Ontregelen dat was wat hem – Abdelkader Benali, de eerste spreker na de lunch tijdens het symposium Ontworteling: de schrijver als nomade – te doen stond. Daarom deed hij alsof hij niets had voorbereid (verbaasde, maar ook boze blikken waren zijn deel, al was hij zich daar waarschijnlijk niet van bewust). Alsof hij zomaar wat wijsheden rondstrooide.
Maar toen hij zei: ‘Een reiziger denkt in grenzen, een nomade in overgangen’, moest ik aan Paul Bowles denken, die het in The Sheltering Sky heeft over het verschil tussen the tourist en the traveler:
‘Whereas the tourist generally hurries back home at the end of a few weeks or months, the traveler belonging no more to one place than to the next, moves slowly over periods of years, from one part of the earth to another. Indeed, he would have found it difficult to tell, among the many places he had lived, precisely where it was he had felt most at home.’
‘[A]nother important difference between tourist and traveler is that the former accepts his own civilization without question; not so the traveler, who compares it with the others, and rejects those elements he finds not to his liking.’
en liep hij vooruit op wat Johan Goud niet veel later over hem zou zeggen in zijn lezing Vormen van thuisloosheid: Benali en Grunberg. Hij deed wat hij wel vaker placht te doen, hij maakte zich ‘schuldig’ aan intertekstualiteit.
Op een andere oneliner – ‘het metrum van de moderne nomade is het korte verhaal’ – volgden korte verhalen in een onbewaakt ogenblik geschreven. Dat het die korte verhalen waren, bleek pas toen hij er al een paar had voorgelezen van zijn smartphone.
Abdelkader Benali was allerminst een ‘pauzenummer’. Een van de motto’s van het symposium Ontworteling: de schrijver als nomade was aan zijn essay Migration als Märchen: eine Liebeserklärung an die Entwurzelung ontleend: ‘Het is niet erg ontworteld te zijn, zolang je er een verhaal van kan maken. Een verhaal is in staat de ontworteling de baas te worden.’
Johan Goud – de man die intertekstualiteit een van de kenmerken van het werk van Benali noemde – vergeleek in Vormen van thuisloosheid: Benali en Grunberg twee vormen van nomadisch bestaan: het diasporisch leven in een tussengebied van Abdelkader Benali en het overge-erf slachtofferschap van Arnon Grunberg.
Een andere inleider – literatuurwetenschapper Sjoerd-Jeroen Moenandar– had het over Abdelkader Benali’s De langverwachte en plaatste die roman, samen met Die Blechtrommel van Günter Grass en Midnight’s Children van Salman Rushdie, in de traditie van de schelmenroman. Maar daarover later. (Hier al wel hoe Sjoerd-Jeroen Moenandar zijn bijdrage samenvatte.)
Leave a Reply