Prins Charles wil op ‘diervriendelijke en wettige’ (‘humane and lawful’) wijze af van de grijze eekhoorns op zijn landgoed in Cornwall. Grijze eekhoorns vormen een gevaar voor de gezondheid van de inheemse rode eekhoorn.
Ik snap dat de grijze variant de kroonprins daarom een doorn in het oog is. Zelf vind ik de rode eekhoorn vooral mooier. Glanzend en wel oogt een rode eekhoorn gewoon beter.
Ooit deed ik een poging een rode eekhoorn aan het lezen te krijgen. In een park in Warschau – het Łazienki Park waar de rode eekhoorns in de meerderheid zijn, waren in elk geval – nam ik alle tijd om Renate Dorrestein te promoten. Eenmaal uit de boom, bleef de eekhoorn ondanks de noot die deel uitmaakte van het verleidingsritueel op zijn hoede.
(Of was er wat anders aan de hand? Op zoek naar rode eekhoorns in de literatuur vond ik op www.dbnl.org (de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren) een stuk van Karel van het Reve – Onwelvoeglijke beschouwingen over de Eekhoorn – waarin hij kritiek uit op de suggestieve, want seksueel getinte, wijze waarop H.U. Jessurun d’Oliveira een door Tirade geweigerd gedicht van Hans Andreus over een eekhoorn afserveert:
Eekhoorn (in potlood)
Een fijnbehaarde golf,
die bidden kan en roven.
Glanzende keukenlift van de boom.
Door het hoge gras
een lage trillende vacht
of een golf die pauze houdt,
terwijl de vermaarde staart
zijn dikke vraag weliswaar
krom doch andersom stelt.
Staat deze eekhoorn op het punt Renate Dorrestein te bespringen?)
Lezen is aan rode eekhoorns dus niet besteed – al is het wat voorbarig om conclusies trekken op basis van één eekhoorn die misschien niets ziet in Vreemde streken van Renate Dorrestein – maar als personage doen ze het goed. De eekhoorn in de dierenverhalen van Toon Tellegen is rood, al is dat niet op alle illustraties even goed te zien. Naamloos maakte hij in 1984 in het titelverhaal uit de bundel Er ging geen dag voorbij zijn entree in de Nederlandse letteren:
‘Er ging geen dag voorbij of de eekhoorn was wel op stap. Hij liet zich ’s ochtends uit de beukeboom naar beneden vallen op het mos, of soms van het puntje van een tak in de vijver op de rug van de libel, die hem dan zwijgend naar de kant bracht. Hij sloeg altijd als eerste de beste weg in die voor zijn voeten kwam.
Maar als hij een zijweg zag dan sloeg hij die in, en als het hem lukte zijn plannen voor die dag te vergeten dan vergat hij ze.’
Ook in het recent verschenen Het verlangen van de egel maakt de eekhoorn zijn opwachting. Het onverwachte bezoek dat hij aan de egel brengt, valt bij de onzekere gastheer – de egel wil wel bezoek, maar ziet op tegen het gedoe en vooral tegen het afgewezen worden – in zeer goede aarde. De egel put er hoop uit.
En ik vermoed dat ook de eekhoorntjes die Ingrid Jonker in haar gedicht Herfstochtend opvoert eigenlijk rood zijn:
Speer van de horizon die de zee en de lucht doorboort
ochtendzoenen op mijn borsten als opkomende zonnen
door alle wateren zul jij komen
alle oerwouden op alle wegen
in elke droom die ik me niet meer herinner
je handen die zichzelf onteigenen
en je lichaam dat zich stort in de gewonde herfst
Ochtendstralen verwarmen de kamer als
gouden eekhoorntjes op zoek naar verborgen geheimen.
Tot zover zat dit stukje in mijn hoofd toen ik in de Athenaeum Boekhandel aan het Spui iemand tegen het lijf liep die mij vrijwel onmiddellijk nadat ik tijdens het korte gesprek dat wij over de letteren voerden het woord eekhoorn liet vallen een foto liet zien van een poepende grijze eekhoorn op Russell Square. Net als hij – het was Maarten Asscher – heb ik in Londen heel veel grijze eekhoorns gezien, maar caught in the act… nog nooit. Deze grijze eekhoorn stond er gekleurd op. En dat op het nette Russell Square. (Virginia Woolf woonde om de hoek en in de buurt.)
Eenmaal thuis ging ik op zoek naar een grijze literaire eekhoorn. Ik kwam uit bij The Squirrel and the Chipmunk / Eekhrn zkt eekhrn van David Sedaris. Het titelverhaal gaat over de onmogelijke liefde tussen een eekhoorn en een grondeekhoorn/wangzakeekhoorn. Ik liet het me door David Sedaris voorlezen (maar lezen kan ook, doorscrollen naar Act 3). Het zijn geen onschuldige verhalen, de fabels van David Sedaris. Niet te vergelijken met de dierenverhalen van Toon Tellegen. Vandaar misschien dat de eekhoorn bij David Sedaris grijs is.
P. van de Wiel says
Volgens mij komt de grijze eekhoorn niet in Nederland voor. Ik heb me altijd afgevraagd waarom niet; in Londen zijn ze niet te tellen en zitten ze soms een paar meter van het trottoir. Het is net zoiets als de bonte kraai. Hier zie je die nooit, een paar honderd kilometer naar het oosten vaak.
Frouckje says
Leuk stuk!