Ruben Nicolai viel tijdens de opnames van Verborgen verleden van de ene verbazing in de andere. Weliswaar zijn er onder zijn voorouders de nodige voorouders, maar dat neemt niet weg dat de sporen leiden naar Willem van Oranje en Karel de Grote.
En naar Michaël Scott, een tovenaar uit Schotland die De goddelijke komedie van Dante Alighieri gehaald heeft. Weliswaar zit hij in de hel, maar toch.
Staande aan zijn graf in Melrose Abbey leest Ruben Nicolai:
‘Die andre, die zo smal is in z’n heupen
was Michel Scotus, onbetwist ’n meester
in ’t kunstig spel der toverstok-bedriegers’
Wie Dante op deze manier vertaald heeft, zegt Ruben Nicolai er niet bij. Maar het is zeker niet H.J. Boeken, die Dante in 1907 voor de Wereldbibliotheek ‘in proza overbracht’. Daarbij houdt hij niet de oorspronkelijke nummering van verzen aan, vandaar dat ik even moest zoeken:
‘Die andere, die in de lendenen zoo dun is, was Michel Scott, die waarlijk het spel der magische streken verstond’.
Dante en Vergilius vinden Michel Scott als zij:
‘den vierden Buidel over [trekken], waarin de toovenaars en waarzeggers wegens hun gewaande vóórzienigheid worden gestraft met achterwaarts-gekeerden stand hunner hoofden’.
En het is ook niet de vertaling van Frans van Dooren uit 1987. Hij vertaalt de inleiding op Canto XX als volgt:
‘Wanneer Dante bij de vierde ringgracht komt, waar de tovenaars en waarzeggers worden gestraft doordat ze hun hoofd achterstevoren op hun romp moeten dragen, wordt hij door medelijden bewogen. Vergilius maakt hem duidelijk dat zijn gevoelens niet juist zijn, omdat ze ingaan tegen een uiting van Gods gerechtigheid. Vervolgens wijst hij Dante een aantal zondaars aan, (…)’
In het veertiende vers duikt de verre voorvader van Ruben Nicolai op:
’14 Die andere daar, die zo dun en mager is, dat is Michaël uit Schotland, iemand die uitstekend op de hoogte was van het bedrieglijke spel van de magische kunsten.’
In een noot licht de vertaler vervolgens toe wie die Michaël uit Schotland was:
‘Michaël uit Schotland leefde in de dertiende eeuw. Hij was filosoof en astroloog aan het hof van Frederik II en vertaalde werken van Aristoteles en Avicenna in het Latijn. Daarnaast stond hij ook bekend als ziener en tovenaar: er zijn verscheidene staaltjes van zijn magie en voorspellingskunst overgeleverd.’
Daar kan Ruben Nicolai mee thuiskomen. Hij vermoedt dat zijn kinderen meer onder de indruk zullen zijn van een tovenaar in de familie dan met lichtblauw bloed dat door hun aderen stroomt. Zelf was hij behoorlijk onder de indruk van de hele (familie)geschiedenis.
Leave a Reply