vaste grond is.’
De gans maakte een aarzelend geluidje.
‘Ik zwijg al,’ zei de broer.
Bij kwantitatief wetenschappelijk onderzoek gaat het net als in Meter om de grootste gemene deler en het al dan niet significant afwijken van het gevonden gemiddelde, waarbij aangetekend moet worden dat doorgaans sprake is van een steekproefsgewijze selectie. Een en ander maakt dat dit soort onderzoek nooit over jou gaat en zelfs de onderzoeksobjecten ondanks hun bereidwillige medewerking nog niet weten waar ze aan toe zijn.
Maar natuurlijk gaat Meter ook gewoon over koudwatervrees. En over de gans en zijn broer. En over Bart Moeyaert natuurlijk, die de gans én zijn broer is.
Leave a Reply