Vijf dagen voor de val van de Muur was Christa Wolf een van de sprekers tijdens een grote demonstratie op de Alexanderplatz in Berlijn. Ze begon haar verhaal zoals wel vaker – in Wat blijft bijvoorbeeld en in De cesuur – met een opmerking over taal: ‘Jede revolutionäre Bewegung befreit auch die Sprache. Was bisher so schwer auszusprechen war, geht uns auf einmal frei über die Lippen.’ Taal was voor Christa Wolf meer dan een middel.
In die toespraak zegt ze dat het woord ‘Wende’ haar niet aanstaat. Zij geeft de voorkeur aan ‘revolutionärer Erneuerung’. Misschien wel de meest kenmerkende zin die zij op 4 november 1989 uitsprak, was: ‘Stell dir vor, es ist Sozialismus, und keiner geht weg!’
Want Christa Wolf ging niet weg. Christa Wolf verschilde van mening met de communistische partij, maar ze wilde niet weg. Ze wilde een ander, socialistisch, geluid laten horen. Zei historicus Jacco Pekelder tijdens een aan De wereld van Christa Wolf gewijde avond in de Tolhuistuin in Amsterdam-Noord.
Ze bleef omdat ze zich verantwoordelijk voelde, voor haar familie, maar ook voor haar lezers. Zei haar kleindochter tijdens diezelfde door de SLAA en het Goethe-Institut georganiseerde literaire avond. Volgens Jana Simon is de vraag ‘waarom bent u niet gegaan?’ makkelijk gesteld, maar realiseerden velen die die vraag stelden zich niet wat het betekende om daadwerkelijk te vertrekken.
Christa Wolf bleef omdat ze de DDR van binnenuit wilde veranderen. Toch identificeerde haar grootmoeder zich volgens kleindochter Jana Simon – journalist bij Die Zeit, zij voerde gedurende een periode van tien jaar gesprekken met haar grootouders Christa en Gerhard Wolf. Gesprekken in de privésfeer, die uiteindelijk in 2013 toch verschenen onder de titel Sei dennoch unverzagt – al sinds de vijftiger jaren niet nadrukkelijk meer met de SED, de communistische partij.
Christa Wolf had haar vertrouwen in de hervormbaarheid van het communisme al ver voor de eerste schermutselingen die tot de val van de Muur zouden leiden verloren.
‘Als jullie het zo duidelijk doorzagen, hoe hebben jullie het dan zo lang uitgehouden.’ Toen germanist Jerker Spits van Jana Simon wilde weten wat ze tijdens de gesprekken met haar grootouders het moeilijkst te bevatten vond, was dat haar antwoord.
Christa Wolf wilde volgens Jacco Pekelder – de inleiding waarin hij de geschiedenis van de DDR kort samenvatte, en de schrijfster Christa Wolf in de context plaatste van een samenleving waarin van schrijvers van overheidswege het een en ander verwacht werd, ging aan het interview van Jerker Spits met Jana Simon vooraf – niet alleen niet weg uit de DDR, maar ook niet zelf uit de partij wilde stappen, omdat ze zich verantwoordelijk voelde en niemand met een vrijwillig vertrek uit de partij in de kaart wilde spelen. Zelf-reflectief als Christa Wolf van nature was, stelde zij de vraag: Wie steun ik als ik dat doe?’
De derde spreker tijdens De wereld van Christa Wolf – chronologisch de tweede – was schrijfster Nelleke Noordervliet (hier haar tekst). Ze verbloemde niet dat zij ooit twijfelde aan de integriteit van DDR-schrijvers die bleven publiceren. ‘Schrijvers schrijven omdat ze niet anders kunnen, maar toch…’ Zwijgen, niet schrijven leek Nelleke Noordervliet een tijd het enige alternatief voor vluchten.
‘Hoe doe je dat. Onder druk werken als het land waar je bent geboren, het land waar je van houdt een open gevangenis is.’ Dat een schrijver het in een dictatuur niet makkelijk heeft, werd haar door het oeuvre van Christa Wolf te lezen duidelijk. ‘Uit het werk dat Christa Wolf na de Wende schreef, heb ik begrepen wat ze deed, uit Sei dennoch unverzagt, het boek van haar kleindochter, hoe het voelde.’
Juist omdat het Nelleke Noordervliet in de loop der jaren duidelijk werd welke strijd Christa Wolf met zichzelf heeft moeten leveren – ‘hoe moeilijk is het niet om kritisch naar jezelf te kijken. Hoe moeilijk is het af te wijken van de norm als die norm dwingend wordt opgelegd. Schrijvers in dictaturen schrijven op het scherpst van de snede, terwijl wij blijven steken in amusante verhalen. In “het westen” is de roman niet dwingend’ – ziet ze de tragiek: na de val van de Muur en de eenwording van Duitsland ‘is het gevaar geweken, is haar onderwerp geschiedenis geworden en is Kassandra een historisch roman geworden.’
Kassandra (1983, Nederlandse vertaling 1984) was voor Nelleke Noordervliet de eerste kennismaking met Christa Wolf. Recent heeft de roman met alle risico’s van dien herlezen. Meer dan begin jaren tachtig zag Nelleke Noordervliet tijdens dat herlezen de (verborgen) kritiek die Christa Wolf uit.
Tragischer nog dan de constatering van Nelleke Noordervliet dat Christa Wolf na de val van de Muur en de Duitse eenwording niet langer een ‘moralistische Instanz’ was – daarmee viel overigens volgens haar kleindochter ook een last van haar schouders. Haar grootmoeder had het ook als een belasting ervaren om voor en namens velen te spreken – zijn de woorden waarmee Jana Simon de avond besloot: ‘Ze hoorde er in de DDR niet echt bij, maar in het westen ook niet. Eigenlijk had ze ‘keine Heimat’.
Christa Wolf spreekt op 4 november 1989 op de Alexanderplatz in Berlijn:
Leave a Reply